11 DEC, 2025 • Essay
Essay Ruben Brave: Winst met een missie
Ondernemerschap is meer dan winst: het drijft innovatie en vooruitgang. Techondernemer Ruben Brave betoogt waarom ondernemerschap als publiek goed de sleutel is tot brede welvaart.
N ederland staat op een kruispunt. Digitalisering, duurzaamheid en inclusie vragen om vernieuwende oplossingen. Ondernemers, van start-ups tot familiebedrijven, kunnen daarbij de motor zijn van maatschappelijke vooruitgang. Maar dan moeten we ondernemerschap niet alleen zien als middel tot winst, maar als publiek goed: een kracht die brede welvaart en sociale samenhang bevordert.
Bedrijven voorzien niet alleen in basisbehoeften zoals voedsel, woningen en werk, maar ontwikkelen ook innovaties die onze levenskwaliteit verhogen – van zonnepanelen tot medische technologie. Brede welvaart gaat verder dan financiële groei: het gaat om gelijkheid, sociale cohesie en een gezond milieu. Ondernemerschap ontstaat niet in een vacuüm, maar in een ecosysteem van talent, kapitaal, kennis, infrastructuur en waarden. Overheid, onderwijs, ondernemers en maatschappelijke organisaties vormen samen dit ecosysteem. Juist hier liggen de kansen: start-ups en gevestigde bedrijven kunnen concrete oplossingen bieden voor AI en data, energietransitie, circulaire economie en kansengelijkheid.
Dit essay laat zien hoe we het ecosysteem van ondernemerschap kunnen versterken, welke rol onderwijs en beleid spelen, en hoe inclusief en moreel intelligent ondernemen onze samenleving vooruit kan helpen.
Ondernemers met diverse achtergronden herkennen unieke maatschappelijke issues en lossen ze op
Talent en diversiteit
Innovatie begint bij talent. Een vitale economie benut alle creatieve krachten: jonge ondernemers, mensen met een migratieachtergrond, vrouwen, ouderen, en mensen met een beperking. Inspirerende voorbeelden tonen hoe divers talent maatschappelijke uitdagingen omzet in kansen.
Neem Karima El Hattachi, oprichter van Eat Hybrids. Als dochter van Marokkaanse migranten groeide ze op in een achterstandswijk. Ze bedacht een hybride hamburger (half plantaardig, half vlees) om de klimaatimpact van vleesconsumptie te verminderen. Karima weet dat ‘Nederland 400 miljoen hamburgers per jaar’ consumeert; een verschuiving kan volgens haar enorme impact hebben. Haar verhaal laat zien dat ondernemers met diverse achtergronden unieke maatschappelijke issues herkennen en oplossen.
Ook techondernemers uit de diaspora brengen nieuwe perspectieven. Fate Basit, Pakistaanse Nederlander, startte ICT-bedrijven in zowel Nederland als Pakistan, waarbij hij zakendoen combineert met sociale betrokkenheid. Neville Mchina uit Zimbabwe richtte Invisible Foods op, dat AI gebruikt om voedselverspilling wereldwijd terug te dringen. En oprichter van cultureel adviesbureau Canvas Black, Leroy Niemel, met Surinaamse wortels, ervaart ondernemen als een bokswedstrijd waarbij veerkracht essentieel is: ‘Stoppen is écht geen optie.’
Inclusie is geen liefdadigheid, maar een innovatiemotor. Bedrijven met diverse teams presteren beter: verschillende achtergronden leveren nieuwe invalshoeken, klantinzicht en marktkansen. Toch krijgt slechts 0,6 procent van durfkapitaal vrouwelijke founders, en nog veel minder ondernemers met een migratieachtergrond. Onbenut talent betekent gemiste economische en maatschappelijke kansen. Zo blijkt dat circa 330.000 migranten in Nederland niet volledig participeren in de arbeidsmarkt; hun potentieel kan brede welvaart genereren als ze volwaardig meedoen.
Onderwijs speelt hierbij een sleutelrol. Steeds meer opleidingen integreren de maatschappelijke betekenis van ondernemerschap. In (leraren)onderwijsprojecten en hbo/wo-minoren leren studenten duurzame doelen, ethiek en maatschappelijke impact meewegen. Universitaire programma’s zoals Joint Master Entrepreneurship (VU/UvA) leggen inmiddels steeds meer nadruk op purpose & introspection en oefenen studenten in morele oordeelsvorming. Zo ontwikkelt onderwijs niet alleen vakmanschap, maar ook morele intelligentie en praktische handelingskracht, waarmee ondernemerschap uitgroeit tot een kompas voor de toekomst.
Kapitaal en kennis
Talent kan alleen floreren met toegankelijk kapitaal en kennis. Startende ondernemers en zzp’ers ervaren nog vaak financiële barrières. De motie-White (Tweede Kamer, april 2025) zette inclusieve financiering op de agenda: de overheid moet jaarlijks rapporteren over de toegankelijkheid van financiering voor vrouwen, migranten en andere groepen.

Venture capital is nog te eenzijdig: 99,4 procent gaat naar witte mannelijke founders. Publiek geld speelt een rol in risicokapitaal, maar vaak volgt het private logica, waardoor maatschappelijke innovatie en inclusie beperkt worden. Brede welvaart vraagt dat durfkapitaal ook gericht wordt op maatschappelijke transitiedoelen: klimaat, circulaire economie en kansengelijkheid. Publieke aanbestedingen, gerichte regulering en fiscale prikkels kunnen start-ups stimuleren om oplossingen te ontwikkelen die sociaal en ecologisch relevant zijn.
Ook kennis en onderzoek behoren tot kapitaal. R&D in Nederland is met 2,3 procent bbp beperkt. Publieke en publiek-private programma’s (Topsectoren, onderzoeksfondsen, innovatieplatforms) kunnen schaalvergroting bewerkstelligen. Kennisontwikkeling moet multidisciplinair en inclusief zijn. Amsterdam is een voorbeeld: koploper in verantwoord AI-onderzoek, waar start-ups samenwerken met ziekenhuizen, universiteiten en maatschappelijke organisaties om digitale innovatie mens- en samenleving-gericht te maken.
Infrastructuur en innovatie
Een derde pijler is infrastructuur: de systemen en netwerken die ondernemers verbinden en belemmeringen wegnemen. Technische infrastructuur zoals gigabit-netwerken, incubators en digitale labs, en institutionele infrastructuur zoals voorspelbare wetgeving en eerlijke mededinging, vormen de basis. Publieke investeringen in groen vastgoed, logistiek voor circulaire ketens en een robuust energienetwerk zijn essentieel voor transities.
Toch blijven knelpunten bestaan: banken lenen terughoudend aan start-ups en bureaucratie vertraagt innovatie. Daarom moeten infrastructuur en innovatie strategisch gekoppeld worden aan maatschappelijke uitdagingen: betaalbare woningen, hernieuwbare energie, circulaire economie, arbeidsmarkt en technologische soevereiniteit. Publieke aanbestedingen kunnen hierbij als launchpad dienen voor startups die maatschappelijke waarde creëren.
Waarden en morele intelligentie
Ondernemerschap draait niet alleen om winst, maar ook om waarden en sociale impact. Moreel intelligent en inclusief ondernemen zijn strategische competenties. Sociale ondernemingen laten zien hoe missie en winst samengaan: soep van geredde groenten, fietsen uit oude frames, koffie met leefbaar loon voor boeren.
Een nieuwe mindset is nodig: innovatie moet automatisch worden afgewogen op sociale effecten. Inclusieve ondernemingen winnen legitimiteit bij publiek en klanten, ontwikkelen nieuwe markten en bevorderen loyaliteit. Dit vereist een cultuur waarin ondernemerschap morele intelligentie integreert: de vaardigheid om ethische afwegingen expliciet mee te nemen in zakelijke beslissingen.
Een pijnlijk voorbeeld: een witte mannelijke ondernemer weigerde een nieuw verzamelgebouw voor AI-startups in Amsterdam-Zuidoost omdat ‘ondernemers zoals hij daar niet graag komen’. Niemand corrigeerde dit. Zulke incidenten laten zien dat beleid alleen niet genoeg is: ondernemers, financiers en beleidsmakers moeten diversiteit en inclusie actief omarmen.
Geef ondernemers ruimte, en ze leveren oplossingen voor ons allemaal
Beleid en systeemverandering
Om ondernemerschap als publiek goed te laten werken, zijn drie systeemaanpassingen cruciaal: meer transparantie, inclusie in investeringscriteria en samenhang tussen regio’s.
Ten eerste, transparantie: een helder overzicht van kapitaalstromen, wie bereikt wordt en wie niet, zodat divers talent zichtbaar profiteert. Ten tweede, inclusiecriteria: publieke co-investeerders (Invest-NL, ROM’s, seed-regelingen) moeten diversiteit en maatschappelijke impact expliciet in hun dealflow meenemen. Ten derde, regio-overstijgende samenhang: instrumenten moeten groeiende bedrijven volgen over grenzen heen, in plaats van te fragmenteren.
Politiek gezien is de tijd rijp. Van VVD tot GroenLinks-PvdA klinkt de roep om innovatie te verbinden aan maatschappelijke waarde. Ook in Brussel beweegt het debat die kant op: Mario Draghi pleitte onlangs voor een gezamenlijke Europese investeringsagenda waarin lidstaten jaarlijks vier tot vijf procent van hun bbp reserveren voor innovatie en transitie. Nederland heeft alles in huis om daarin voorop te lopen – een sterke kenniseconomie, ondernemingszin en een goed functionerende publieke infrastructuur – mits het kiest voor inclusief beleid. Door publieke financiering en aanbestedingen te koppelen aan maatschappelijke doelen kan ons land laten zien dat ondernemerschap niet alleen private winst oplevert, maar ook publieke vooruitgang.
Tijd voor een nieuwe koers
Nederland kan ondernemerschap beperken tot financiële groei, of erkennen als publiek goed dat maatschappelijke innovatie drijft. Door ecosystemen voor talent, kapitaal, kennis, infrastructuur en waarden inclusief en toegankelijk te maken, ontstaat een economie die digitale transitie, duurzaamheid en inclusie combineert.
Ondernemers hoeven geen redders van de samenleving te zijn. Maar geef ze ruimte en randvoorwaarden, en ze kunnen onvervangbare pioniers worden die oplossingen leveren waar we allemaal van profiteren. De keuze ligt bij beleidsmakers en leiders: durf te investeren in een Nieuwe Economie, waarin ondernemerschap en brede welvaart samenkomen.
Over de auteurRuben Brave (1974) is internetpionier, investeerder en ondernemer in technologie, media en telecom. Hij is oprichter van Entelligence B.V., waar hij universitaire spin-offs begeleidt in hun valorisatie en groei. Daarnaast is hij voorzitter van Internet Society Nederland en de New Economy Werkgroep VNO-NCW MRA, en Entrepreneur in Residence aan de VU. Hij initieerde het Dutch New Narrative Lab en was betrokken bij Planet Internet en OYO Homes.
Manifest: 6 actiepunten voor een Nieuwe EconomieOnderstaand manifest vat de kernboodschap samen van 6 actiepunten voor een nieuwe economie en doet een oproep aan beleidsmakers voor de komende kabinetsperiode:
1. Ondernemerschap als publiek goed erkennen
Bedrijven zijn niet alleen economische actoren, maar dragers van maatschappelijke innovatie. Koppel ondernemerschap aan AI, hernieuwbare energie, circulaire economie en inclusie. Meet succes niet alleen via bbp, maar ook via sociale gelijkheid, digitale veerkracht en circulaire productie.
2. Divers talent en inclusief onderwijs stimuleren
Investeer in opleidingen en trajecten die maatschappelijke impact en ethiek centraal zetten. Ondersteun jongeren uit achtergestelde groepen en ontwikkel minoren over ethische AI, circulair ondernemen en sociaal ondernemerschap. Voorbeeld: TUMO Amsterdam, tech- en designonderwijs voor jongeren (12–18 jaar) in Amsterdam-Zuidoost.
3. Kapitaal inzetten voor publieke waarde
Financieringsinstrumenten moeten inclusief zijn. Creëer een Impactfonds voor maatschappelijke oplossingen, gericht op duurzaamheid en sociale gelijkheid. Richt fiscale prikkels op circulaire investeringen en divers talent. Monitor voortgang jaarlijks.
4. Innovatie koppelen aan maatschappelijke doelen
Publieke aanbestedingen dienen als lanceerplatform: beloon ondernemingen die bijdragen aan klimaat, zorg en inclusie. Gebruik leegstaande terreinen voor circulaire productie en publieke innovatiehubs, waar studenten, onderzoekers en ondernemers samenwerken.
5. Cultuur van verantwoordelijkheid bevorderen
Stimuleer maatschappelijk leiderschap in het bedrijfsleven. Investeer in ethische ondernemersopleidingen, werknemersparticipatie en langetermijnmodellen zoals steward-ownership. Herken en beloon ondernemingen die winst koppelen aan maatschappelijke waarde.
6. Life skills en door-ondernemen-onderwijs verankeren
Creëer in elke regio een pijplijn van ondernemerschapsonderwijs naar eerste omzet, met focus op veerkracht, samenwerken, iteratief leren en moreel handelen. Doe-gericht leren via mini-ventures en living labs is cruciaal om de digitale, groene en inclusieve transities te dragen.



