Branchevereniging aan het woord: Cedris

30-10-2023

In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week directeur Arend Pieterse van Cedris, de vereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt.

 

Vertel eens over uw branche en branchevereniging.

‘Wij zijn de vereniging voor de inclusieve arbeidsmarkt in Nederland. Samen met onze 100 leden – sociale werkvoorzieningsbedrijven – zetten we ons elke dag in voor mensen voor wie een normale baan niet zo heel gewoon is. Mensen die wat extra ondersteuning nodig hebben bij het vinden van een baan, begeleiding op de werkplek of juist in een prikkelvrije omgeving moeten werken. Elk jaar begeleiden we 111.700 mensen in en naar werk.’

 

Hoe lang bent u al directeur?

‘Ik werk al zeventien jaar bij Cedris, waarvan vier jaar als directeur. Door de jaren heen heb ik veel verschillende functies mogen doen bij de vereniging: van bestuurssecretaris tot arbeidszaken. Het werk bij Cedris bevalt nog steeds goed. Het voegt wat toe aan de wereld. Ons werk is niet alleen ontzettend waardevol voor de mensen die wij aan het werk helpen en voor werkgevers, het geeft ook mij een trots gevoel.”

 

Wat zijn actuele kwesties?

‘Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt loopt het aantal mensen terug dat via de sociale werkvoorziening aan het werk komt. Dat blijkt uit ons onderzoek Sectorinformatie 2022. Tegelijkertijd hebben we juist nu iedereen die kan en wil werken nodig op de arbeidsmarkt. Onze sociaal ontwikkelbedrijven kunnen nog veel meer mensen naar werk begeleiden en bedrijven ondersteunen om functies te herontwerpen. Zodat werk voor nieuwe doelgroepen toegankelijk wordt. In ons register staan nog 125.000 mensen die aan het werk willen en kunnen, maar nu nog aan de kant staan.

Om dit mogelijk te maken, zijn wel extra middelen nodig. En dat is dan ook onze oproep aan Den Haag. Onze leden zijn afhankelijk van landelijke subsidie die bestemd is voor de gemeentelijke sociale werkvoorziening. We willen niet zeuren om geld, maar je ziet wel dat de subsidiëring sinds de komst van de Participatiewet in 2015 afneemt.’

 

En lobbypunten?

‘Sinds de Participatiewet is onze branche gedecentraliseerd en zijn gemeenten verantwoordelijk. Aan de ene kant is dat positief, het betekent dat de voorziening dichter bij de mensen staat. Maar we zien nu wel grote verschillen tussen gemeenten in zowel aanpak als resultaten. Je woonplaats moet niet uitmaken om de juiste ondersteuning te krijgen voor een passende werkplek. Ook de SER zegt dat een aantal basisvoorwaarden in elke regio goed georganiseerd moeten zijn, maar we zien dat die nog niet overal worden ingezet. Denk bijvoorbeeld aan het inzetten van loonkostensubsidie.

Wij vinden dat er meer duidelijkheid moet komen over wat een gemeente minimaal moet bieden en daarvoor moet ook geld vrijgemaakt worden. Zowel de mensen met een arbeidsbeperking als de werkgevers krijgen nu bij elke gemeente met andere regels te maken. Je helpt beide partijen door hier meer uniformiteit in te hebben.

Daarnaast is ons werkveld erg complex geworden. Als je in de bijstand zit en aan het werk wilt, loop je meteen tegen regels aan. Werk moet lonen en daarvoor moeten de regels eenvoudiger en eenduidiger worden. Een wethouder uit Rotterdam zei het nog het beste: ‘Deze mensen staan in de kou in een open veld zonder te bewegen, omdat ze in een mijnenveld staan en bang zijn om de verkeerde stap te zetten.’’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branche?

‘Ik hoop natuurlijk op onze eigen overbodigheid, iets wat niet veel branches zullen zeggen. We hopen dat het de normaalste zaak van de wereld is dat werk voor iedereen toegankelijk is. Dat is het ideale toekomstscenario en daar zijn we nog lang niet. En er zullen natuurlijk altijd mensen zijn die ondersteuning nodig blijven hebben. Voor nu is elke persoon die we aan het werk helpen er één, en we hopen dat we dat zo goed mogelijk kunnen blijven doen.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW en MKB-Nederland?

‘Onze leden variëren in grootte, maar hebben over het algemeen meer dan duizend mensen in dienst. We zijn een grote werkgever en hebben te maken met best grote organisaties. Voor talloze dossiers hebben we veel contact met VNO-NCW en MKB-Nederland. Het kost wat, maar we zijn overtuigd lid. We zien kansen in het actiever stimuleren van bedrijven door VNO-NCW en MKB-Nederland in het aannemen van mensen met een arbeidsbeperking. Nogal wat werkgevers zijn niet bekend met de mogelijkheden. Er wordt heel snel gekeken naar de inzet van arbeidsmigranten. Terwijl dicht bij huis vaak meer mogelijk is dan je denkt. Onze leden hebben bijvoorbeeld veel ervaring met complex productiewerk.
Wij willen dat graag onder de aandacht brengen. En de uitdaging staat: kom eens langs. Dan verkennen we graag de mogelijkheden.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Ik werk al mijn hele leven voor brancheverenigingen, ik heb bijvoorbeeld ook voor LTO gewerkt. Daar zou ik nog wel eens een dagje willen meekijken. Vanuit mijn werk bij Cedris kies ik voor de Algemene Bond Uitzendondernemingen, waarmee we veel samenwerken. Eigenlijk zou ik op veel plekken weleens willen meedraaien.’