3 JUL, 2025 • Achtergrond
De arbeidsmarkt van de toekomst: zo maken we de juiste keuzes
Kunstmatige intelligentie is allang geen gimmick meer, maar een volwaardige collega in wording. Wat betekent dat voor werk, productiviteit en werkgeluk? Drie experts geven hun visie op de toekomst van werk.
Econoom Mathijs Bouman over productiviteit, technologie en kapitaal in de arbeidsmarkt van de toekomst
‘Als we het over de toekomst van de arbeidsmarkt hebben, is er één rode draad: vergrijzing. Dat is dé demografische megatrend van deze eeuw, zeker in Europa. We krijgen een samenleving waarin een steeds groter deel van de bevolking niet werkt, terwijl de zorgvraag toeneemt. Tegelijk willen we onze welvaart behouden. Dat lukt alleen als de arbeidsproductiviteit stijgt. Juist op dat cruciale moment hapert onze productiviteitsmachine.’
‘In de jaren zeventig groeide de productiviteit jaarlijks met drie à vier procent. Nu is dat amper een half procent. Daar zijn meerdere oorzaken voor. Nederland blinkt uit in sectoren die weinig productiviteitsgroei kennen: handel, zakelijke dienstverlening, zorg. De wet van Baumol speelt ook mee: naarmate sommige sectoren efficiënter worden, verschuift arbeid naar sectoren die dat niet worden. Tot slot: oudere werknemers dragen gemiddeld minder bij aan productiviteitsgroei, terwijl de beroepsbevolking relatief kleiner wordt. Die stagnerende productiviteit is een serieus probleem. Want we hebben de makkelijke meters al genomen. Onze arbeidsparticipatie is hoog. Vrouwen, migranten, ouderen doen volop mee. Nieuwe groepen zijn er nauwelijks meer. Willen we hetzelfde werk blijven doen met minder mensen, dan moet het efficiënter. Dat vraagt om een technologische sprong én om de wil om die breed te implementeren.’
‘De mogelijkheden zijn er: AI, robotisering, automatisering. AI lijkt zelfs precies op tijd te komen. Wat we nodig hebben is een technologie die productiviteit in de dienstensector verhoogt – en precies daar werkt het grootste deel van de beroepsbevolking. Denk aan een zelfdenkende computer die e-mails afhandelt, teksten genereert of routinetaken overneemt. Mits we het goed inzetten. Maar in Nederland benutten we deze kansen onvoldoende. We zijn goed in het uitvinden van technologie, maar te voorzichtig in het toepassen ervan. Strenge regels en een cultuur van voorzichtigheid belemmeren opschaling. En verdere ontwikkeling laten we vaak over aan andere landen.’
‘Vergrijzing dwingt tot technologische versnelling’
‘Een belangrijk deel van het probleem ligt bij ondernemers. Natuurlijk speelt regeldruk mee, maar het is niet de enige oorzaak. Ook ondernemers moeten risico durven nemen. Investeren in digitalisering, robotisering, slimmer werken – dat begint op de werkvloer.’
‘En daar wringt het. Nederland investeert structureel te weinig in innovatie. Niet uit onwil, maar door een tekort aan risicodragend kapitaal. Europa beschikt over enorme spaartegoeden, maar mist een goed functionerende kapitaalmarkt.’
‘Wat Europa nodig heeft is één geïntegreerde kapitaalmarkt, met uniforme regels. Een systeem waarin een bedrijf in Venlo net zo makkelijk investeerders aantrekt als een bedrijf in Parijs of Milaan. In de VS is dat vanzelfsprekend. In Europa is investeren ingewikkelder, omdat regels en rechtszekerheid per land verschillen. Daardoor trekken veel innovatieve bedrijven weg. Willen we technologie hier laten opgroeien, dan moet die kapitaalstructuur op de schop. Kijk tien tot vijftien jaar vooruit en je ziet een steeds krappere arbeidsmarkt.’
‘We moeten stoppen met denken in termen van ‘banen erbij’. Er zijn er al te weinig. Het gaat erom dat we schaarse arbeid inzetten waar de toegevoegde waarde het grootst is. Nederland mag daarin best meer durven kiezen. We hoeven niet krampachtig vast te houden aan sectoren waarin nauwelijks waarde wordt gecreëerd. Vleesverwerking, logistiek – verwacht er niet te veel van. Robotiseer het, of verhuis het. Zet mensen daar in waar ze het meest betekenen. De arbeidsmarkt van de toekomst vraagt om keuzes.’
‘Als we onze welvaart willen behouden, dan móeten we inzetten op productiviteit. Zonder stevige productiviteitsgroei redden we het niet. Technologische innovatie is geen nice-to-have, maar noodzaak. Daarvoor zijn regels nodig die innovatie mogelijk maken en belonen – én lef om te investeren. Niet alleen van de overheid, maar juist ook van ondernemers. Want wachten op een beleidsnota of subsidie is geen strategie. Zeker niet in een wereld waarin alles draait om snelheid.’
AI-expert Jarno Duursma over AI op de werkvloer en de verhouding tussen mens en computer
‘We staan aan het begin van een fundamentele verschuiving in de arbeidsmarkt door kunstmatige intelligentie. AI werkt. Het is al lang geen experiment meer, het is een nieuwe technologie die het doet en die blijft. In die zin is het net zo impactvol als het internet ooit was. En het bijzondere is: AI is met name goed in taken die nu door kenniswerkers worden uitgevoerd. Systemen kunnen typen, lezen, praten, schrijven, luisteren, redeneren, samenvatten, analyseren. Precies die dingen die mensen op kantoor doen.’
‘AI wordt uiteindelijk een hyperintelligente collega die alles heeft gelezen en onthoudt, en die net zo makkelijk uitleg geeft aan een kind als aan een expert. Wat dat betekent voor werk? We gaan uiteindelijk een digitale collega krijgen. Niet een tooltje of plug-in, maar een volwaardige, semi-autonome collega, die eerst ingewerkt moet worden, die je instructies geeft, en die daarna zelfstandig taken uitvoert. Je wordt als kenniswerker dus steeds meer een supervisor van AI-systemen.’
‘AI is geen experiment meer, het werkt echt’
‘De vraag is: wat ga je zelf nog doen, en wat laat je door AI doen? AI neemt inmiddels niet alleen het eenvoudige werk over, maar ook de middenmoot. Dus als je nergens bovengemiddeld goed in bent, loop je risico. Alleen wie AI slim inzet om beter te worden, of van zichzelf al uitblinkt, blijft overeind. Tegelijkertijd zie je dat software steeds autonomer wordt. Waar AI nu nog een co-piloot is, wordt het straks autopiloot. Het gevolg? Werkgevers hebben minder mensen nodig. Dit heeft grote gevolgen voor de arbeidsmarkt: werkgevers zullen in principe minder personeel nodig hebben om hetzelfde werk gedaan te krijgen.’
‘Toch hoeft dit niet automatisch tot banenverlies te leiden. Dat komt door de Jevons-paradox: wanneer je technologie iets goedkoper en toegankelijker maakt, gaan we het juist meer gebruiken. Denk aan autorijden: toen dat nog duur was, reden mensen minder. Maar nu de kosten zijn gedaald, leggen we juist meer kilometers af.’
‘Hetzelfde gebeurt met AI. Doordat deze technologie steeds laagdrempeliger en goedkoper wordt, wordt het ook ingezet voor taken waarvoor we eerder geen tijd of middelen hadden. Vooruitstrevende werkgevers kunnen hun bestaande medewerkers laten werken met AI en hen inzetten voor werkzaamheden die tot nu toe bleven liggen. Volledig nieuwe verdienmodellen kunnen zo ontplooid worden. Bestaand werk kan tegen een scherpe prijs in de markt gezet worden en er kunnen nieuwe klanten aangetrokken worden.’
‘Allemaal ontwikkelingen waardoor er juist meer werk bij komt. Maar dan is het wel belangrijk dat werkgevers snel handelen. First movers advantage pakken is cruciaal. Je moet niet gaan wachten totdat je concurrent dat voordeel pakt. Voor werkgevers is de oproep duidelijk: het klassieke uurtje-factuurtje-model gaat verdwijnen. Klanten verwachten dat jij de efficiëntiewinst door AI niet alleen in eigen zak steekt, maar ook indirect met hen deelt door je tarief bij te stellen. Als een developer met AI iets in 18 uur kan doen in plaats van 36, dan moet je als ondernemer nadenken: hoe benut ik die tijdwinst? Ontsla ik mensen? Of benut ik die tijd voor nieuwe klanten of producten?’
‘Maar wees geen amorele werkgever die alleen meer winst uit mensen wil persen. Ga het gesprek aan: wat maakt werk betekenisvol? Hoe zorgen we ervoor dat medewerkers niet alleen taken doen die AI nog net niet kan? Hoe behoud je betekenisvol werk voor je medewerkers? Want personeelsschaarste blijft de komende jaren. Voor werknemers geldt: ontwikkel jezelf. Kijk kritisch naar je werk. Welke taken kunnen worden overgenomen? En waar zit je toegevoegde waarde? Ga daarbovenop zitten. Gebruik AI om sneller, beter, creatiever te worden. Zorg dat je bij de top tien procent hoort in wat jij doet. Dan word je onverslaanbaar. Dat vraagt niet alleen om vaardigheden, maar ook om lef en nieuwsgierigheid. We gaan niet terug naar een pre-AI tijdperk. De digitale collega komt eraan. En of dat over twee, vijf of zeven jaar is, maakt niet uit. Het is een realiteit waar we nu al op moeten anticiperen. Met andere woorden: of AI je collega wordt, of je juist vervangt, dat bepaal je gedeeltelijk zelf. Nu al!’
Hoogleraar ‘Economics of Well-being’ Milena Nikolova over betekenisvol werk in een digitale wereld
‘We moeten de invloed van technologische innovatie op werk serieus nemen. Niet omdat technologie werk zou wegvagen – daar maak ik me niet zo’n zorgen over. Robotisering in fabrieken heeft in Europa niet geleid tot massale werkloosheid. Net als eerdere technologische doorbraken zal AI ook nieuw werk creëren. De echte vraag is: wat is de kwaliteit van het werk dat overblijft, en wie profiteert daarvan? In mijn vakgebied kijken we niet alleen naar werk als bron van inkomen, maar ook als bron van zingeving.’
‘Werk draagt bij aan ons geluksgevoel, en betekenisvol werk is een van de beste voorspellers van werkgeluk. Mensen willen het gevoel hebben dat hun werk ertoe doet – voor henzelf én voor de samenleving. Betekenis wordt niet door de functie bepaald, maar door de beleving. De ene arts voelt zich vervuld, de andere uitgeput. De ene schoonmaker zegt: ‘Ik help iemand op de maan te zetten,’ de ander: ‘Ik dweil de vloer.’ ‘Wat telt, is de match tussen werkcondities en psychologische behoeften. Ons onderzoek wijst drie factoren aan die betekenisvol werk bepalen: autonomie, groeimogelijkheden en verbondenheid. Kun je keuzes maken in je werk? Leer je iets nieuws? Voel je je verbonden met collega’s? Juist daarom zijn AI en robotisering spannend. Ze veranderen fundamenteel hoe werk is georganiseerd. Industriële robots nemen routinetaken over. Wat resteert, zijn vaak monotone, minder sociale en weinig uitdagende taken. Dat maakt werk minder betekenisvol.’
‘AI is anders. Voor het eerst overlapt technologie met de taken van hoogopgeleiden. Dat lijkt nivellering – ook ‘kenniswerk’ komt in het vizier. Maar zo simpel is het niet. Niet iedereen wordt even hard geraakt. Het hangt van één cruciale vraag af: is AI een aanvulling op je werk, of een vervanging? Dat onderscheid is wezenlijk. Als AI je werk overneemt, blijf je achter met resttaken: saaier, minder sociaal, minder uitdagend. Maar wie AI inzet als versterking – de chirurg die sneller diagnoses stelt, de rechter die teksten laat samenvatten – behoudt zijn vak, en wordt productiever. Het risico is dat wie al sterk staat, er nóg sterker van wordt. In experimenten blijkt: AI helpt vooral mensen met veel kennis en ervaring. Wie minder vaardigheden heeft, profiteert minder.’
‘De toekomst van werk draait om leren, leren, leren’
‘AI kan bestaande ongelijkheid versterken. Of dat ook echt gebeurt, hangt af van hoe AI wordt ingevoerd. Wordt het in overleg met werknemers toegepast, mét investeringen in training, dan kan het werk juist verrijken. AI kan saaie taken overnemen, zodat mensen zich richten op wat écht menselijk is: empathie, oordeelsvermogen, samenwerking. Maar als het alleen efficiëntie dient, en mensen achterblijven met ‘de restjes’, dan schaadt het motivatie en werkplezier.’
‘Daarom is democratische invoering van technologie cruciaal. Geef werknemers inspraak. Investeer in leven lang leren. Help mensen zich aan te passen, nieuwe vaardigheden op te doen – niet alleen jongeren, maar iedereen. ‘Leren leren’ is dé manier om relevant te blijven. En het mooie is: leren maakt ook gelukkig. Mensen die nieuwsgierig blijven en hun ontwikkeling zien als investering, zijn gemotiveerder, gelukkiger én waardevoller voor de arbeidsmarkt. Beleidsmakers en werkgevers moeten dat actief ondersteunen. Zeker in een tijd waarin we niet weten welke banen over tien jaar bestaan. Zestig procent van de huidige beroepen bestond in 1940 nog niet. Data-analisten, UX-designers, influencers – die had je toen niet kunnen verzinnen. De vraag is dus: wat voor werk komt ervoor in de plaats? Als dat werk is zonder maatschappelijke waarde, komen we er bekaaid vanaf. Maar als het werk is waarin mensen kunnen groeien, dan is deze technologische revolutie ook een kans. Daarom moeten we ook opnieuw nadenken over wat ‘werk’ is. Zorg, vrijwilligerswerk, creatief werk: dat zijn óók manieren om bij te dragen aan de samenleving. Alleen worden ze vaak niet als volwaardig erkend omdat ze onbetaald zijn. Misschien moeten we die definitie oprekken. Want in de toekomst draait werk niet alleen om efficiëntie, maar vooral om menselijke waarde.’
Niet later, maar nu: werk in transitieJarno, Mathijs en Milena zijn het roerend eens: de arbeidsmarkt staat niet aan de vooravond van verandering – die is al volop aan de gang. AI is niet langer sciencefiction, maar een concrete realiteit. Robotisering en digitalisering zijn al in gang gezet en zullen steeds meer taken overnemen, niet alleen in fabrieken, maar ook op kantoor. Tegelijkertijd staat Nederland onder druk van demografische ontwikkelingen: de beroepsbevolking krimpt, de zorgvraag stijgt, en onze productiviteitsmotor hapert. Willen we onze welvaart behouden én zorgen voor zinvol werk, dan moeten we de arbeidsmarkt heruitvinden. Alle drie wijzen op het belang van technologie, maar ze onderstrepen ook dat technologie geen neutrale kracht is. Hoe we AI en automatisering inzetten, maakt het verschil tussen een samenleving met meer werkgeluk en meer gelijkheid, of een waarin ongelijkheid verdiept en betekenisvol werk afbrokkelt. Technologie kan werk verrijken, maar ook verschralen. Ze kan kansen creëren, maar ook groepen mensen structureel buitensluiten. De rode draad is dus helder: het is tijd voor actie. Niet alleen op individueel niveau, maar juist ook op systeemniveau. Werkgevers moeten technologie invoeren in samenspraak met hun medewerkers. Beleidsmakers moeten barrières voor innovatie verlagen én investeren in breed toegankelijke scholing. En als samenleving moeten we opnieuw definiëren wat we onder ‘werk’ verstaan. De arbeidsmarkt van de toekomst is hier. Wie durft te kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit, voor betekenis boven efficiëntie, en voor samenwerking tussen mens en machine, bouwt aan een economie die sterker én menselijker is.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.