17 OKT, 2024 • Achtergrond

Personeelskrapte, maar de vakbond wil minder werken

Terwijl de krapte op de arbeidsmarkt al historisch groot is, eisen vakbonden een vierdaagse werkweek. Het kabinet wil arbeidsmigratie beperken, oudere werknemers willen vroegpensioen. Wie gaat straks het werk doen? Een doorkijkje naar de arbeidsmarkt van de komende 25 jaar, aan de hand van vier actuele voorstellen.    

1. Vierdaagse werkweek  

Vakbonden CNV en FNV ijveren voor het in de cao vastleggen van de vierdaagse werkweek. Als 32 uur per week werken de nieuwe norm wordt, blijven werknemers gezonder, productiever en gelukkiger, stellen de bonden. Mensen die nu in deeltijd werken zouden dan meer uren gaan werken. 

We werken in Nederland gemiddeld nu al 32 uur per week, zegt Aggie van Huisseling, econoom bij ABN Amro. ‘Zoals Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank al opmerkte: dit zou het verkeerde medicijn zijn voor de Nederlandse economie.’   

Deeltijdwerken is in Nederland een cultureel fenomeen, en dat is niet zomaar te doorbreken door nieuwe cao-afspraken. Zo blijkt uit een peiling van de organisatie Potentieel Pakken rondom het verbeteren van de werk-privébalans, dat slechts 10 procent van de parttimers extra gaat werken, gemiddeld vijf uur.  Toen enkele jaren geleden de salarissen van de leraren in het basisonderwijs fors stegen, was het idee daarachter dat docenten meer uren gingen werken. Ook zou het hogere salaris meer zij-instromers aantrekken. Maar de praktijk wees anders uit: door het hogere salaris werd het nóg aantrekkelijker om deeltijd te gaan werken.  

Risico 

Daarbij telt ook mee dat bij middeninkomens de belastingdruk vrij hoog is. Extra uren werken levert daardoor netto veel minder op. Dit weerhoudt nu al mensen van meer werken.  Iedereen een vierdaagse werkweek toezeggen in de cao, heeft het risico in zich dat mensen die nu parttime werken, dat straks ook willen doen. En in totaal wordt er dan nóg minder gewerkt. Dat kan de Nederlandse arbeidsmarkt niet aan, blijkt uit tal van onderzoeken.

Dat komt omdat de komende jaren relatief veel mensen met pensioen gaan. Zonder veranderend beleid stevenen we volgens het meest zwartgallige scenario, geschetst door McKinsey & Company, af op een tekort van meer dan 1 miljoen werknemers in 2030. Dit onderzoek wordt door economen wel bekritiseerd, omdat het buiten beschouwing laat dat zo’n grote daling van het arbeidsaanbod leidt tot veranderende vraag, bijvoorbeeld hogere lonen of het afstoten van bepaalde economische activiteiten. Maar je kan wel willen dat alle slachthuizen hun deuren sluiten omdat hier te weinig personeel voor is – en omdat de veeteelt grote impact op het milieu heeft – dat betekent niet dat niemand meer vlees wil eten.  

Industriepolitiek

‘Bovendien’, vraagt arbeidseconoom Ton Wilthagen: ‘Wie gaat dan bepalen welke sectoren wel en niet mogen blijven? De markt? Dan gaat iedereen werken bij wie het hoogste loon biedt. Om te voorkomen dat dit bedrijven zijn die niets toevoegen aan de BV Nederland, denk aan bedrijven die alleen maar dingen importeren en doorverkopen, is sturing nodig, een vorm van industriepolitiek nodig, vindt Wilthagen. ‘We denken als land een goede kans maken met een bedrijf als ASML en het hele ecosysteem van bedrijven en kennisinstellingen daaromheen.

Daarom investeert het kabinet ook in de regio Eindhoven, via operatie Beethoven. We zijn bang dat we dit anders kwijtraken. Nederland zal door de schaarste aan personeel de komende decennia, dit soort afwegingen in veel meer sectoren moeten maken. Dat kan de politiek niet alleen, dat kan de markt niet alleen, dat zal in samenspraak moeten gebeuren. Het is misschien wel een mooi thema voor een nieuw polderakkoord.’  

Een tekening van een Nederlandse vlag naast een dichte grenspaal, waaraan een bordje hangt met de tekst 'highly skilled workers only'

Minder arbeidsmigranten toestaan? Dat heeft gevolgen voor de Nederlandse economie.

2. Minder arbeidsmigranten  

In het regeerakkoord wordt ingezet op het terugdringen van het aantal arbeidsmigranten, maar er wordt niet vermeld met hoeveel.  

Dat is niet heel verwonderlijk. Want de Nederlandse economie zou zonder arbeidsmigranten acuut gaan piepen en kraken. Momenteel wordt maar liefst een op de acht banen in Nederland ingevuld door arbeidsmigranten. De economische groei die de afgelopen jaren is gerealiseerd, komt voor een groot deel op conto van het werk dat buitenlandse werknemers verzetten. Van de glastuinbouw tot distributiecentra tot de bouw: je ziet ze overal. 

De politieke wil om hun aandeel in de Nederlandse economie te verminderen is groot. Dat komt omdat het inmiddels om zoveel werknemers gaat, dat nog meer druk op de huizenmarkt is ontstaan. Maar het is makkelijker gezegd dan gedaan om dit doel te bereiken. Want vrij verkeer van goederen en van mensen is een van de uitgangspunten van de samenwerking in de Europese Unie. Dit recht is niet alleen vastgelegd in afspraken tussen lidstaten, ook is deze rechtspraak uitgebreid getoetst door rechters. Die verworven rechten afschaffen is op korte termijn dan ook ondoenlijk.  

zonder talent van buiten de EU kan ASML de campus wel sluiten

Dat is maar goed ook, uitzendbureaus zouden namelijk anders acuut op omvallen komen te staan: ongeveer de helft van alle arbeidsmigranten werkt daar. Van hen is 90 procent afkomstig uit Midden- en Oost-Europese lidstaten van de EU. Wilthagen: ‘in de bouw en bij de aanleg van zonnepanelen, overal zie je buitenlandse werknemers. Als die wegvallen, gaat gewoon heel snel een stuk van de economie onderuit.’ 

Buitenlandse werknemers van buiten de Unie zijn vaak kenniswerkers die banen vervullen waarvoor geen goed opgeleide Nederlandse werknemers te vinden zijn. ASML kan de campus in Veldhoven wel sluiten, als talent van buiten de EU niet meer mag komen meedenken en -sleutelen aan de nieuwste modellen van de machines waarmee microchips gemaakt worden. Ook de (technische) universiteiten hebben internationaal talent nodig. 

Ei van Columbus

De groei van de arbeidsproductiviteit in Nederland is de afgelopen jaren stil komen te liggen, het is dankzij toegenomen arbeidsmigratie dat überhaupt nog economische groei gerealiseerd kon worden.  Gelet op de tekorten op de arbeidsmarkt, lijkt het eerder voor de hand te liggen om meer arbeidsmigranten binnen te halen, dan hun aantal te verminderen.

Maar ook dat is niet het ei van Columbus, waarschuwt arbeidsmarkteconoom Ton Wilthagen. Hij haalt daarvoor het rapport aan van de staatscommissie Van Zwol, over de demografische ontwikkelingen in Nederland tot 2050. Om de groei op het huidige niveau te houden, zouden er zoveel nieuwe buitenlandse werknemers nodig zijn dat we tegen die tijd 22 miljoen inwoners hebben. Daarvoor ontbreekt simpelweg de ruimte in een nu al dichtbevolkt land.  

Een man met een wit shirt aan waarop staat Kenniseconomie, zit op een tak in een boom en zaagt met een handzaag de tak af aan de kant van de boom.

Beknibbelen op investeren in onderzoek en onderwijs kan verstrekkende gevolgen hebben voor bedrijven in Nederland

3. Bezuinigen op onderwijs en onderzoek  

Het kabinet bezuinigt de komende regeerperiode in totaal 1 miljard op het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Ook gaat er een streep door het resterende deel van het Nationaal Groeifonds, dat bedoeld was om de economie van de toekomst vorm te geven. 

De geëigende weg uit de personeelskrapte die overblijft, is productiviteitsgroei. Die zou te halen moeten zijn uit technologische ontwikkelingen. Die gaan sinds de introductie van de personal computer in de jaren zeventig van de vorige eeuw van de ene golf van vooruitgang over in de andere. Kunstmatige intelligentie is de nieuwste doorbraaktechnologie waarvan veel verwacht wordt.

De potentie wordt steeds duidelijker: groente- en fruittelers maken grote stappen in het ontwikkelen van machines die het arbeidsintensieve oogstwerk kunnen robotiseren. Large language models als ChatGPT kunnen tijdrovend (en foutgevoelig) knip- en plakwerk in spreadsheets overnemen, net als het verzamelen van relevante academische literatuur of rechtspraak – een zegen voor het advocatenkantoor.  Maar de ontwikkeling hiervan staat nog in de kinderschoenen, en om daaruit te groeien zijn grote investeringen nodig. Niet alleen in chips met grote rekencapaciteit, maar ook in opleiding van de mensen die ermee moeten gaan werken. En nog belangrijker: de mensen die de AI-modellen moeten verbeteren.   

Twintigste plaats

Alleen is het kabinet-Schoof het tegenovergestelde van plan: onderwijs en onderzoek moeten juist inleveren. Onderwijsbudgetten worden gekort, daarnaast wordt het Nationaal Groeifonds afgeschaft. Dit terwijl Nederland nu al ver af zit van de Europese norm om 3 procent van het bruto binnenlands product te investeren in onderwijs en onderzoek.  ‘We denderen naar beneden op dit terrein. We stonden ooit op de vierde plek in Europa, nu rond de twintigste plaats’, zegt Wilthagen, die vreest voor de concurrentiepositie. ‘Dit ga je op termijn merken in de arbeidsproductiviteit: je moet robots eerst wel uitvinden en in het productieproces inpassen, voor ze je werk kunnen overnemen.’

 Maar zelfs al zouden bij de investeringen in research & development de bomen tot in de hemel groeien, dan nog zijn we niet zomaar uit de problemen. Want uitgerekend de productiviteit in de sector waarnaar de vraag de komende decennia het hardst zal groeien, stijgt het minst door allerlei technologische vernieuwingen. Dat is de gezondheidszorg. Een ervaren verzorgende is natuurlijk sneller met het aantrekken van een steunkous dan een stagiair. Maar deze taak is wat anders dan het wisselen van de banden tijdens een race van Max Verstappen, die op tienden van een seconden getimed wordt. Zorg is mensenwerk, en mensen kosten tijd.  

PRODUCTIVITEIT is SINDS
SMARTPHONES juist GEDAALD

En al die administratieve verplichtingen in de zorg dan? Ja, zou je in eerste instantie zeggen, daar is tijdwinst mogelijk. Maar de praktijk sinds de invoering van internet, smartphones en tablets is gek genoeg omgekeerd: de productiviteit is juist gedaald. Dat blijkt uit onderzoek van zorgonderzoeksbureau Gupta uit 2023. Om dit tij te keren, zijn andere regels nodig. Hiervan heeft minister Agema (Volksgezondheid) haar topprioriteit gemaakt: ze wil de administratieve verplichtingen halveren.    

Een tekening van een man met stropdas, die gebogen staat met een enorm grote doos op z'n rug. In de doos bevinden zich tientallen ordners. Onder de illustratie staat de tekst 'zware kantoorbaan'

Wat valt er onder de definitie ‘zwaar werk’? Wie kunnen er dus eerder met pensioen?

4. Vroegpensioenregeling RVU 

De Regeling Vervroegd Uittreden is eigenlijk bedoeld voor mensen met zware beroepen die het niet redden om gezond en werkend hun pensioen te halen maar nu wordt er breder gebruik van gemaakt. Het voorstel van SZW-minister Van Hijum van de oorspronkelijk tijdelijke regeling (die in zijn huidige vorm eind 2025 afloopt). Dat heeft als uitgangspunt om de regeling te continueren, maar ook gerichter te maken – op zwaar werk. 

Nu wordt de regeling ook gebruikt om ambtenaren bij de provincie of het kadaster vervroegd met pensioen te sturen. Ook bibliotheekmedewerkers doen aanspraak op de regeling, die eigenlijk bedoeld was voor beroepen als politieagent of stratenmaker.
Dat kan zo niet doorgaan, vindt het kabinet. Het voorstel voor het vervolg van de RVU bevat dan ook een signaalwaardevan 15 duizend mensen per jaar die drie jaar voor de drie jaar voor de eigenlijke pensioendatum zouden kunnen stoppen met de RVU. Die signaalwaarde is bedoeld om de vinger aan de pols van de instroom te houden. 

Dat aantal heeft volgens het kabinet al een flinke impact: over een aantal jaar zou een op de vijf werknemers in die leeftijdsgroep via de RVU met vroegpensioen kunnen. Werkgevers vragen zich af of echt een op de vijf banen in Nederland te kwalificeren is als ‘zwaar’.  Wilthagen ziet dat ook niet. ‘De RVU moet echt een bijzondere regeling blijven. Het is toch verbazingwekkend dat mensen die bij de vakbond werken of op kantoor bij het kadaster, fysiek of mentaal zulk zwaar werk zouden doen dat ze hun pensioen niet kunnen halen.’  

Beperkte regeling

‘Objectief vaststellen wat zwaar werk is, is ondoenlijk. Daarom moet het een beperkte regeling blijven. Geen regeling waarbij werkgevers hun oudste werknemers eerder naar huis kunnen sturen, omdat ze minder productief zouden zijn. Weet je, productiviteit wordt gecompenseerd door ervaring. Die kunnen we harstikke goed gebruiken.’ 

In plaats van minder, zal de Nederlander juist meer uren moeten gaan werken, om het land draaiende te houden. Wilthagen: ‘Dat is niet ondoenlijk. We werken gemiddeld per persoon zo’n beetje het minst van alle Europeanen. De participatiegraad is hoog, het aantal uren laag.’  Waar dat het beste te zien is? In de gezondheidszorg. Van de vrouwen die in deze sector werken, werkt 82 procent in deeltijd. Meer dan de helft van alle dienstverbanden is voor 25 uur of minder per week. In de thuiszorg is de gemiddelde aanstelling zelfs 0,54 fte; minder dan 20 uur per week. Daar is nog een wereld te winnen.  

 

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

arbeid en zorgarbeidsmigratiehet nieuwe werkenInnovatie in de zorg