20 MEI, 2025 • Interview

Rem Korteweg: ‘Voor onze welvaart hebben we handelsakkoorden nodig’

Deze zomer besluiten de EU-lidstaten over het Mercosur-handelsverdrag. In Den Haag groeit de steun, mede door de verslechterde relatie met de VS. Handelsexpert Rem Korteweg (Clingendael) benadrukt dat zulke akkoorden cruciaal zijn voor zowel economische groei als geopolitieke positie. Ze maken Europa minder afhankelijk van instabiele regio’s, maar het debat verzandt vaak in emoties en desinformatie.

Meneer Korteweg, wat is volgens u het grootste misverstand over handelsverdragen?
‘In het debat over handelsakkoorden staan we vaak onvoldoende stil bij de voordelen. Dat is mijn grootste zorg. De discussie wordt vaak gekaapt door angstverhalen: denk aan de beruchte chloorkip of Canadese melk in de supermarkt, terwijl zulke claims vaak simpelweg niet kloppen. Desinformatie speelt een grote rol. Handelsakkoorden zijn nodig om strategische relaties op te bouwen. Als we het Mercosur-akkoord afwijzen, bestaat het risico dat landen als Brazilië en Argentinië zich meer op China gaan richten. Dat zou Europa verzwakken.’

U zegt: handelsakkoorden zijn ook geopolitieke instrumenten. Hoe bedoelt u dat?
‘Ja. We zijn, ook in Nederland, te veel gaan geloven dat de wereld ‘af’ is, zoals Francis Fukuyama beschreef in zijn boek The End of History. Maar dat we vanaf het eind van de Koude Oorlog in relatieve rust handel hebben kunnen drijven, was vrij uniek. We moeten opnieuw leren dat handelsstromen, geopolitiek en machts­politiek samenkomen. In Nederland moeten we meer praten over wat we nodig hebben voor het verdienvermogen, het concurrentievermogen en de innovatiekracht van Nederland. Met wie ga je een handelsakkoord aan, waardoor je minder afhankelijk wordt of meer weerbaar in de nieuwe wereldverhoudingen? Waar zitten kansen voor bedrijven? Landen als Frankrijk, Japan, Zuid-Korea en Singapore doen dat al veel natuurlijker en al veel langer.’

Wat doen landen als Japan beter?
‘Japan is weliswaar nog steeds kwetsbaar door invoer van kritische grondstoffen vanuit China, maar het land heeft in de loop van de jaren wel veel gedaan om die afhankelijkheid te verminderen. Aanleiding is het conflict over eilanden in de Oost-Chinese zee, waar China zei: ‘Geen zeldzame aardmetalen meer voor jullie’. Japan is toen met het bedrijfsleven op zoek gegaan naar grondstoffen voor hun maakindustrie. Ze hebben ontwikkelingssamenwerking ingezet om te kijken of in Afrika mijnbouw mogelijk was. Ze hebben hun diplomatie helemaal in dienst van dat doel gesteld, maar ook het onderwijssysteem gestimuleerd om onderzoek te blijven doen naar basismaterialen en recycling. Op het gebied van recycling van kritieke grondstoffen zijn de Japanners veel verder dan wij. Uiteindelijk heeft de Japanse overheid ook industrie­politiek gevoerd, om die grondstoffen niet alleen te winnen, maar ook zelf te verwerken tot halffabricaten voor de eigen industrie. Dat is bijna planeconomie. Nederland gaat dit momenteel te ver. Dan zeg ik: zoek dan naar een model dat werkt en past bij je eigen cultuur, je eigen landschap.
Wat ook meespeelt, is dat handelsakkoorden vanuit Brussel worden uitonderhandeld. Soms is dat lastig omdat de maatschappelijke discussie dan gaat over de vraag of Nederland aan een akkoord moet deelnemen, terwijl dat op Europees niveau wordt besloten. Die kloof overbruggen, dat lijkt me een fantastische uitdaging. Wij moeten het hebben over de kansen die het onze economie biedt. Bedrijven moeten zich daarbij ook meer uitspreken over de grote voordelen van handelsverdragen.’

Interview Rem Korteweg, foto Sam Rentmeester

‘We praten te weinig over de voordelen van handel’, zegt handelsexpert Rem Korteweg

Bedrijven bepalen toch niet hoe landen met elkaar omgaan?
‘Nee, maar multinationals hebben zeker geopolitieke invloed. Het maakt uit met welke landen ASML zaken doet of niet. Vanuit Amerika wordt nu druk uitgeoefend op ASML om geen zaken met China te doen. Als bijvoorbeeld Shell, Exxon Mobil of Total grote projecten doen in bepaalde landen, dan leidt dat tot nieuwe verknopingen tussen die landen en de VS, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk of Nederland.’

Wat verwacht u van bedrijven?
‘Dat ze letten op veranderende verhoudingen. Ik noem graag het voorbeeld van de Australische wijnboeren. Zij werden geraakt door Chinese handelsrestricties, omdat de Australische overheid klaagde dat de Chinese overheid geen openheid gaf over het covid-virus. Toen kwam Australische wijn niet meer gemakkelijk de Chinese markt op. De wijnboeren hebben vervolgens heel slim gebruik kunnen maken van bestaande handelsafspraken of nieuwe akkoorden om die wijn op andere markten af te zetten. Daarom zie je de afgelopen vier jaar meer Australische wijn bij Nederlandse slijters. Dus hoop niet dat alles vanzelf weer goed komt, ga op zoek naar andere opties. Je moet flexibel zijn en je kunnen aanpassen op wat er op het wereldtoneel gebeurt. Houd rekening met hoge grondstofprijzen, met spionage, cybercrime, met sancties en tarieven.’

De band met Amerika is veranderd. Waar staan we nu?
‘We komen uit een periode waarin Amerika zonder meer de dominante economische, militaire en diplomatieke mogendheid was. Nu vormt zich een nieuw systeem met China als grotere speler, Europa dat veel meer een zelfstandige eenheid is, de opkomst van Brazilië, India. En dat zet de globalisering – de verknooptheid tussen bedrijven, overheden en personen – zoals we die kenden onder druk. Landen maken zich steeds meer zorgen of ze misschien te afhankelijk geworden zijn van anderen die hun macht ook proberen uit te oefenen door die handels­ketens. Neem een Rusland met aardgas of China waar heel veel Europese en Amerikaanse bedrijven van afhankelijk zijn.’

We waren dicht bij een handelsakkoord met de VS, de TTIP. Had de wereld er anders uitgezien als dat akkoord er was gekomen?
‘Dat denk ik wel. Het is jammer dat TTIP er niet is gekomen, want dan hadden we bijvoorbeeld met Joe Biden een gesprek aan kunnen gaan over de subsidies die Amerika gaf aan de eigen groene tech-industrie, de Inflation Reduction Act. En we hadden ook makkelijker het gesprek kunnen voeren over de tarieven die Trump nu heeft ingesteld.’
‘De protesten tegen TTIP kwamen uit verschillende Europese landen. Die tegenbeweging zag je niet toen de Europese Unie een vrijhandelsakkoord sloot met Vietnam of met Singapore of met Nieuw-Zeeland of met Chili. Het heeft deels te maken met anti-amerikanisme. Het gevoel van ‘wat moeten we met de VS?’. En de angst dat de EU bij zo’n grote partij niet alle eisen ingewilligd gaat krijgen. Dat we onder de voet worden gelopen. Dat we misschien ook wel het een en ander zouden moeten accepteren van de Amerikanen.’

TTIP strandde deels op zulke gevoelens. Gaan strategische argumenten het nu winnen van de onderbuik?
‘Ik hoop het, want laat het duidelijk zijn dat wij als Europa afhankelijk zijn van export voor onze welvaart, om het welvaartsniveau te behouden dat wij hier in Europa met elkaar hebben opgebouwd. Dan wordt het wel heel moeilijk als we niet in staat blijken om akkoorden te sluiten. Het hoeft ook niet altijd om allesomvattende akkoorden te gaan, het kan ook over bepaalde sectoren gaan, zoals we met India nu spreken over hightech en halfgeleiders.’

‘Anti-campagnes zijn goed georganiseerd en emotioneel overtuigend’

Wie moeten de pleitbezorgers zijn?
‘Ik denk dat er een soort stille meerderheid is die achter handelsakkoorden staat. Maar velen durven zich daar niet publiekelijk voor uit te spreken, omdat ze bang zijn het doelwit te worden van de anti-campagne. Of het nou TTIP, CETA of Mercosur is, de anti-campagnes zijn altijd goed georganiseerd en goed gefinancierd. Ze spelen vaak in op die emotionele argumenten die de gunst hebben van de media. Daarom pleit ik voor een veel genuanceerder en veelzijdiger debat over handel.’

Wie is Rem Korteweg?Rem Korteweg is senior onderzoeker (Senior Research Fellow) bij Instituut Clingendael, waar hij zich sinds 2017 bezighoudt met de geopolitieke rol van Europa, internationale handel en veiligheidsvraagstukken. Hij coördineert de publieksactiviteiten van Clingendael en treedt regelmatig op als commentator in binnen- en buitenlandse media. Tussen 2013 en 2017 werkte Korteweg als senior onderzoeker bij het Centre for European Reform in Londen. In 2012 was hij strategisch beleidsadviseur bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Eerder was hij Fulbright-beursstudent aan het Johns Hopkins-SAIS Center for Trans­atlantic Relations in Washington DC (2006–2007). Hij promoveerde in 2011 aan de Universiteit Leiden in Interna­tio­nale Betrekkingen, behaalde een master in Utrecht en een bachelor aan University College Utrecht. Van 2011 tot 2019 was hij lid van de Adviesraad Internatio­nale Vraagstukken (AIV).
Korteweg publiceert regelmatig in kranten en tijdschriften en is auteur van het boek The superpower, the bridge-builder and the hesitant ally (2011). Op 15 april is een nieuw boek gepresenteerd waarvan Rem Korteweg een van de auteurs is: De Impact van Geopolitiek, Hoe bedrijven hun strategie bepalen. De overige auteurs zijn Hala Naoum Néhmé, Remko Blom en Maaike Okano-Heijmans.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

(kritieke) grondstoffenceta (handelsverdrag eu-canada)europese handelsakkoordenttip (trans-atlantisch handels- en investeringspartnerschap)