25 NOV, 2025 • Interview
Johan Norberg: 'Pessimisme is verlammend'
De Zweedse historicus Johan Norberg ziet in zijn laatste boek Peak Human hoe samenlevingen groot worden – en hoe ze ten onder gaan. Zijn waarschuwing: Europa verliest zijn honger naar innovatie, openheid en ondernemerschap.
Als je de gebeurtenissen in de Gouden Eeuw zou pitchen bij Netflix als een historisch drama, zou het direct worden afgewezen. Te absurd en onrealistisch, zou het commentaar luiden. Want hoe kon een nietig landje aan de Noordzee de machtige Spanjaarden verslaan? Hoe kon een volk dat door een Engelse schrijver het ‘braaksel van de zee’ werd genoemd, uitgroeien tot de machtigste natie ter wereld?
Het is de centrale vraag die de Zweedse historicus en schrijver Johan Norberg (52) stelt in zijn laatste boek Peak Human, waarin hij zeven economische en culturele bloeiperiodes uit de wereldgeschiedenis analyseert. Van het Romeinse Rijk tot de Amerikaanse dominantie: Norberg zoekt naar het recept voor succes – en het antwoord op de vraag hoe bloeiperioden uiteindelijk vervallen.
De vergeten kracht van de gouden eeuw
Norberg, klassiek-liberaal denker en verbonden aan het Amerikaanse Cato Institute, werd bekend met zijn boek In Defence of Global Capitalism (2001). Daarin prees hij globalisering en wereldhandel, die volgens hem honderden miljoenen mensen uit de armoede haalden. Ook in zijn nieuwe werk speelt handel een hoofdrol, maar voor een echte ‘gouden eeuw’ is meer nodig: openheid, tolerantie, een degelijke rechtsorde en vooral een onstilbare honger naar nieuwe ideeën, experimenten en innovatie. Dat bracht onder meer de Chinese Song-dynastie, de Italiaanse stadstaten en de Nederlandse Republiek naar de economische, militaire en culturele wereldtop.
‘Maar laat het niet naar je hoofd stijgen’, waarschuwt Norberg bij aanvang van het gesprek in een koffiebar in zijn woonplaats Stockholm. ‘De kern is dat de Nederlanders eigenlijk níks hadden – en juist dat zorgde voor een enorme focus. Als je geen sterke tradities op universiteiten hebt, wordt je tolerant voor nieuwe denkers als Descartes en Spinoza. Als je geen krachtige artistieke tradities hebt, sta je open voor de experimenten van een Vermeer of een Rembrandt. En vooral: als je niet veel land hebt om voedsel te verbouwen, moet je wel iets anders bedenken om aan eten te komen, zoals handel drijven.’
Openheid als motor van vooruitgang
In Nederland is veel aandacht voor kolonialisme en slavernij, de donkere kant van de Gouden Eeuw.
‘Critici hebben een punt dat we moeten nadenken over de goede en de slechte dingen die we deden. Dat is iets dat ons superieur maakt aan een land als Rusland, dat niet kritisch kijkt naar het verleden. Het probleem is het soms wordt overdreven tot het punt dat alles slecht was en we er dus niks van kunnen leren. Dat is gevaarlijk, want het was niet slavernij of kolonialisme waarmee de Republiek zich onderscheidde. De Spanjaarden, de Portugezen en de Britten deden dat ook. De bloeitijd kwam er door een drang naar uitvindingen, innovatie en ondernemerschap. Dat maakte de Republiek bijzonder.’
Een andere reden voor succes was de tolerantie ten opzichte van immigranten. Dat is nu juist een heet hangijzer. Wat zegt dat?
‘Ik denk dat het een teken is van een mentaliteit van verval. Mensen zijn altijd een beetje wantrouwend tegenover het onbekende, maar immigranten waren een belangrijke reden dat het oude Rome of de VS opbloeiden. Die brachten talent, werklust, energie en ideeën mee. Tegenwoordig hebben we vooral het idee dat we oud aan het worden zijn. We zijn bang om te verliezen wat we hebben. Daarmee verliezen we ook de mentaliteit van: ‘kom op jongens, laten we bouwen aan iets nieuws en opwindends!’

Als grootmachten zich terugtrekken
Het verval van de bloeiperiodes die Norberg opvoert begint met angst. Naties die grenzen dichtgooien, tariefmuren opwerpen, zich terugtrekken achter de dijken, daarmee loopt het fout af. Soms grijpen ze zelfs in paniek terug op autoritaire leiders, zoals de Nederlanders deden in 1672. Bestuurder Johan de Wit, die zoveel voor de Republiek had betekend, werd gelyncht in Den Haag. Hij werd ingeruild voor een sterke man, de prins van Oranje. De religieuze tolerantie nam af en de onderzoekende, naar buiten gerichte houding verdween.
In het huidige westerse bloeitijdperk (geleid door Groot-Brittannië en daarna de VS) zijn volgens de Zweed ook tekenen van verval te zien. De Amerikanen lijken zich na een periode van openheid terug te trekken en tariefmuren op te trekken. De Amerikaanse president Donald Trump is een exponent van deze beweging.
Wat betekent de omslag in de Amerikaanse houding voor Europa?
‘Het feit dat hij niet één, maar twee keer werd gekozen is een duidelijk teken dat de VS klaar zijn met het bewaken van de wereldorde. Dat is deels vanwege een het gevoel dat Europa zich als een freerider heeft gedragen, maar het komt ook door de negatieve ervaringen in Irak en Afghanistan. We moeten er rekening mee houden dat de VS een minder betrouwbare bondgenoot zullen zijn en dat betekent dat wij in Europa de zaken op orde moet krijgen.’
Kan dat?
‘Ja, we hebben echt ontzettend veel in huis. Het lijkt soms wel of we een obsessie hebben voor intellectuele zelfkastijding. We hebben het voortdurend over hoe slecht we het doen vergeleken met de VS en China. En in sommige opzichten is dat zo, maar kijk van een afstand naar de EU en vooral de nieuwe lidstaten en je ziet dat we sinds 1990 bijna even snel zijn gegroeid als de VS. Neem Polen: toen ze toetraden zaten ze met hun economie op zo’n 30 procent van het EU-gemiddelde en nu zijn ze rijker dan Japan. Dus ook al is er veel te doen, er is hoop.’
Optimisme is een plicht, meent u.
‘Ja. Pessimisme is zó ongelooflijk gevaarlijk, want het werkt verlammend. Zo van: we zijn verloren, waarom zouden we nog moeite doen? Dus een zekere vorm van optimisme is nodig. Het hoeft geen ‘alles komt goed’-optimisme te zijn, maar wel het idee dat er een weg vooruit is en dat het kan lukken.’
Een van de praktische problemen die u aanstipt is dat veel Europese ondernemers naar de VS vertrekken. Wat kan Europa daartegen doen?
‘Je kan het aantrekkelijker maken voor ondernemers. Op conferenties in de VS raak ik geregeld in gesprek met ondernemers en dat zijn opvallend vaak Fransen of Denen. Die hadden best hier willen blijven, maar het probleem is dat het durfkapitaal daar zit. Wij hebben vooral de banken. Banken zijn prima, maar ze zijn van nature voorzichtig. Terwijl durfkapitalisten denken: de kans dat dit slaagt is 10 procent, maar als het lukt dan ben ik binnen. Wat het moeilijk maakt is dat de Europese kapitaalmarkt is opgedeeld. Overal hebben we afzonderlijke nationale toezichthouders die alles blokkeren en controleren. Daardoor kun je niet alle middelen bundelen.’
Gesloten markt remt ondernemers
De Europese markt is nog niet af, zegt u.
‘Ondernemers in de VS hebben meteen toegang tot een markt met 300 miljoen klanten. De Europese markt is groter, maar is vanwege interne barrières en regels veel geslotener. Dat is ook waar Mario Draghi op heeft gewezen (in zijn rapport over regelgeving, red.). Het IMF heeft uitgerekend dat de interne tarieven en regels zorgen voor een extra heffing van 45 procent op goederen en 110 procent op diensten. In vergelijking daarmee zijn Trumps handelstarieven een schijntje.’
U schrijft dat Europa ook meer ruimte moet geven aan buitenbeentjes en onruststokers. Wat bedoelt u daarmee?
‘Als je naar de geschiedenis van innovatie kijkt, zie je dat het meestal uit vreemde hoeken komt. Allemaal uitvindingen die we koesteren, van de computer tot de paraplu en de creditcard, werden aanvankelijk door de meeste mensen gezien als krankzinnig, onmogelijk of gevaarlijk. Zulke ideeën kunnen zich alleen bewijzen als we mogen experimenteren.’

China is de afgelopen decennia spectaculair gegroeid, zonder dat het open of tolerant is geworden. Is dat niet in tegenspraak met uw theorie?
‘Wat werkt in China zijn de sectoren waar de overheid concurrentie toestaat. Vooral op het terrein van AI, elektrische auto’s en batterijen is de competitie levendig en mogen ze van alles uitproberen. Op een vreemde manier geeft China daar dus ruimte aan buitenbeentjes en onruststokers en dat werkt. Maar aan de andere kant probeert president Xi Jinping de economie te controleren met interventies en subsidies. En dat zal op de lange termijn niet goed gaan. Daarom zie je nu al tekenen van stagnatie.’
Maar China deed het ook goed met AI.
Ja, maar waar kwam DeepSeek (een krachtig Chinees AI-model, red.) vandaan? Niet van een staatsbedrijf of een universiteit. Het werd ontwikkeld door een investeringsfonds dat het product was van een eerdere periode van deregulering. Dat is iets waar Xi eigenlijk vanaf wilde, maar na het succes van DeepSeek kwam hij erop terug. Als Xi zijn zin had gekregen, was het er nooit geweest. Dat is het gevaar van autoritaire figuren die zich bemoeien met de handel.’
Ondernemers zijn de motor van vooruitgang
Gelooft u eigenlijk dat ondernemers belangrijker zijn voor vooruitgang in de wereld dan regeringen of instituties?
‘Absoluut. We hebben onze politieke instellingen nodig en ons stelsel van regels. Het moet veilig, stabiel en voorspelbaar zijn. Maar het is niet de plek waar je spannende dingen of interessante technologieën kan verwachten. Dat gebeurt alleen als we miljoenen mensen de ruimte geven met hun creativiteit, hun lokale kennis en gekke ideeën. Dan zullen sommige daarvan de volgende superstart-ups worden die Europa kunnen redden.’
Wat is uw boodschap concreet voor Nederlandse ondernemers?
‘Ga door. Blijf een buitenbeentje en ga alsjeblieft niet weg uit Europa. Het leven is niet slecht hier, de scholen zijn goed, de koffie niet slecht. Ik weet dat het verleidelijk is om te vertrekken omdat Europa zijn huiswerk niet heeft gedaan. Ik weet ook dat je tijd schaars is en dat praten met politici en ambtenaren niet je favoriete bezigheid is, maar stuur af en toe een bericht naar jullie bestuurders met wat ze moeten doen om je te laten blijven. Want het is een boodschap die ze moeten horen.’
Wie is Johan Norberg?Johan Norberg (1973) is een Zweedse schrijver en commentator die het klassieke liberalisme verdedigt. Hij schreef meerdere boeken over globalisering, vrijhandel en menselijke vooruitgang, waaronder In Defense of Global Capitalism (2001) en Progress: Ten Reasons to Look Forward to the Future (2016). Zijn werk is in meer dan dertig landen vertaald. Norberg is senior fellow bij het Cato Institute, een Amerikaanse libertaire denktank die individuele vrijheid, vrijhandel en een kleine overheid promoot. In het Nederlands verscheen onder meer Hoe een open wereld ons verder brengt (en waarom we dat soms vergeten) (2021). Ook maakt hij documentaires.



