Bjorn Kuipers: ‘Ik ben nu minder gretig’

19-02-2019

‘Nooit in de winkel gaan. Daar word je ongelukkig van.’ Als je grootvader dát tegen je zegt, dan doe je het dus juist wel. Tenminste, als je Bjorn Kuipers heet. Nu is hij supermarktondernemer, topscheidsrechter en spreker. En een tikje eigenwijs dus. ‘Ik arrogant? Welnee, als scheidsrechter moet je juist onzichtbaar zijn.’

 

Na het interview loopt Bjorn Kuipers (45) nog even mee zijn supermarkt in, om een lunch bijeen te sprokkelen voor zijn bezoek. Links en rechts groet hij werknemers en klanten, die hij bij naam kent. In het kantoor boven de winkel hangen in de gang foto’s van Kuipers tête-à-tête met Cristiano Ronaldo, van zijn kinderen Susan (13) en Jan-Willem (8) en van de Plechelmus-basiliek in Oldenzaal, waar hij zijn hele leven al woont. ‘Als ik na een wedstrijd in het buitenland terugkeer en die toren in de verte zie, voelt dat als thuiskomen.’

Wie is Bjorn Kuipers?Na de mavo ging Bjorn Kuipers (45) achtereenvolgens naar de meao, de hbo (facilitair management) in Wageningen en de universiteit (bedrijfskunde) in Nijmegen. Na enkele jaren bij andere supermarkten gewerkt te hebben, nam hij in 2001 de C1000-winkel van zijn vader over. Daar kwamen nog twee supermarkten bij. Die verkocht hij weer in 2015. De eigen winkel werd onderdeel van Jumbo. Vorig jaar kocht hij er weer een supermarkt bij. Zijn professionele carrière als scheidsrechter begon in 2003. Hij floot onder meer EK’s en WK’s, en finales van de Europa League en de Champions League. In 2020 sluit hij zijn scheidsrechtercarrière waarschijnlijk af met het EK.

Zijn belangrijkste scheidsrechtershirts sieren ingelijst de muren van zijn werkkamer. Daaronder de kwartfinale van het WK en de finale van de Champions League. Hij heeft nog één kans op een EK-finale, want na 2020 stopt hij met fluiten. Zelf had hij al eerder plaats willen maken voor de jonge generatie scheidsrechters, maar op verzoek van de UEFA gaat hij nog één keer naar een groot toernooi. De EK-finale van 2016 liep hij mis omdat hij – met zijn team – in de aanloop één cruciale fout maakte. ‘Dat is wel één van mijn grootste teleurstellingen geweest.’ Na de ‘uitschakeling’ van Team Kuipers werd er gevloekt en vielen er tranen. ‘We zijn dan net als voetballers. Je wilt het hoogste bereiken en bent er vlakbij.’

 

‘Het mislopen van de EK-finale 2016 is wel één van mijn grootste teleurstellingen geweest’ 

 

Bjorn Kuipers en de WK-finale

Een WK-finale gaat niet meer lukken. Die miste hij eerder omdat het Nederlands elftal ver in het toernooi kwam, wat zijn eigen kansen juist verminderde. Maar als hij moet kiezen, dan heeft hij ‘uiteraard’ liever dat Nederland wereldkampioen wordt dan dat hij de finale fluit. ‘Je kunt jezelf niet groter maken dan het Nederlands voetbal.’

Ondertussen is Kuipers ook gewoon ondernemer. ‘Het ondernemerschap heeft me altijd al geboeid. Het lag ook voor de hand dat ik het familiebedrijf zou voortzetten, alhoewel mijn opa, die in 1937 met een winkel is begonnen, het me afraadde. Hij zei: doe me een plezier en ga wat anders doen, want hier word je ongelukkig van. Het was hard werken en weinig verdienen in de supermarktwereld. Ik heb niet naar hem geluisterd.’

Zijn vader vond het juist wel mooi dat hij de winkel wilde overnemen. Ook al was die er zelf eens overspannen door geraakt. ‘Alles draaide om de winkel. Mijn ouders waren constant aan het werk. Mijn zusje en ik zijn voor een groot deel opgevoed door een tante die op ons paste. Dat heb ik niet als een gemis ervaren. Ik heb ik een prima jeugd gehad.’

 

Liever voetballen dan leren

Met school wilde het aanvankelijk niet zo vlotten. De jonge Bjorn was speels, ging liever voetballen op straat dan achter de boeken zitten. ‘Mijn ouders vroegen ook niet naar schoolresultaten. Maar mijn vader wilde wel dat ik na de mavo verder zou leren, terwijl ik het liefst meteen aan de slag ging.’ Uiteindelijk volgden de meao, het hbo en zelfs de universiteit.

Ondertussen begon ook zijn scheidsrechtersloopbaan. Als voetballer had hij in zijn jeugd voortdurend wat aan te merken op de leiding. Zijn vader, die langs de lijn stond, suggereerde dat hij dan maar zelf eens moest gaan fluiten, als hij het toch beter wist. ‘Ik wilde altijd winnen en kon slecht tegen mijn verlies’, zegt Kuipers over die periode. ‘Ik ging op in het spel en gaf het maximale. Het stoorde me ook als medespelers dat niet deden. Dat had ik zelfs later als wij als scheidsrechters onderling een partijtje speelden. Dan ging ik er ook vol in.’

 

De tekst van het interview gaat na de foto verder 

Als Bjorn Kuipers de Plechelmus-basiliek ziet, voelt dat als thuiskomen. Thuiskomen in Oldenzaal, waar hij zijn hele leven al woont
Als Bjorn Kuipers de Plechelmus-basiliek ziet, voelt dat als thuiskomen. Thuiskomen in Oldenzaal, waar hij zijn hele leven al woont
Foto: Jeroen Poortvliet

In de winkel braken ondertussen betere tijden aan na de aansluiting bij C1000. De formule van die keten werd gecombineerd met de traditionele klantgerichtheid van ‘Kuipers’. Het leverde de titel ‘Beste C1000-supermarkt' op (en later ‘Beste Jumbo-supermarkt’). Wekelijks wordt bijvoorbeeld ongeveer 400 euro weggegeven aan klanten in de vorm van ‘gratis’-stickers. Klanten met financiële problemen wordt wat toegestopt. Zolang er maar niet gejat wordt, want dat is het afgelopen met de sociale houding van Bjorn Kuipers. 

Naast het fluiten en de supermarkt treedt hij ook regelmatig op als inspirator voor bedrijven en andere groepen. Hij laat dan belangrijke wedstrijdmomenten zien en vertelt over leidinggeven, besluiten nemen en teamprestaties. Waarbij team staat voor: Together Each Achives More. ‘Ik ben voorstander van een cultuur waarin fouten gemaakt en risico’s genomen mogen worden. Als het maar niet steeds dezelfde fout is. Je moet er wel iets van leren.’

 

'fouten maken is prima. als het maar niet steeds dezelfde zijn'

 

Drie carrières en een gezin: is dat te combineren?

‘Ja. Ik heb ervoor gezorgd dat ik in het operationele proces in de supermarkt onmisbaar ben…’

 

U bedoelt misbaar.

‘Ja, sorry. Mentaal ben ik fulltime met de zaak bezig, maar ik hoef niet meer constant op de winkelvloer te zijn. En ik heb mijn vrouw gevraagd om ook in de winkel te komen voor het management.’

Een complicatie is de chronische darmziekte van zijn dochter, waardoor zij regelmatig naar het ziekenhuis moet. Op de vraag of dat niet frustrerend is voor iemand die gelooft in winnen, antwoordt hij met Twentse nuchterheid. ‘Het zij zo. Als ik ervoor zou kunnen zorgen dat haar ziekte verdwijnt, zou ik het meteen doen. Maar ik kan er geen invloed op uitoefenen, dus vertrouw ik op de specialisten van het ziekenhuis. Daar zie je overigens kinderen die er véél erger aan toe zijn, en leer je wel relativeren.’

 

'Dat er kinderen véél erger aan toe zijn dan mijn eigen dochter heeft me wel leren relativeren'

 

Zijn dochter is net als hij een ‘bijter’. Ze organiseerde met een vriendin een sponsorloop voor Stichting Opkikker op haar school. Maar in die tijd moest ze toch naar het ziekenhuis. Met bed en al is ze toen naar de sponsorloop gebracht. ‘Op zo’n moment besef ik ook hoe goed wij in Nederland de zorg hebben geregeld. Als ik zie wat er allemaal wordt gedaan om kinderen die verdriet hebben een beetje blij te maken. Dat besef is er ook op andere terreinen. Ik kom als scheidsrechter in landen als  Brazilië en Rusland. Als ik dan weer Schiphol zie liggen, realiseer ik me wat een gaaf georganiseerd land wij hebben. Maar het kan altijd beter, móet altijd beter.’

Hij zou graag, als de kinderen klaar zijn met school, met het gezin een halfjaar op wereldreis willen gaan, langs de bijzondere plekken die hij als scheidsrechter heeft gezien. Maar dat moeten we niet zien als compensatie van de keren dat hij niet thuis was. ‘We hebben iemand die de kinderen elke dag thuis opvangt. Ze hebben een prachtig mooi leven. Het is gewoon leuk om zo’n reis te maken met degenen met wie je lief en leed deelt. Ik zie het meer als een uiting van de hechte, warme familieband.’

 

Is fluiten ook een uitlaatklep?

‘Zeker, maar dat is ondernemen ook. Als ik een wedstrijd niet goed heb gefloten, helpt het als ik de volgende dag in de winkel ben. Anders blijf ik er misschien te lang in hangen. En als ik een knoop moet doorhakken over het bedrijf, helpt het om even weg te zijn voor een wedstrijd. ‘s Avonds op mijn hotelkamer check ik online altijd de stand van zaken. Het cruciale verschil tussen die twee werelden is de tijd voor beslissingen. Op het veld moet ik met mijn team in een split second een beslissing nemen. In de supermarkt kan ik er langer over doen. Op een gegeven moment had ik naast deze supermarkten nog twee kleinere winkels. Ik heb er twee jaar over gedaan om te besluiten of ik die zou verkopen. Al is het maar omdat je dan ook afscheid neemt van de mensen die daar werken.’

 

'op het veld moet ik in een split second beslissen. als ondernemer kan ik daar veel langer over doen'

 

Onlangs heeft hij er weer een supermarkt bijgekocht. Niet omdat hij als scheidsrechter aan het afbouwen is. Want dat duurt sowieso nog twee jaar, en daarna gaat hij zich waarschijnlijk meer op de achtergrond bezighouden met het scheidsrechtersvak. Hij stopt ook meteen met het fluiten van de vaderlandse competitie, want het is de combinatie van de twee die het voor hem interessant maakt. Niet omdat hij zich te goed zou voelen voor dat soort ‘wedstrijdjes’. Hij kent de geluiden over arrogantie wel. ‘Een scheidsrechter moet juist niet arrogant zijn. Die moet onzichtbaar en coachbaar zijn, en impopulaire maatregelen durven nemen.’

 

Toch: als u op het podium staat, zie ik wel iemand die het naar zijn zin heeft.

‘Anders doe ik het toch niet? Je moet de dingen die je doet met passie doen, en anders niet. Het gaat mij niet om dat podium, maar om het inkijkje dat ik mensen kan geven in mijn werk.’

 

Wilt u nog steeds altijd winnen?

‘Als ik tegenwoordig een potje voetbal, ben ik minder gretig. Het gaat me nu meer om de gezelligheid en het samen delen. Niet elk moment onder controle willen hebben. Soms is het goed om het te laten gaan. Maar dat streberige van de jongere generatie heb je ook nodig. Het is de combinatie die werkt.’