Telefoonpaniek! Gelukkig schieten de mannen van PTT Telecom te hulp

23-11-2017

Je moet er toch niet aan denken, telefoonstoring! Ook in 1936 kon dat voor problemen zorgen. Maar gelukkig zijn de mannen van de storingsdienst van PTT Telecom niet bang voor kou, vieze handen en een nat pak. In de serie Overlevers Koninklijke KPN.

 

Met z’n zevenen proberen ze het probleem op te lossen, de mannen van PTT Telecom. Vijf man binnen, en twee man buiten het tentje. Ze hebben er maar een gaslampje bij gepakt, want het is buiten aardedonker. Of het zin heeft om met zoveel mensen naar een bundel met kabels te kijken? Wie zal het zeggen. Echt aangenaam zal het in elk geval niet zijn. De mantels van de mannen zijn kleddernat en hun schoenen zijn vies van de modder. Een van hen test het toestel om te zien of er al schot in de zaak zit.

 

Dienstpantoffels en stemtrainingen

De eerste proef om met telefoonhoorns spraak over te brengen is in 1877 in Den Haag. Het postkantoor aan de Parkstraat wordt verbonden met het Binnenhof. Vier jaar later wordt op de Dam in Amsterdam op de zolder van sociëteit ‘De Groote Club’ het eerste openbare telefoonnetwerk van Nederland in gebruik genomen. Maar liefst 49 abonnees kunnen met elkaar worden doorverbonden. Eigenaar is de Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij. Voor de eerste 190 abonnees is het abonnementsgeld 200 gulden. Het zijn vooral bankiers, effectenhandelaren, zakenlui, drukkers en een aantal winkeliers.

Voor de privatisering is KPN nog het staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT). Cabaretier Wim Kan spreekt in zijn oudejaarsconference van 1973 gekscherend over de afkorting voor ‘Putje graven, Tentje zetten, Tukkie doen'. Een verwijzing naar de langdurige grondwerkzaamheden van de PTT-technici. Maar uiteraard staat de tent er om de kabels en de lassers droog te houden.

Er wordt zelfs een telefoongids uitgegeven, maar die is alleen in te zien bij de telefooncentrale of op het postkantoor. Het aantal abonnees neemt snel toe en de centrales moeten worden uitgebreid. Sommige gemeentes hebben een telefoonzaal met wel 20 telefonistes. Dienstpantoffels en speciale stemtrainingen moeten voorkomen dat de abonnees te veel overlast hebben van de drukte in de telefoonzaal.

 

PTT Telecom wordt KPN

Maar niet iedereen is blij met de ontwikkelingen. Er komen klachten over de manier waarop particuliere exploitanten de lokale netten beheren. Zo lopen bijvoorbeeld grote hoeveelheden koperen draden als een wirwar door de lucht. Dat is een van de redenen dat de overheid eigenaar wordt van de telefoonnetten. Het latere onderdeel PTT Telecom gaat in 1989 zelfstandig verder als Koninklijke KPN.

 

Bekijk dit geweldige filmpje eens over de geschiedenis van de Nederlandse telefonie