29 SEP, 2025 • Europees nieuws

Een goed begrip van Europa, ook in campagnetijd

De campagne voor de Nederlandse verkiezingen is vol losgebarsten. De meeste politieke partijen lijken het eens dat we voor grote uitdagingen staan, maar de ideeën over de oplossingen lopen behoorlijk uiteen. Veel van de uitdagingen waar we voor staan (weerbaarheid, inflatie, migratie, klimaatverandering, etc.) hebben een belangrijke internationale component. Veel verkiezingsprogramma’s lijken echter het beeld te schetsen dat we ook deze uitdagingen binnen de landsgrenzen kunnen oplossen. Toch zal ook Europees beleid hard nodig zijn. Een goed begrip van Europa is dan nodig, dat geldt ook in campagnetijd. Daarom is het goed nog eens stil te staan bij een paar aspecten.

De discussie dat Nederland een “nettobetaler” zou zijn aan de Europese Unie is een hardnekkig element in de Nederlandse discussie, maar vertroebelt het debat. Het idee gaat uit van een verkeerde en te beperkte boekhoudkundige redenering: er wordt enkel gekeken naar kale geldstromen, wat Nederland rechtstreeks in de EU-begroting stort en wat er in de vorm van subsidies en fondsen terugkomt. Maar dat is maar een heel beperkt deel van hoe de Europese Unie werkt en hoe Nederland baat bij haar lidmaatschap heeft.

De echt grote baten van het EU-lidmaatschap zitten bijvoorbeeld in de deelname aan de Interne Markt en de handelsakkoorden met derde landen die de EU afsluit. Voor een exportland dat bijna 40% van zijn bbp verdient met handel binnen de EU is dat simpelweg van onschatbare waarde. Die baten worden echter in geen enkel overzicht van ‘netto contributies’ meegenomen. Uit onderzoek van het CPB blijkt dat het Nederlandse bbp bij de meest conservatieve berekening structureel circa 3,1 % groter is vanwege de handelsbaten van de EU-interne markt, terwijl de nettobetalerpositie slechts 0,4% negatief is.

Een tweede element dat we vaak horen is dat we iets ‘moeten van Brussel’. Vaak komt deze redenatie kijken bij het invoeren van onpopulaire maatregelen of dit nou natuurwetgeving is of het beperken van CO2 uitstoot. Dit geeft een slecht beeld van Europese besluitvorming en gaat voorbij aan het subsidiariteitsprincipe.

Er wordt slechts Europees beleid gemaakt op beleidsterreinen waar de lidstaten bevoegdheden overgedragen hebben aan de Europese Unie. Het subsidiariteitsprincipe schrijft voor dat we in de regel alleen dingen op Europees niveau regelen als dat een duidelijke toegevoegde waarde heeft. Volledige overdracht van bevoegdheden vindt slechts plaats op onderwerpen waar simpelweg geen andere weg is om dit te bewerkstelligen dan door centraal beleid. Denk bijvoorbeeld aan een gezamenlijk munt, de interne markt of het externe handelsbeleid.

Europees beleid moet uiteindelijk tot een oplossing komen die voor alle lidstaten werkt.  In het proces om daartoe te komen is Nederland op allerlei manieren vertegenwoordigd en betrokken via bewindspersonen, ambtenaren, diplomaten, Europarlementariërs en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.

Door te zorgen dat wij als Nederland goede mensen leveren aan de Europese instituten en Europese brancheverenigingen, verbeteren we onze toegang tot het Europese speelveld en bevorderen we de kennisuitwisseling. Je haalt nog meer uit Europa door actief deel te nemen.

Het is hierbij ook belangrijk om te realiseren dat Europa niet stilstaat als de nationale politiek van een lidstaat niet tot besluiten kan komen. Europese processen volgen hun eigen vijfjaarlijkse cyclus.

Europa is groot en complex, maar ontzettend belangrijk voor onze lange termijn welvaart. Om dit ten volste te kunnen benutten is een goed begrip van de Europese besluitvorming nodig. En een lange termijn visie plus een actieve betrokkenheid. Europa stelt ons in staat dingen te bereiken die ons als individueel land niet waren gelukt. Daarom moet het de politieke aandacht krijgen die het verdient.

europainternationale handelverkiezingen