30 JUN, 2025 • Europees nieuws
Neerwaartse trend in kwaliteit Europese wetsvoorstellen
Eind mei heeft het Europese Regulatory Scrutiny Board (RSB) haar jaarlijkse rapport gepresenteerd over 2024. De RSB is een onafhankelijk orgaan binnen de Europese Commissie dat toeziet op de kwaliteit van de Europese wetsvoorstellen. De RSB beoordeelt in vroege fase impact assessments van nieuwe wetgevingsvoorstellen van de Commissie en evaluaties van bestaande wetten. Hierbij wordt gekeken of de voorstellen zijn gebaseerd op grondige analyses en de beste beschikbare gegevens, maar ook of er haalbare en meetbare doelen worden gesteld. Op basis van de analyse komt de RSB met een oordeel ‘positief, ‘positief met reserveringen’ of negatief. Mocht een impact assessment geen positief advies krijgen dan wordt het verantwoordelijke departement verwacht het voorstel aan te passen en terug te sturen voor een tweede lezing. De RSB heeft echter slechts een adviesfunctie en ondanks dat het advies gewicht draagt, ligt de verantwoordelijkheid om dit advies te verwerken nog steeds bij de Commissie. Daarnaast heeft de RSB beperkte capaciteit en wordt niet elk wetsvoorstel beoordeeld.
Het rapport over de beoordelingen van het afgelopen jaar bevat een aantal zorgwekkende conclusies. Van de beoordeelde wetsvoorstellen en geëvalueerde wetten is maar 10% als positief beoordeeld tijdens de eerste lezing, en meer dan de helft kreeg een negatief advies. Dit steekt schril af tegen het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar sinds de oprichting van de RSB, waar 70% van de evaluaties positief beoordeeld werd.
Het is belangrijk om een paar nuanceringen te plaatsen bij deze opvallende resultaten. Ten eerste zit het RSB vroeg in het proces. Dit betekent dat wetsvoorstellen die een negatieve beoordeling krijgen worden aangepast en terugkomen voor een tweede lezing. Daarnaast is er sinds afgelopen jaar het dictum ‘Positive with reservations’ toegevoegd aan de beoordelingsmogelijkheden van de RSB. De RSB heeft namelijk gesignaleerd dat regelgeving complexer is geworden in de afgelopen jaren. Dit geeft de RSB de ruimte om een minder zwart-wit beeld te geven van regelgeving.
Ondanks de nuanceringen blijft er dan nog steeds een aanzienlijk verschil tussen negatief beoordeelde wetsvoorstellen van het afgelopen jaar en die van de jaren daarvoor. Bovendien weten we uit ervaring dat er nog behoorlijk wat lucht kan zitten tussen wat op papier doelmatige instrumenten lijken en hoe deze in de praktijk moeten worden uitgevoerd. Het beruchte voorbeeld hiervan is de CSDDD, waar in de impact assessment werd gesteld dat het niet nodig was om de impact op het mkb te beoordelen omdat deze niet onder de verplichting vielen, terwijl het complete bedrijfsleven op z’n klompen kon aanvoelen dat deze rapportage verplichtingen zouden worden doorgegeven binnen de keten.
Betere en slimme wetgeving en het adresseren van regeldruk staat bovenaan de Europese agenda en zijn vitaal voor onze toekomstige competitiviteit. Het werk van de RSB is hierin essentieel. Ondanks de zorgwekkende neerwaartse trend betekent dit ook dat meer problemen worden geadresseerd voordat problematische wetsvoorstellen gepubliceerd worden. Het is echter belangrijk dat hier ook lessen uit worden getrokken en deze leiden tot structurele veranderingen. Om regeldruk te verminderen zal er moeten worden ingezet op efficiëntere wetgevingsinstrumenten. In plaats van algemene rapportagevereisten zou er bijvoorbeeld moeten worden ingezet op risico-gestuurde handhaving. Daarnaast zijn principes uit de ‘better regulation toolbox’ van de Commissie zoals ‘think small first’ of het toepassen van de MKB-test hierbij essentieel. We hopen dat we dit in de komende jaren dan ook terug te gaan zien in de resultaten.