16 JUL, 2025 • Achtergrond
Handelsverdragen: 6 hardnekkige misverstanden ontkracht
In een wereld die steeds meer onder druk staat door geopolitieke spanningen, schaarste aan grondstoffen en dreigende handelsoorlogen, zijn handelsverdragen belangrijker dan ooit. Voor Nederland, een open economie waarin circa 30 procent van het bruto binnenlands product in het buitenland wordt verdiend, zijn deze verdragen essentieel. Ze zorgen niet alleen voor economische groei, maar ook voor geopolitieke weerbaarheid.
Via handelsakkoorden bouwen we langdurige economische relaties op die minder kwetsbaar zijn voor politieke chantage of plotselinge marktverstoringen. Denk aan toegang tot grondstoffen buiten China of Rusland om, of leveringszekerheid bij voedsel, energie of medicijnen. Best nuttig dus, die handelsverdragen. Toch wekken ze bij veel mensen zorgen en weerstand op. Die zorgen zijn vaak begrijpelijk en in bepaalde gevallen terecht, maar veel tegenstand berust op hardnekkige misverstanden. Dat is zonde, want dat belemmert een open discussie over wat handelsverdragen werkelijk doen en waarom we ze nodig hebben. Wij ontkrachtten zes van die misvattingen. En leggen we uit hoe het echt zit.
Misverstand 1: ‘Handelsverdragen zijn niet nodig om internationaal te handelen’
Het klopt dat landen zonder handelsverdragen kunnen exporteren en importeren. De Wereldhandelsorganisatie biedt een basisset aan spelregels voor internationale handel. Maar dat betekent niet dat handel zonder verdragen soepel verloopt. Integendeel.
Zonder handelsverdragen bestaan geen duidelijke afspraken zijn over hoe handel tussen landen plaatsvindt. Dat leidt tot allerlei praktische en juridische obstakels voor bedrijven. Die krijgen te maken met invoerheffingen en douaneprocedures, en genieten geen juridische bescherming in het geval van een handelsconflict.
In handelsverdragen worden duidelijke spelregels voor handel tussen landen. Ze regelen tal van zaken die het ondernemersklimaat verbeteren: ze verlagen importtarieven, vereenvoudigen douaneprocedures, harmoniseren technische standaarden en bieden rechtszekerheid voor ondernemers.
Zonder zulke afspraken blijven bedrijven achter met onzekerheid, hogere kosten en meer risico. Voor sommige producten of sectoren kan dat het verschil betekenen tussen toegang tot een markt of uitsluiting ervan.
Voor Nederlandse bedrijven in sectoren als landbouw, tech en logistiek zijn handelsverdragen dus geen luxe, maar een voorwaarde om internationaal te concurreren.
Misverstand 2: ‘Nederland kan zelfstandig handelsverdragen afsluiten’
Het idee leeft dat Nederland eigen verdragen zou kunnen afsluiten. Dat klopt niet. Als EU-lidstaat neemt Nederland deel aan het gezamenlijke handelsbeleid van de Europese Unie. Dat betekent dat handelsverdragen namens de hele EU worden gesloten, niet door afzonderlijke lidstaten.
Nederland zit uiteraard aan tafel in Brussel, via de minister van Buitenlandse Handel en de Europese Raad. We hebben invloed op het onderhandelingsmandaat, op de inhoud van verdragen en op de uiteindelijke goedkeuring ervan via het Europees Parlement en de nationale parlementen. Maar zelfstandig bilaterale verdragen sluiten met bijvoorbeeld de VS of China kan niet. Dat is een exclusieve bevoegdheid van de EU.
Dat heeft nadelen, want we moeten soms compromissen sluiten. Maar het heeft ook grote voordelen. De EU is als handelsblok van een half miljard consumenten een wereldmacht. Daardoor kunnen we sterkere afspraken afdwingen over duurzaamheid, voedselveiligheid, kwaliteitsstandaarden en arbeidsrechten dan wanneer Nederland zelfstandig verdragen zou uit onderhandelen.
Europees handelsbeleid betekent een zeker verlies van nationale autonomie. Onze handelsverdragen zijn dus niet puur Nederlands beleid, maar zijn wel degelijk in Nederlands belang. Het is een strategisch Europees instrument dat Nederland directe voordelen oplevert, omdat het leunt op Europese onderhandelingskracht en waarden.
Misverstand 3: ‘Handelsverdragen kosten banen’
Een veelgehoorde zorg is dat handelsakkoorden leiden tot banenverlies, doordat bedrijven hun productie verplaatsen naar lagelonenlanden. Hoewel sommige sectoren concurrentiedruk ervaren, toont onderzoek naar de effecten van de CETA- en TTIP-verdragen aan dat handelsverdragen per saldo juist extra werkgelegenheid kunnen opleveren, mits arbeidszekerheid in het verdrag wordt gewaarborgd. Met name in sectoren als landbouw, logistiek, industrie en zakelijke dienstverlening ontstaan extra banen, mede door verhoogde export en internationale investeringen.
Wel is het zo dat de voordelen ongelijk verdeeld kunnen zijn. Bepaalde sectoren staan onder druk, bijvoorbeeld als concurrentie uit het buitenland toeneemt. Daarom is het cruciaal dat handelsbeleid gepaard gaat met gericht sociaal beleid, zoals ondersteuning voor getroffen beroepsgroepen. Maar dat zegt iets over de verdeling van de baten, niet over het principe van het verdrag zelf.
Zonder handel verliezen we economische dynamiek, investeringen en internationale kansen. En juist dát zou de werkgelegenheid op de lange termijn pas echt ondermijnen.
Misverstand 4: ‘We worden overspoeld met goedkope landbouwproducten’
Boeren vrezen dat handelsverdragen de Europese markt openstellen voor goedkope en inferieure producten uit het buitenland, zoals rundvlees uit Zuid-Amerika of graan en plofkippen uit Canada. Hoewel die zorg begrijpelijk is, klopt het beeld van een ongecontroleerde importstroom niet.
Vrijwel elk handelsverdrag bevat quota, importlimieten en sanitaire eisen die importstromen beperken en kwaliteitsnormen garanderen. Het EU-Mercosur-akkoord, bijvoorbeeld, staat slechts een beperkt volume Zuid-Amerikaans rundvlees toe, onder hoge eisen op het gebied van voedselveiligheid, herkomst en duurzaamheid. Daarnaast behouden Europese landen het recht om producten te weigeren die niet aan Europese voedselveiligheids- en dierenwelzijnsnormen vallen.
Bovendien krijgen Europese landbouwexporteurs in ruil toegang tot groeimarkten. Nederlandse zuivel, zaden, verwerkte voeding en agrarische technologie doen het goed in partnerlanden dankzij handelsafspraken. De landbouw wordt dus niet alleen beschermd, maar juist ook gepositioneerd als internationaal sterke sector.
De vrees voor oneerlijke concurrentie verdient serieuze aandacht, maar de claim dat onze markt wordt overspoeld houdt feitelijk geen stand.
Spanningen met de VS – wat is er aan de hand?De handelsrelatie tussen de EU en de VS staat onder druk, vooral door de nieuwe handelskoers van president Trump. Hij ziet het Amerikaanse handelstekort met Europa als bewijs van een oneerlijke handelsrelatie.
Trump stelt dat de Europese voedselveiligheids- en duurzaamheidsregels, zoals het verbod op chloorgewassen kip of rundvlees met groeihormonen, Amerikaanse export belemmeren. Trump noemt dit oneerlijke handelsbelemmeringen en dreigt net als tijdens zijn vorige termijn met importheffingen op Europese producten als auto’s, staal en landbouwgoederen.
De EU wijst erop dat haar veiligheidsregels gebaseerd zijn op wetenschappelijke standaarden en consumentenbescherming, en dat de handelsrelatie in totaal wél wederzijds voordelig is. Maar de vrees is dat een hernieuwde Trump-regering opnieuw voor een harde confrontatie zal kiezen.
De spanningen onderstrepen het belang van handelsverdragen: ze zorgen voor voorspelbaarheid, voorkomen eenzijdige handelsmaatregelen en bieden een juridische basis om conflicten op te lossen.
Misverstand 5: ‘Handelsverdragen zijn slecht voor het milieu’
Vrijhandel kan, zonder randvoorwaarden, druk zetten op het milieu. Er is meer transport, intensievere productie en een hogere druk op natuurlijke hulpbronnen. Maar het idee dat handelsverdragen per definitie slecht zijn voor duurzaamheid, klopt niet meer in het tijdperk van moderne, geïntegreerde handelsakkoorden.
Europese handelsverdragen bevatten juist bindende afspraken over duurzaamheid. Denk aan het EU-Mercosur-akkoord, waarin milieubescherming, bosbehoud en het naleven van het Klimaatakkoord van Parijs juridisch zijn vastgelegd. Of aan CETA, het verdrag met Canada, dat expliciete hoofdstukken bevat over arbeidsrechten, milieuregels en burgerparticipatie.
Niet alle clausules zijn juridische even hard afdwingbaar. Maar ze vormen wel een instrument om normen te exporteren en dialoog af te dwingen. Ook bedrijven met sterke ESG-profielen (een meetmethode die wordt gebruikt om de prestaties van een bedrijf op het gebied van Environmental, Social en Governance te meten) profiteren hiervan: zij kunnen zich onderscheiden op duurzaamheid in markten waar dat verdragstechnisch wordt erkend of zelfs bevoordeeld.
In plaats van de deur naar verduurzaming dicht te gooien, moeten we handelsverdragen benutten als hefboom om eerlijke, schone en verantwoorde handel te stimuleren.
Misverstand 6: ‘Handelsverdragen maken Nederland afhankelijker’
In een tijd van geopolitieke onzekerheid klinkt de roep om minder afhankelijk te zijn van het buitenland. Toch geldt juist het omgekeerde: zonder handelsverdragen wordt Nederland kwetsbaarder. Verdragen zorgen juist voor gespreide afhankelijkheid, wat de economische en geopolitieke weerbaarheid van Nederland versterkt.
Zonder handelsverdragen zijn we voor essentiële grondstoffen, technologie of voedselvoorziening vaak aangewezen op een klein aantal landen. Dat maakt ons kwetsbaar voor politieke druk of plotselinge marktverstoringen. Handelsakkoorden met meerdere regio’s en continenten geven ons toegang tot alternatieve leveranciers en markten. Zo bouwen we buffers in tegen verstoringen, sancties of handelsbeperkingen.
De Europese Unie speelt hierin een centrale rol. Denk aan het recente handelsakkoord met Chili, dat ons betere toegang geeft tot lithium: essentieel voor accu’s en de energietransitie. Of aan afspraken met Afrikaanse landen over landbouwproducten en waterstof. Door relaties juridisch te verankeren in verdragen, creëren we langetermijnzekerheid, ook op het vlak van leveringszekerheid.
Kortom, handelsverdragen maken ons niet afhankelijker, ze zorgen voor risicospreiding. En dat is precies wat een klein handelsland als Nederland nodig heeft.
Tijd voor een feitelijke kijk op handelsverdragen
Het publieke debat over handelsverdragen raakt gevoelige thema’s: van voedselveiligheid en duurzaamheid tot banen en strategische autonomie. Maar veel zorgen die hierin klinken, berusten op misverstanden of halve waarheden. Dat is zonde, want het belemmert een heldere discussie over wat handelsverdragen wel en niet doen.
Hoewel handel zonder verdragen in theorie mogelijk is, maken handelsverdragen het eenvoudiger, transparanter en eerlijker. Ze helpen om afhankelijkheden te spreiden en onze economische weerbaarheid te vergroten. En hoewel ongeremde vrijhandel zeker negatieve bij-effecten kent voor mens planeet, worden er binnen verdragen juist steeds vaker bindende afspraken gemaakt over milieu, mensenrechten en arbeidsomstandigheden, afspraken die zonder verdrag simpelweg niet op tafel zouden liggen. Maar het alternatief, een wereld zonder afspraken, is een wereld met meer onzekerheid, hogere kosten en minder invloed.
Handelsverdragen zijn geen tovermiddel, maar ook geen bedreiging. Ze zijn een instrument: krachtig, maar afhankelijk van hoe je ze inzet. Nederland handelt bovendien niet alleen. Onze handelsverdragen zijn Europees beleid, en dat is een kracht, geen zwakte. Het geeft ons schaal, invloed en de mogelijkheid om samen met andere lidstaten de spelregels van de wereldhandel mee te bepalen.
Voor een land dat van handel leeft, ligt de toekomst niet in afsluiting van de buitenwereld, maar in samenwerking. Laten we dus de feiten van de fabels blijven scheiden, en handelsverdragen beoordelen op inhoud, niet op sentiment.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.