Overlever: Palthe stomerijen

23-06-2016

 
Niet alleen japonnen en pakken komen bij de fabriek binnen. Ook hoeden, veren, korsetten, lampenkappen en handschoenen worden toegestuurd. Voor het verven worden de goederen eerst genummerd, gekeurd en eventueel hersteld. Er is zelfs een laboratorium en een verenafdeling, waar de veren met de hand worden gekruld.

Warm, stoffig, klam. Zou het zo aanvoelen in de grote strijkzaal van de Almelosche Ververij en Chemische Wasscherij? De vrouwen zien er niet oververhit uit. Met hun lange jurken en schorten aan doen ze hun best om lastige vouwen en kreukels uit de kledingstukken te strijken. Alle goed is opgehangen aan kleerhangers die weer ingenieus met lange kabels aan een buizenstelsel zijn bevestigd. Een paar vrouwen kijken nieuwsgierig naar de camera. Op één eigenwijze dame na hebben ze allemaal hun haren opgestoken. Dat zal vast een stuk koeler zijn dan die losse lokken.

In 1873 kopen drie broers van de familie Palthe een oude brood- en meelfabriek. Ze verbouwen de fabriek om er textiel te kunnen verven. Door middel van stoom worden in enorme houten kuipen de chemische kleurstoffen aan de kook gebracht. Maar het bedrijf staat niet stil en er wordt een proces ontwikkeld om textiel met behulp van benzine en stoom chemisch te reinigen. Vooral de chique clientèle weet zijn weg naar de stomerij te vinden. In speciale dozen worden hun spullen per trein naar station Almelo vervoerd. Daar nemen paard en wagen het over. Het paard rijdt tot in de gang van de fabriek. Handig voor als het regent, dan blijft alles lekker droog. Nog even snel een suikerklontje en het beestje kan weer op weg.

Dit artikel komt uit de print Forum