10 JUN, 2024 • Interview
Haroon Sheikh: ‘Bedrijfsleven is toneel van geopolitiek geworden’
Hoogleraar Haroon Sheikh maakt zich zorgen over een Nederland – en Europa – dat zich eerder naar binnen keert dan naar buiten. Terwijl de wereld gevaarlijker wordt. ‘Oorlog is niet ondenkbaar. Daar moet je op voorbereid zijn, ook economisch.’
De tijd is voorbij dat het Westen de baas was in de wereld. De macht verschuift meer naar het Oosten, naar China, India en Zuidoost-Azië. Dat is wennen voor de VS, Europa en Nederland. Maar Haroon Sheikh, hoogleraar aan de VU en onderzoeker bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, ziet het ook als een kans om met een bredere blik naar ons land en onze economie te kijken. Die blik is ook nodig, om in de toekomst weerbaar te zijn.
Meneer Sheikh, zijn we naïef geweest over de opkomst van landen als China?
‘We hebben een sterke ideologie gehad die het ons verhinderde om het te zien. We wisten als Europa dat we afhankelijk waren van Russisch gas, en toch wilde Duitsland nóg een Nordstream-pijpleiding aanleggen. De gedachte was: de Russen zijn afhankelijk van ons geld, dus dat tempert de agressie.’
‘Zo ook met China. Het heeft me altijd verbaasd dat we China tot een paar jaar terug als economisch wonder hebben gezien met louter kansen. Steden gingen samenwerkingsverbanden aan, universiteiten haalden trots Chinese studenten binnen. Er was een enorme blindheid, we zagen niet dat China bijvoorbeeld ook onze producten namaakt en vervolgens verbetert. We hebben liggen slapen. En het kwam ons mooi uit, want in Europa wilden we geen mijnen en laagwaardige productie meer. En nu zie je de andere reactie: China wordt alleen nog maar als risico gezien. Steden verbreken hun banden. Dat vind ik ook niet terecht, en onverstandig. Want China is gewoon een machtsfactor in de wereld. Er is een realistisch perspectief nodig.’
Wie is Haroon Sheikh?Haroon Sheikh (43) groeide op in Nederland met een Surinaamse moeder en een Pakistaanse vader. Hij is dus gewend om de wereld vanuit verschillende invalshoeken te bekijken, en zeker niet alleen met een westerse bril. Na de studies filosofie, bestuurskunde en politicologie in Leiden en Oxford deed hij promotieonderzoek aan de VU in Amsterdam. Dat combineerde hij met een baan als onderzoeker opkomende markten bij Cyrte Investments. In 2013 werd hij hoofdonderzoeker bij investeringsmaatschappij Dasym. Drie jaar later zette hij Freedomlab Thinktank op, en weer drie jaar later werd hij onderzoeker bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Hij doceert aan de VU, waar hij 2021 werd benoemd tot bijzonder hoogleraar Stategic Governance of Global Technologies. Sheikh maakt deel uit van de projectgroep ‘Kantelende Wereldorde’ van de WRR, die binnenkort een advies uitbrengt aan de regering.
Hoe kijkt u dan naar de politieke situatie in Nederland en Europa?
‘Zorgelijk vind ik de neiging om ons af te sluiten van de wereld. Er zit wensdenken in het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie. Neem de opstelling om in Brussel afspraken te gaan heronderhandelen. Ik zie ook een problematische vijandigheid naar de buitenwereld. De situatie in het Midden-Oosten is bijvoorbeeld complex en precair. Als je als Nederland een positieve bijdrage wilt leveren, dan helpt het niet als regeringspartijen zich uitermate negatief over de islam uitlaten.’
‘Buitenlandse kranten stellen vast dat het ooit zo tolerante Nederland verleden tijd is. We stonden bekend als klein, gematigd land, goed in te zetten als bruggenbouwer tussen al die grootmachten. Maar voor het eerst in meerdere jaren zijn we niet uitgenodigd voor de vergadering van de G20. Realiseren we ons wel hoe gevaarlijk de wereld is geworden? Als er straks iets gebeurt in de wereld, zoals oorlog of schaarste, en mensen offers moeten brengen, zijn ze daar dan toe bereid?’
‘Ik zie vijandigheid in Nederland naar de buitenwereld’
Het bekende morele vingertje moeten we voortaan thuislaten?
‘Nou, we moeten de waarden die we belangrijk vinden – democratie, mensenrechten – niet opgeven. Maar het vingertje kan niet meer. Dat kwam voort uit de gedachte dat wij de waarheid in pacht hadden en het de barbaren wel even zouden uitleggen. Dat wordt niet meer geaccepteerd. Andere landen zijn veel sterker geworden. Vroeger had China onze technologie nodig. Nu komen we China niet meer binnen als we de verkeerde toon aanslaan.’
‘Er is een meer gelijkwaardige dialoog nodig. Niet het Westen versus de rest. Azië heeft ook goed werkende democratieën, zoals Zuid-Korea en Japan. Het is niet zwart-wit. Zet in op samenwerking met dat soort landen. Daarnaast zien we de schaduw van ons eigen handelen niet. Tijdens covid heeft Europa alle middelen ingezet om zelf vaccins te krijgen; de rest van de wereld zou later wel komen. En vervolgens kwamen China en India in Afrika langs met een zak pillen. Iets soortgelijks zie je nu met grondstoffen. In de Afrikastrategie van Nederland staat heel vaak het woord ‘gelijkwaardigheid’, maar Afrikaanse landen denken aan het koloniale verleden en willen eerst zien en dan geloven. China heeft een beter verhaal voor de Afrikanen over gemeenschappelijke ontwikkeling, en investeert in de Afrikaanse infrastructuur om zo toegang te krijgen tot grondstoffen. Ondertussen voeden ze het postkoloniale sentiment tegen Europa in Afrika.’
‘Wij snappen ook niet dat niet alle landen Rusland veroordelen. Maar in het Midden-Oosten zeggen mensen: wat hebben jullie ooit opgegeven voor de oorlog in Jemen? Die woedt al tien jaar en er vindt een humanitaire ramp plaats. Dus blijft het Midden-Oosten in voedsel en energie handelen met Rusland, want dat hebben ze nodig. De Europese problemen zijn niet de problemen van de hele wereld.’
Moeten we economische belangen meer vooropstellen?
‘Je kunt en moet nog wel belangrijke waarden verdedigen, maar dan in Europees verband of samen met de VS. En je kunt zoeken naar alternatieven voor Rusland en China. India bijvoorbeeld, dat economisch net zo groot als China kan worden. Zoek die alternativen bij voorkeur bij een bevriend land, maar als dat niet lukt kun je nog altijd beter afhankelijk zijn van twee problematische regimes dan van één. Kijk, vroeger dachten we dat wederzijdse afhankelijkheid tot vreedzame relaties zou leiden. Maar de globalisering is het toneel van de geopolitiek geworden. En daarmee is het bedrijfsleven het toneel geworden waarop machten elkaar bestrijden.’
Hoort u dat ook van bedrijven zelf?
’Ja. Geopolitiek was altijd iets voor experts, maar tegenwoordig is het een vast thema in de boardrooms. Die moeten zorgen dat ze goed op de hoogte zijn van de internationale ontwikkelingen. Ik bedoel maar: wie had een paar jaar geleden verwacht dat Rusland de oorlog in Oekraïne zou beginnen, en dat vervolgens de economische banden zouden worden afgebouwd?’
‘In de chipsector worden allianties gezocht zonder China, bijvoorbeeld tussen Nederland, de VS en Japan. Of er worden chipfabrieken in Europa gebouwd. Ook verplaatsen bedrijven fabrieken van China naar India. Bedrijven kunnen er overigens wel verschillend in staan. Het ene bedrijf vindt bijvoorbeeld economische sancties tegen China wel oké omdat die hun Chinese concurrenten treffen. Maar een bedrijf dat zijn research & development in China doet, heeft last van die sancties.’
‘Een oorlogseconomie is niet meer ondenkbaar’
Er wordt zelfs nagedacht over een oorlogseconomie. Is die dreiging reëel?
‘Dat is niet meer ondenkbaar. Dus moet je erop voorbereid zijn. Partnerschappen aangaan, voorraden aanleggen. Nu komen we erachter dat sommige grondstoffen of onderdelen maar uit één enkel land komen. Als die wegvallen, valt de hele keten om. Een paar jaar geleden ging de Rotterdamse haven plat door een cyberaanval op een stukje software. We hebben lijstjes van afhankelijkheden en draaiboeken nodig. En we moeten nadenken over onze eigen offensieve mogelijkheden. Wat kunnen wij gebruiken om terug te dreigen? Per sector zou je zoiets moeten zoeken, en daar dan heel goed in zijn.’
‘We kunnen leren van Japan. Dat werd als eerste getroffen door een Chinese grondstoffenboycot vanwege een grensconflict. Japan investeerde daarna in mijnen in Canada en Australië, en heeft een ministerie van Economische Veiligheid opgericht.’
Welke rol kunnen politiek en bedrijfsleven spelen in het versterken van de weerbaarheid?
‘Bedrijven hebben de expertise van de overheid nodig, van de inlichtingendiensten bijvoorbeeld. Die kunnen zeggen: ga niet met die partner samenwerken. Of ze kunnen waarschuwen voor een cyberaanval. Omgekeerd kunnen bedrijven de overheid informeren als zij een vestiging in een bepaald land willen openen. Want dat zou de hele Nederlandse economie kwetsbaar kunnen maken.’
‘Bedrijven hebben productiecapaciteit en zijn creatief en innovatief. Daar kan de overheid gebruik van maken als het misgaat. In Amerika heeft de overheid al heel lang afspraken met bedrijven met het oog op natuurrampen als orkanen. Supermarktketen Walmart heeft bijvoorbeeld een gigantische logistieke capaciteit voor het leveren van goederen en het opvangen van mensen. Als Nederland platligt na een cyberaanval, heb je ook de ict’ers van de grote banken nodig.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.