11 NOV, 2025 • Reportage

Nederland staat op pauzestand

Vijf bedrijven die willen groeien, innoveren en verduurzamen. Hun plannen staan op groen, maar regels, kosten en ruimte zetten alles op rood. Een fotoserie toont waar vooruitgang strandt en hoe Nederland zijn ondernemers soms onbedoeld tegenhoudt. 

Kinderopvang de Maashoeve – krapte arbeidsmarkt

Kinderen en begeleiders van kinderopvang de Maashoeve wachten voor een meegebracht stoplicht, als symbool voor de stilstand in de kinderopvang

Personeelstekort speelt ook bij De Maashoeve in Boxmeer. foto: Lars van den Brink

In bijna elke sector staan ondernemers te springen om mensen. Van techniek en zorg tot de kinderopvang: overal is het tekort aan personeel voelbaar. De vergrijzing en regelgeving zorgen voor nog meer druk. Er zijn simpelweg te weinig handen om al het werk te doen. Om dat te doorbreken moet Nederland het werken weer makkelijker en aantrekkelijker maken. Dat betekent: investeren in goed onderwijs en scholing, zorgen dat meer uren werken ook echt loont, en regels versimpelen die bedrijven en instellingen nu in de weg zitten. Werkgevers hebben ruimte nodig om mensen op te leiden en aan zich te binden, zonder verstrikt te raken in bureaucratie.

Hoe nijpend dat is, merkt Carla van den Bosch, directeur van Kinderopvang De Maashoeve in Boxmeer. ‘We willen graag meer kinderen opvangen, maar met te weinig handen lukt dat niet. Nergens in Europa werken mensen zoveel in deeltijd als in Nederland. Het zou voor ons al een echt verschil maken als iedereen die parttime werkt meer uren gaat werken. Dus politiek, zorgt dat meer werken ook echt meer loont.’

Minder bureaucratie betekent meer aandacht

Volgens haar kan de overheid het verschil maken door dichter op de praktijk te staan. ‘Kom kijken en luister naar mensen in het veld en kijk waar het echt wringt. Minder bureaucratie betekent meer aandacht voor de kinderen. Daar draait het uiteindelijk allemaal om.’

Van den Bosch pleit voor ruimere mogelijkheden in opleidingsachtergronden, zolang de kwaliteit van de opvang gewaarborgd blijft, en voor structurele samenwerking tussen politiek, opleiders en het werkveld. ‘Alleen samen kunnen we zorgen voor een toekomstbestendige sector waarin mensen graag willen werken en kinderen kunnen opgroeien in een veilige, stimulerende omgeving.’

 

Koninklijke Bakkerij Amarant – netcongestie

Werknemers van bakkerij Amarant staan te wachten voor een verkeerslicht dat op rood staat. Het staat symbool voor de obstakels - in dit geval netcongestie - die bedrijven in Nederland tegengekomen in hun pad op weg naar verduurzaming

Netcongestie zet het licht op rood bij bakkerij Amarant – foto: Lars van den Brink

De energietransitie – van fossiel naar duurzaam – stokt niet door gebrek aan ambitie, maar door een overbelast elektriciteitsnet. Zo’n 23.000 bedrijven staan inmiddels op een wachtlijst. Ze kunnen niet uitbreiden, niet verduurzamen en soms zelfs niet starten. Netcongestie is zo uitgegroeid tot de grootste rem op groei én op het halen van de klimaatdoelen.

De overheid is aan zet om dit knelpunt met spoed aan te pakken. Heldere doelen, snellere vergunningen en een integrale aanpak van netverzwaring en flexibiliteit zijn dringend nodig. Alleen als Rijk, provincies en gemeenten met doorzettingsmacht optreden krijgen bedrijven weer ruimte om te investeren in hun duurzame toekomst.

Hét moment om te elektrificeren

Hoe problematisch netcongestie is, ervaart Koninklijke Amarant Bakkers in de praktijk. ‘We hebben net een nieuwe productielijn geplaatst in Avenhorn’, vertelt mededirecteur Renee Pater. ‘Dat was hét moment om te elektrificeren, maar dat kon niet. We hebben daarom gekozen voor een hybride oven die nu nog op gas draait, maar later elektrisch kan – áls we ooit genoeg vermogen hebben om alles te elektrificeren.’

‘Liander heeft laten weten dat verzwaring voor onze locatie in Avenhorn mogelijk is in het vierde kwartaal van 2036’, zegt Pater. ‘Dat is natuurlijk idioot. Zo lang kun je als bedrijf niet wachten.’ Om toch vooruit te komen kijkt Amarant naar alternatieven, zoals geothermie. ‘Maar dat zijn kostbare alternatieven’, zegt Pater. ‘We willen gewoon stroom kunnen gebruiken voor duurzame productie.’

Zonder snelle politieke keuzes en regie vanuit de overheid dreigt de verduurzaming letterlijk stil te vallen. Bedrijven als Amarant willen hun ovens verduurzamen – het is nu aan de overheid om te zorgen dat ze daar ook de stroom voor krijgen.

 

Zinksmelter Nyrstar – energiekosten

Medewerkers van zinksmelterij Nyrstar staan 'stil' voor een symbolisch verkeerslicht dat op rood staat. Het verwijst naar de obstakels voor de Nederlandse industrie, in dit geval hoge energiekosten.

Hoge energiekosten zijn een obstakel voor metaalverwerker Nyrstar – foto Lars van den Brink

Nyrstar in Budel-Dorplein is een treffend voorbeeld van de druk waaronder de energie-intensieve industrie in Nederland opereert. De Nederlandse vestiging van dit internationale multi-metaal-bedrijf kampt al jaren met fors gestegen energiekosten, waardoor het steeds moeilijker wordt concurrerend te blijven. ‘Nederlandse bedrijven betalen tot wel 80 procent meer voor hun energiekosten dan in omringende landen’, zegt algemeen directeur Henk Leendertse. ‘Juist omdat we volledig geëlektrificeerd zijn, vraagt zinkproductie enorme hoeveelheden elektriciteit, en de Nederlandse stroomkosten liggen structureel hoger dan elders in Europa.’ In Duitsland en Frankrijk ontvangen bedrijven compensatie om de energieprijzen te dempen, maar in Nederland blijven die regelingen beperkt.

Ongelijk speelveld herstellen

Ook netcongestie, trage vergunningverlening en strenge milieueisen maken het lastig te investeren in nieuwe, efficiëntere technologieën. Leendertse roept het kabinet op om snel in te grijpen. ‘Door het ongelijke speelveld te herstellen, maakt de overheid het mogelijk dat productiebedrijven als Nyrstar kunnen blijven investeren in verdere verduurzaming en kritieke metalen voor de energietransitie, hightech en onze veiligheid.’

Nyrstar kan uit zijn zinkertsen ook germanium winnen, een strategisch belangrijke grondstof voor Europa die wordt gebruikt in glasvezel, zonnepanelen en satellieten. Zo kan het bedrijf bijdragen aan Europa’s technologische zelfstandigheid en tegelijk zorgen voor werkgelegenheid en economische waarde in Nederland.

De situatie in Budel illustreert een bredere spanning: Nederland wil zijn industrie vergroenen en tegelijk economisch vitaal houden, maar het ontbreekt aan betaalbare energie en voorspelbaar beleid. Zonder structurele maatregelen om energiekosten en infrastructuur op orde te brengen, blijft het voor bedrijven als Nyrstar een uitdaging om duurzaam én rendabel te produceren.

 

Bouwgroep Dijkstra Draisma – regeldruk

mensen staan voor een verkeerslicht dat op oranje staat, daarachter een nieuw huis. Symbolisch voor de bouw die stilstaat

Regeldruk vormt een grote belemmering voor de plannen van Dijkstra Draisma. foto: Lars van den Brink

De bouw kan sneller, innovatiever en schoner – als regels dat niet in de weg zouden staan. Sinds 2018 is de regeldruk voor ondernemers met bijna vier miljard euro toegenomen. Vooral het mkb lijdt daaronder. Elk risico wordt afgedekt met nieuwe voorschriften, terwijl juist ruimte voor experiment en maatwerk nodig is.

Wie wil zien wat dat in de praktijk betekent, hoeft niet verder te kijken dan Dokkum. Daar werkt Biense Dijkstra met zijn Bouwgroep Dijkstra Draisma aan innovatieve woningbouw. In zijn ‘huizenfabriek’ worden prefabwanden gemaakt door een metselrobot, en het bedrijf legt collectieve energiesystemen aan. Toch komt die innovatie maar mondjesmaat van de grond. ‘Iedere woning moet nu een eigen aansluiting op het stroomnet hebben,’ zegt Dijkstra. ‘Met één slim energiesysteem kun je er veertig bedienen, maar dat mag niet.’

Breng regels terug tot wat echt nodig is

Ook zijn nieuwste paradepaardje, het CO₂-negatieve ‘Smûk’-huis, kende de nodige belemmeringen waardoor het aanvankelijk niet gerealiseerd kon worden. ‘We kunnen al bouwen met minder materiaal, minder energie en meer comfort’, zegt hij. ‘Maar dan moet Den Haag wel durven loslaten.’ De bouwondernemer deelt de frustratie van veel bedrijven: een overheid die innovatie wil stimuleren, maar tegelijk elk risico probeert uit te sluiten. Dijkstra pleit daarom voor standaardisatie van voorschriften en kortere procedures. ‘Niet om alles hetzelfde te maken’, benadrukt hij, ‘maar om sneller te kunnen bouwen.’ Zolang Nederland zijn regels niet terugbrengt tot wat echt nodig is, blijven fabrieken en bouwplaatsen stilstaan. Regeldruk – niet gebrek aan visie of vakmanschap – is zo uitgegroeid tot een van de grootste barrières voor vooruitgang.

Afvalspecialist Renewi – ruimte voor ondernemen

Medewerkers van afvalverwerker Renewi lijken te stoppen met werken door het rode stoplicht dat midden in de fabriekshal staat. Het is symbool voor de obstakels die de industrie hinderen om te verduurzamen en te groeien.

Afvalverwerker Renewi heeft  ruimte nodig om te kunnen ondernemen. foto: Lars van den Berg

Een waste-to-product bedrijf als Renewi heeft letterlijk ruimte nodig om te groeien. Voorraden ingezamelde afvalstromen, sorteerlijnen en opgeslagen grondstoffen vragen om fysieke meters. Zonder uitbreidingsruimte kan het bedrijf minder afval verwerken – terwijl juist die groei cruciaal is om de circulaire economie waar te maken.

De vraag naar grondstoffen is groot, en Renewi zegt daarin een voortrekkersrol te willen en kúnnen spelen door afval steeds slimmer om te zetten in nieuwe grondstoffen. ‘Duurzaamheid zit in het hart van Renewi’s bedrijfsmodel’, aldus Dieter Avonds, director Processing van Renewi. ‘Onze visie is om meer activiteiten op één locatie te centraliseren, zodat we recyclagehubs creëren. Daarmee vermijden we onnodig transport en verhogen we de efficiëntie. Bovendien verduurzamen we het transport verder via elektrische vrachtwagens en efficiënte routes. Ons bedrijf investeert ook continu in geavanceerde energiezuinige installaties, gebruikt groene stroom en hergebruikt proceswater.’

Minder afval, kleinere CO₂-voetafdruk

Door afvalstromen beter te scheiden, wordt het gerecyclede materiaal van hogere kwaliteit en kan het opnieuw worden ingezet in nieuwe producten. Avonds: ‘We dragen zo niet alleen bij aan minder afval, maar ook aan een kleinere CO₂-voetafdruk in de hele keten. Zo bewijzen we dat afval geen eindpunt is, maar het begin van iets nieuws.’ Maar om die duurzame ambities verder te realiseren, heeft Renewi, net als veel andere bedrijven, ruimte nodig – letterlijk voor extra machines, verwerkingshallen en voorraadbeheer, en figuurlijk in beleid en vergunningverlening. Zonder voldoende mogelijkheden om te ondernemen stokt de circulaire economie. Bedrijven als Renewi laten zien dat afval een waardevolle grondstof kan zijn, mits ze de kans krijgen om te groeien, te innoveren en te investeren in nieuwe installaties. Het is nu aan de overheid om te zorgen dat die kansen en die ruimte er ook echt komen.

administratieve lasten en regeldrukenergiekostennetcongestiepersoneelstekortruimte voor ondernemen