30 SEP, 2025 • Essay

Essay: Ondernemerschap als kompas voor Nederland

Terwijl andere landen een tandje bijzetten, dreigt ons land stil te vallen. Bedrijven vertrekken, talent zoekt elders kansen en innovatie stokt. In Forum schetst prof. dr. Erik Stam hoe ondernemerschap opnieuw de motor van brede welvaart kan worden.

Veel toonaangevende bedrijven verplaatsen hun activiteiten uit Nederland, bijvoorbeeld vanwege te hoge energieprijzen, een te krappe arbeidsmarkt, belemmerende wet- en regelgeving of vanwege meer kapitaal in het buitenland. Dat bedrijven stoppen en verplaatsen is van alle tijden, maar de redenen waarom zijn een belangrijke indicator van de mogelijke zwakten van de Nederlandse economie. Ondernemerschap ontwikkelt zich immers niet in een vacuüm of alleen door het handelen van een ondernemer: het wordt mede vormgegeven door een samenspel van actoren en factoren, een ecosysteem. Hoe is het Nederlandse ecosysteem voor ondernemerschap in het afgelopen decennium ontwikkeld? Wat gaat goed en wat kan beter? En belangrijker: wat voor ondernemerschapsecosysteem wil Nederland? Aan welke uitdagingen willen we dat ondernemerschap oplossingen biedt? Wat zijn de waarden die van belang zijn in de samenleving en voor welke maatschappelijke uitdagingen kan ondernemerschap oplossingen bieden? Hiervoor is een overkoepelende visie nodig op ondernemerschap in Nederland. Het herkennen en erkennen van brede welvaart – dus meer dan alleen economische groei – is een eerste stap, maar niet genoeg.

Over de auteurErik Stam is hoogleraar strategie, organisatie en ondernemerschap aan de Utrecht University School of Economics en daarnaast buitengewoon hoogleraar aan Stellenbosch University in Zuid-Afrika. Zijn ervaring strekt zich uit over de hele wereld: van University of Cambridge en University of Oxford tot het Max Planck Institute of Economics, IMT School for Advanced Studies Lucca en Zhejiang University. Stam is een erkend expert in ecosystemen voor ondernemerschap. Zijn onderzoek richt zich op de context van ondernemerschap en hoe dit bijdraagt aan brede welvaart – meer dan alleen economische groei. Naast zijn wetenschappelijke werk wordt hij regelmatig geraadpleegd door overheden en internationale organisaties, zoals de Europese Commissie, OESO, G20 en Wereldbank, én door start-ups, investeerders en bedrijven die op zoek zijn naar inzicht in innovatie en ondernemerschap.

Verbeteringen in het ecosysteem

Er is veel nodig om ondernemerschap mogelijk te maken: stabiele en voorspelbare wet- en regelgeving, een cultuur die ondernemerschap waardeert, netwerken die mensen en organisaties verbinden, toegang tot talent en kennis, een robuuste infrastructuur, goede dienstverlening en een gezonde markt voor producten en diensten. Al deze condities vormen, samen met leiderschap, een ecosysteem voor ondernemerschap.

Nederland behoort internationaal tot de beste landen om een nieuwe onderneming te starten. Volgens de recente evaluatie van Techleap is de kwaliteit van ons ecosysteem in de afgelopen tien jaar flink verbeterd. Vooral op het gebied van leiderschap en ondersteuning van start-ups en scale-ups zijn grote stappen gezet. Techleap, regionale ontwikkelingsmaatschappijen en talloze lokale initiatieven hebben hieraan bijgedragen. Ook het groeiende aantal buitenlandse studenten vergroot het talentaanbod aanzienlijk.

Deze inspanningen werpen vruchten af. Het aantal startende bedrijven groeit, evenals het aantal snelgroeiende ondernemingen. Het aantal scale-ups is in tien jaar bijna verdubbeld. Het aantal unicorns – jonge bedrijven met een waarde van minstens 1 miljard dollar – steeg van één in 2016 naar negen in 2025, waaronder Bunq, DataSnipper, MessageBird en Mollie.
Toch moeten we realistisch blijven. In andere landen groeit het aantal unicorns veel sneller. Nederland loopt achter op Israël en Singapore. De Verenigde Staten blijven het absolute toonbeeld van innovatie, met meer dan de helft van alle unicorns wereldwijd. Niet voor niets luidde Mario Draghi recent de noodklok over stagnatie in de Europese Unie. Europa kan zich geen stilstand permitteren.

Essay Erik Stam, beeld Bas van der Schot

Punten van zorg

Ondanks vooruitgang zijn er flinke zorgen. De OESO constateert dat Nederland internationaal achterblijft op talent, financiering en leiderschap.

Financiering blijft een knelpunt. Venture capital is gegroeid, maar Nederland blijft ver achter bij Zwitserland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Estland – en nog veel meer ten opzichte van Singapore, de VS en Israël. De Nederlandse bankensector verstrekt nauwelijks leningen aan startende bedrijven en het mkb. Ambitieuze ondernemers stuiten daardoor vaak op een muur.
r&d-investeringen stagneren. Nederland bungelt met 2,3 procent van het bbp in de Europese middenmoot. ASML blinkt uit, maar is een uitzondering. De overige negen bedrijven in de top-10 investeren gezamenlijk minder dan ASML alleen.

Voormalige koplopers als Philips, Akzo, DSM, Unilever en Shell zijn stilgevallen of vertrokken. Nieuwe koplopers zijn nauwelijks opgestaan. De reden? Culturele remmingen. Nederlandse ondernemers hebben relatief weinig ambitie om hun bedrijven groot te maken. Dit stilzwijgende probleem remt structureel ons innovatievermogen.

Vooruitgang nodig, politiek gaat achteruit

De productiviteit stagneert. De arbeidsmarkt is krap. Dat leidt tot lage werkloosheid, maar bedreigt onze toekomst. Tegelijkertijd nemen investeringen in talent en kennis af. Buitenlandse studenten – vaak oprichters of cruciale medewerkers van scale-ups – worden ontmoedigd. Een contraproductief beleid in tijden waarin we juist talent moeten aantrekken.

Hoewel het verbeteren van het ecosysteem hoger op de agenda staat, blijven de knelpunten bestaan. Op cruciale onderdelen, zoals talentontwikkeling en -aantrekking, lijken we zelfs achteruit te gaan. Voor behoud van verdienvermogen en om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken, is een fundamenteel sterker ecosysteem nodig. Dat begint bij een juiste diagnose, gevolgd door een brede dialoog en gerichte samenwerking.

Visie voor een ondernemende toekomst

Het versterken van het ecosysteem moet een structureel onderdeel van beleid zijn. Maar dat is niet genoeg. Meer ondernemerschap is geen doel op zich. Voor welke uitdagingen moet ondernemerschap oplossingen bieden?

De lijst is lang: betaalbare woningen, klimaatverandering, de transitie naar hernieuwbare energie, een vergrijzende bevolking, een krimpende arbeidsmarkt. Ook geopolitieke vraagstukken vragen om ondernemende oplossingen. Hoe kan ondernemerschap bijdragen aan de veiligheid van Nederland en Europa? Waarom benutten we de NAVO-norm van 5 procent van het bbp niet om innovatie en ambitie te stimuleren?

Via publieke aanbestedingen, gerichte regulering, belastingvoordelen en investeringen kan de overheid start-ups uitdagen om oplossingen te ontwikkelen. Werkt het? Dan kan het opschalen in Europa en daarbuiten. Zo groeit r&d én ontstaat maatschappelijke impact.

Wanneer scale-ups daadwerkelijk succesvol zijn, moeten ze stevig verankerd blijven in Europa. Medewerkersparticipatie of steward ownership, zoals bij Novo Nordisk in Denemarken, biedt daar een uitweg. Zo ontstaat een Europees model waarin innovatie en maatschappelijke verankering hand in hand gaan.

Essay Erik Stam, beeld Bas van der Schot

Een oproep tot ambitie

Nederland staat voor een keuze. Blijven we vasthouden aan wat we hebben en glijden we langzaam achteruit? Of durven we groot te dromen en te bouwen aan een toekomst waarin ondernemerschap ons land vooruitstuwt?

Stel je een ecosysteem voor dat talent aantrekt, voedt en impactvol maakt. Een Nederland dat kritische massa creëert op terreinen waar we écht verschil kunnen maken. Niet geïsoleerd, maar verbonden met Europa en de wereld – van Azië tot Afrika. Innovatie gekoppeld aan maatschappelijke verankering.

Wij hebben de kennis. Wij hebben het talent. Wat ontbreekt, is ambitie en visie. Laten we die durven formuleren. Laten we Nederland positioneren als een land waar ondernemerschap bloeit, waar innovatie maatschappelijke waarde creëert en waar toekomstige generaties met trots kunnen zeggen: hier heeft ondernemerschap Nederland vooruitgebracht.

Het Draghi-rapport – Europa op een kruispuntIn september 2024 legde Mario Draghi, oud-president van de Europese Centrale Bank, een rapport op tafel dat insloeg als een wake-upcall: The Future of European Competitiveness. Zijn boodschap was glashelder – Europa kan niet doorgaan op de huidige weg zonder zichzelf buitenspel te zetten.
De signalen zijn onmiskenbaar. Onze productiviteit stagneert, de innovatiekloof met de VS en China wordt groter, en het Europese sociale model dat decennialang stabiliteit bracht, dreigt onbetaalbaar te worden. Draghi benoemt drie feiten die we tegelijk onder ogen moeten zien. Eén: de innovatiekloof. Europa investeert te weinig in technologieën die de toekomst bepalen – kunstmatige intelligentie, biotechnologie, deep tech. Twee: de verduurzaming. In plaats van kostenpost moet de energietransitie de motor worden van nieuwe groei. Drie: strategische weerbaarheid. Een continent dat afhankelijk is van anderen voor energie, defensie en cruciale technologie, verliest zijn grip op de toekomst.
Draghi’s antwoord is even ambitieus als onvermijdelijk: een investeringsagenda van jaarlijks 750 tot 800 miljard euro extra, oftewel 4 à 5 procent van het Europese bbp. Geen eenmalig plan, maar een structurele inspanning die doet denken aan een permanent Marshallplan.
De oproep is meer dan economisch; het is existentieel. Europa moet opnieuw leren groots te denken, samen te handelen, lef te tonen, aldus Draghi. Doen we dat niet, dan wacht ons een stille achteruitgang. Doen we het wel, dan kan Europa opnieuw een wereldspeler zijn die innovatie koppelt aan brede welvaart.

 

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

arbeidsmarktbrede welvaarteuropaoesoondernemerschapvestigingsklimaat