NL Business Hub Network: België

24-04-2024

Het NL Business Hub Netwerk is hét wereldwijde netwerk van, voor en door Nederlandse ondernemers. Het verbindt hen met lokale partners en Nederlandse collegaondernemers met praktische ervaring. Zo komen ze sneller tot internationaal succes. In deze serie vertellen de directeuren van de verschillende NL Business Hubs over hun werk. Dit keer: Erik Schroeven,  directeur van de Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg (NKVK).

 

Hoe bent u in dit métier terechtgekomen?

‘Via allerlei omzwervingen. Ik ben Vlaming en heb gestudeerd in Leuven. Daarna heb ik gewerkt bij drankenproducent Seagram en ik ben jarenlang directeur geweest bij het champagnehuis Laurent Perrier. Eerst in België, vervolgens in Frankrijk. Ook heb ik een eigen onderneming opgericht in de textielsector, waarbij ik als salesmanager werkte vanuit het Nederlandse Houten. Verder was ik tien jaar lang zelfstandig distributeur voor verschillende Nederlandse textielmerken. Het resultaat is dat ik de Nederlandse, Franse én Belgische markt goed ken.’

 

Vertel eens over de NKVK. 

‘Na Duitsland is België de belangrijkste handelspartner van Nederland. In 2023 bedroeg de exportwaarde 75 miljard euro. Andersom exporteert België voor 59 miljard naar Nederland. De twee landen bieden elkaar dus grote zakelijke kansen en wij fungeren als intermediair. De NKVK heeft bijna tweehonderd leden, zowel Nederlandse, Belgische als Luxemburgse bedrijven, groot en klein.

In één zin gezegd is ons doel om voor Nederlandse bedrijven een goede marktentree te verzorgen op de Belgische en Luxemburgse markt. Bijna 120 jaar geleden zijn we opgericht om hen te gidsen door het woud van Belgische regels en ambtelijke loketten. Dat doen we nog steeds, maar inmiddels voorzien we ook in matchmaking, netwerkintroductie, marktstudies en individuele businesscoaching. De leden komen onderling samen en leren van elkaar. Daarnaast hebben we deskundige partners in ons netwerk die Nederlandse bedrijven kunnen helpen met juridische of fiscale vragen.’

 

Is zo’n intermediair wel nodig voor buurlanden en (gedeeltelijke) taalgenoten?

‘Dat is zeker nodig. Een recent praktijkvoorbeeld: een aanbieder van coachingssystemen voor chauffeurs is al een jaar bezig om voet aan de grond te krijgen op de Belgische markt. Dan komen ze bij mij terecht, we praten over hun product en hun wensen, ik breng ze in contact met gelijkgezinde ondernemers en andere relevante partijen in het NKVK-netwerk. Na drie dagen zaten ze aan tafel met de ceo van een groot Belgisch transportbedrijf en waarschijnlijk gaan ze volgende week hun business uitrollen. Ander voorbeeld: een Nederlands bedrijf heeft moeite om een vergunning te krijgen, ik neem contact op met de verantwoordelijke schepen en de bal gaat rollen.

Kortom: onze tussenkomst biedt een enorme versnelling, het is een ingang en een introductie op de lokale markt. Weten waar en bij wie je moet zijn. Dat heeft niets te maken met vriendjespolitiek, maar alles met met de wederzijdse zekerheid dat het een goed contact is. Mijn team en ik vertellen beide kanten: ik ken die Nederlander, ik ken die Belg en je hoeft je geen zorgen te maken. Het is een soort verzekering.’

 

Zijn de culturele verschillen dan zo groot?

‘Daar kan ik uren over praten. De twee landen spelen op hetzelfde economische speelbord met witte en zwarte vakjes, maar Nederlanders spelen met damschijven en Belgen met schaakstukken. Het is dus een heel ander spel. Qua verwachtingen, marktbehoeften, businessplan, wet- en regelgeving, fiscaliteit… En qua mentaliteit. Ik probeer de Nederlandse directheid en het – soms luidruchtige – enthousiasme te verenigen met de Belgische afwachtendheid en behoefte aan zekerheid. Vaak heb ik de rol van vertaler. Ook als beide partijen Nederlands spreken. “Nee, wacht even, zo bedoelt hij het niet, hij bedoelt ….” En vice versa.’

 

Waar liggen de zakelijke kansen?

‘Onder meer in circulaire bouw, duurzame bouwmethodes, elektrische mobiliteit, laadsystemen, de circulaire economie en afvalverwerking. Denk ook aan alles wat met fietsmobiliteit en -infrastructuur te maken heeft. Nederland is een fietsland en in België groeit die behoefte ook. Zo hebben wij een lid dat fietspaden voorziet van een toplaag van circulair materiaal.

In het algemeen geldt dat België gebukt gaat onder een grote hoeveelheid regels. Vergunningen, CO2- en stikstofuitstoot, lawaai, administratieve rompslomp – en dan zijn er ook nog eens verschillen in wetgeving tussen het Vlaamse, Waalse en Brusselse gewest. De vergunningverlening in Vlaanderen verloopt vrij stroef. In Wallonië lijkt er meer ruimte te zijn om te ondernemen, omdat de wetgeving wat soepeler kan zijn. Dit jaar is het verkiezingsjaar; niet alleen in Europa maar ook op federaal en regionaal niveau in België. Het is dus afwachten welke politieke partijen met welke ambities het voor het zeggen zullen krijgen. Hoe dan ook is het voor ondernemers belangrijk om zich te omringen met goede adviseurs.’

 

Welke evenementen staan er op de agenda?

‘Eind mei is er een vierdaagse economische missie rond klimaattechnologie, onder leiding van minister Schreinemacher van Buitenlandse Handel en VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen. Doelgroep zijn bedrijven die actief zijn in klimaat- en energieneutrale bouw, zero-emissie stadslogistiek en rijden en varen op waterstof. In september staat er een handelsmissie in Luxemburg gepland. Ieder jaar organiseren we een Vlaams-Nederlandse of een Waals-Nederlandse handelsdag. De kleinere evenementen tussendoor zijn meestal borrels, die we samen organiseren met Holland House in Brussel.’

 

Meer weten? Neem contact op met Erik Schroeven via dit formulier.