Randstad-directeur: ‘Schapendrijven is aantrekkelijk raar’

03-05-2018

Het begon met 5 schapen en 1 bordercollie, maar liep al snel echt helemaal uit de hand. René Schripsema loopt overdag strak in pak, maar ’s avonds en in het weekend is hij bezig met zijn grootste hobby: schapendrijven met zijn bordercollies. 'Man, wat cool.'

 

‘Ik was met mijn vrouw op vakantie in Wales toen we terechtkwamen op een boerderij waar de boer met bordercollies schapen aan het drijven was. Ik was begeistert. Man, wat cool. Fascinerend hoe mens en dier zo kunnen samenwerken in zo’n onherbergzaam gebied. De hond, een bordercollie, volgde precies de instructies van de boer en de schapen deden op hun beurt precies wat de hond wilde. Twee weken later was ik op een bruiloft en raakte ik aan de praat met iemand die bordercollies opvoedt. Uit zijn nestje puppy’s was er nog één over. Je raadt het al: dat werd onze eerste hond. De verkoper zei: 'Als je deze hond een plezier wilt doen, ga je schapendrijven. Die hondjes hebben dat in hun genetisch materiaal, ze willen dolgraag pleasen en kunnen heel goed luisteren. Geen enkele andere hond heeft dat in zich.' Ik kocht vijf schapen en tja, toen kwam mijn wedstrijdmentaliteit weer naar boven.’

De uit de hand gelopen hobby vanWie: René Schripsema
Uit: Engelbert (Groningen)
Is: Directeur Randstad Inhouse Services
Hobby: schapendrijven met zijn bordercollies

Schapendrijven = profvoetbal?

‘Als tiener heb ik namelijk gevoetbald bij FC Groningen, totdat ik door een blessure moest stoppen. Ik kan mezelf goed dwingen om trainingsuren te maken. Ik woon in Engelbert, vlakbij Groningen. Voor mijn werk door heel Nederland is dat niet handig, maar wel voor mijn hobby, want hier heb ik de ruimte voor het schapendrijven. Mijn schapen – inmiddels zijn het er 25 – staan negen maanden per jaar op het veld van de lokale ijsbaan. In september knabbelen ze het gras lekker kort, zodat in de wintermaanden de ijsbaan open kan. Dan verhuizen ze tijdelijk naar het veld van een boer wiens koeien naar binnen gaan.'

 

‘Schapendrijven haalde mijn wedstrijdmentaliteit weer naar boven’

 

'Elke woensdag werk ik thuis: dan train ik, en vaak ook ’s avonds heel laat na het werk. In Wales heb je een ruig gebied, maar in Nederland is alles plat. Voor mij is het de uitdaging om mijn honden steeds weer kennis te laten maken met nieuwe situaties. Privé rijd ik een Volkswagenbusje. Ik zet mijn schapen daar bijvoorbeeld achter, en laat de hond ze dan zoeken. Mijn bordercollies – vier inmiddels – verblijven in een luxe kennel die aan ons huis vast zit. Doordeweeks zorgt mijn vrouw voor ze. Ze zijn ontzettend lief, maar als je in de herfst traint kunnen ze echt de woonkamer niet in. Ze hoeven maar één keer te schudden en de klei zit bovenaan de muur. Ook mijn zakelijke leaseauto is verboden terrein.’

 

Nee, oké: René Schripsema zie je hier niet aan het werk. Maar wel de jongste deelnemer aan het WK schapendrijven, de Braziliaanse Joao 

 

Schapendrijven = aantrekkelijk raar

‘In Nederland behoor ik tot de top-10 beste schapendrijvers. Zowel in mijn werk als in mijn sport schapendrijven ben ik best een vreemde eend in de bijt. Zakelijk kom ik mensen tegen die bijvoorbeeld hardlopen of wielrennen in hun vrije tijd. Ze vinden mijn hobby aantrekkelijk raar. En de meeste deelnemers aan schapendrijfwedstrijden zijn boeren of veehandelaren. Die zijn vaak veertig uur per week met schapen bezig, wat ook niet altijd een voordeel is: een wedstrijd is heel precies, terwijl schapendrijven op je boerderij vaak snel en grof moet. Ze hebben dan niet voor niks een boerderijhond én een wedstrijdhond.'

 

‘Als schapendrijver ben ik een vreemde eend in de bijt’

 

'Mijn trainingsuren maak ik soms zelfs ’s avonds laat. Maar als ik op vrijdagavond laat en chagrijnig thuis kom, zegt mijn vrouw: 'Ga maar niet trainen. Dat heeft vaak geen zin.' Je moet optimaal geconcentreerd zijn om de hond precies te laten doen wat jij wilt. Ook mijn zoon van 16 – de leeftijd dat ik stopte met voetbal – is talentvol schapendrijver en doet aan wedstrijden voor de jeugd mee. Hij is opgegroeid met schapen en honden, dus heeft het met de paplepel ingegoten gekregen.’ 

Foto: Rob Overmeer