Associatieverdrag is goed voor Oekraïne én voor ons

30-03-2016

Laten we er geen doekjes om winden: het EU-associatieverdrag met Oekraïne is goed voor beide partijen. Dat had het Nederlandse kabinet, net als het parlement, voor ogen toen het verdrag werd goedgekeurd. Net als álle andere EU-lidstaten. Wie van plan is om op 6 april zijn stem te laten horen, doet er goed aan – zoals Juncker zei – om geen nee te stemmen om redenen die niks met het verdrag te maken hebben.
Tegenstanders van het akkoord houden zich namelijk liever bezig met angst zaaien dan met de feiten. Het klopt dat dit associatieakkoord geen gewoon handelsverdrag is, maar politiek én economisch. Dat Oekraïne daarmee in de EU wordt geïntegreerd, is echter onzin.
In feite verplicht het verdrag Oekraïne om zoveel mogelijk de EU-regels op economisch gebied te volgen. Dat vergemakkelijkt de handel. Voor Nederlandse bedrijven, en daarmee de Nederlandse economie, is dat buitengewoon gunstig. Nederland is voor Oekraïne zelfs het vijfde invoerland van de EU. Maar dat maakt het akkoord nog geen voorportaal voor EU-lidmaatschap. Sterker nog: een dergelijke regeling (het zogenoemde nabuurschapsbeleid van de EU) is juist eerder een alternatief voor EU-lidmaatschap.
Wordt Oekraïne beter van dit verdrag? Zeker: uit onderzoek van onder andere Ecorys blijkt dat de implementatie van het verdrag leidt tot 5 procent economisch groei. De Oekraïense levensstandaard verbetert met 12 procent, zeggen de onderzoekers. De welvaart wordt groter en het land zal stabieler worden. Ook op het gebied van mensenrechten en corruptiebestrijding. Dat zal Oekraïne allemaal zelf moeten doen, maar de EU kan daar zeker bij ondersteunen. Daar worden zij beter van, net als wij.