4 SEP, 2025 • Interview

LyondellBasell-topman vecht voor duurzame industrie ín Nederland

Chemie zit overal om ons heen – van tandenborstel tot zonnepaneel – en LyondellBasell (LYB) is één van de grootste chemiebedrijven ter wereld die dit mogelijk maakt, met meerdere locaties in Nederland en het Europese hoofdkantoor in Rotterdam.

‘De industrie is geen last, maar een sleutel tot de oplossing – al doet het Nederlandse beleid vermoeden van wel.’ Dat stelt Ronald van Klaveren, vicepresident Global Chemical Sales & Sustainability bij chemiebedrijf LyondellBasell (LYB). Het bedrijf met productielocaties en joint ventures in twintig landen en meer dan honderd landen waarin hun producten worden verkocht, sloot recent een moderne fabriek in de Rotterdamse haven. Niet omdat die niet meer voldeed, maar omdat Nederland steeds minder aantrekkelijk wordt voor industriële productie. ‘We hebben hier gebouwd voor de toekomst, maar het beleid trekt het fundament onder die toekomst vandaan.’

Eind vorig jaar viel het doek voor recycler Stiphout (Limburg), waar LYB 50 procent belang in had. En dit voorjaar kondigde het bedrijf aan de Maasvlakte-locatie te sluiten, een joint venture met Covestro. ‘Het was een gezamenlijke beslissing. Na de Russische invasie in Oekraïne zijn de energieprijzen in Nederland geëxplodeerd. Tegelijkertijd zien we een enorme overcapaciteit uit landen als China. Zij bouwen in één jaar evenveel krakercapaciteit (nodig om grondstoffen te verwerken; red.) als wij in Europa in zestig jaar hebben opgebouwd. En dan komt die productie hiernaartoe’, vertelt Van Klaveren. ‘Als je dan het duurste productieland van Europa bent, val je als eerste af.’

De fabriek in de Rotterdamse haven was een voorbeeld van efficiëntie: energiezuinig, pas 21 jaar oud en gebouwd voor de lange termijn. ‘We hadden er 250 miljoen euro in verduurzaming geïnvesteerd via het Circular Steam Project, dat energie terugwon uit afvalwaterverwerking. We waren de benchmark voor het Europese CO₂-handelsysteem (ETS), waarbij bedrijven betalen voor hun uitstoot. Toch draaide de fabriek verlies en moesten we sluiten. Met drie keer hogere kosten dan elders houd je het simpelweg niet vol.’

‘De industrie is geen last, maar een sleutel tot de oplossing’

Sluipend proces

Toch is die sluiting geen geïsoleerd incident. Van Klaveren spreekt over een sluipend proces dat zich afspeelt onder de radar van politiek en publiek. ‘Ik noem het altijd een Jenga-toren: je haalt er één blokje uit en het geheel wankelt nog niet. Maar haal je er nog twee uit, dan zakt het in elkaar.’ Hij doelt op de industriële infrastructuur in Nederland. Die is robuust, maar ook kwetsbaar. Veel fabrieken zijn onderling verbonden via pijpleidingen, energienetten en logistieke stromen. ‘Dat is efficiënt, schoon en veilig. Maar die verbinding betekent ook dat als fabrieken verdwijnen en dus geen producten of grondstoffen meer leveren of ontvangen, andere acuut in de problemen kunnen komen. En dat ook toeleveranciers, afnemers en dienstverleners hun bestaansbasis kwijtraken.’

Het gaat volgens Van Klaveren om veel meer dan alleen chemie. ‘De basisindustrie in Nederland is – direct, indirect en afgeleid – verantwoordelijk voor ongeveer 435 duizend banen. We praten dan onder meer over toeleveranciers, logistiek, onderhoud, techniek – complete ketens. Als je die ontmantelt, zijn ze niet zomaar opnieuw op te bouwen. Wat weg is, komt niet meer terug.’

Verduurzaming

Ironisch genoeg zijn het juist de bedrijven die investeren in verduurzaming die door het strenge beleid worden geraakt, zegt Van Klaveren. LYB zet volgens hem stevig in op recycling, biogrondstoffen en circulaire ketens in de EU. ‘Volgend jaar openen we volgens plan Europa’s eerste chemische recyclingfabriek op commerciële schaal in Duitsland. In Nederland hebben we al mechanische recyclinginstallaties en een aandeel in de chemische recyclingfabriek Pryme. We maken van plastic afval de grondstof van de toekomst. Maar verduurzaming kost tijd en geld, en vraagt om beleid dat niet voortdurend verandert.’

Volgens Van Klaveren leeft er bij sommige beleidsmakers nog steeds het idee dat je vergroening bereikt door vervuilende industrieën weg te jagen. Maar dat is een illusie, stelt hij. ‘De productie verdwijnt niet – ze verplaatst. En daarmee verplaatsen ook de emissies, mogelijk naar landen met minder robuust beleid tegen klimaatverandering. Dan heb je dus meer CO₂ én minder banen en meer afhankelijkheid van andere regio’s voor materialen die we dagelijks gebruiken. Als we echt willen verduurzamen, moeten we het hier doen – in Europa, onder goede condities. Daar ligt juist een kans. Onze afvalinzameling, onze kennis, onze efficiëntie, onze infrastructuur – nergens ter wereld is dat beter geregeld dan in Nederland.’

Het grootste probleem, zegt Van Klaveren, is de onzekerheid. ‘Er is geen langetermijnvisie. Kabinetsval na kabinetsval. Nieuwe ministers, nieuwe prioriteiten. Terwijl wij investeren in installaties die dertig tot veertig jaar mee kunnen gaan. Hoe kun je dan nog plannen maken?’

Hij wijst naar buurlanden waar dat beter geregeld is. ‘In Duitsland bereikten SPD en CDU in een maand tijd overeenstemming over industriebeleid én asiel. België grijpt in op energieprijzen. Singapore werkt met een 15-jaarsplan en laat ook zien wat het in de vorige vijftien jaar bereikt heeft. In Nederland blijven we praten.’

Toch wil hij niet alleen met de vinger wijzen. ‘Ik heb gesprekken met ministeries, met Kamerleden, met andere bedrijven, met klanten en grote consumentenmerken. We proberen als sector met één stem te spreken. Maar het tempo is traag. En intussen nemen andere landen het voortouw.’

Ronald van Klaveren, LyondellBasell, foto: Sicco van Grieken

LyondellBasell-topman Ronald van Klaveren waarschuwt voor het sluipende verlies van een essentiële sector

‘Niet klagen, maar bewegen’

Van Klaveren erkent dat het bedrijfsleven ook zelf in actie moet komen. ‘Klagen alleen helpt niet. Je moet samenwerken – met klanten, met overheden, met de hele keten.’ LYB werkt met bekende merken samen aan het verduurzamen van producten. ‘Hoe maak je een fles shampoo circulair? Hoe pak je tomaten duurzamer in? Dat soort vragen brengt ons in beweging. En die gesprekken gaan de goede kant op.’

Verduurzaming, zegt hij, is allang geen modewoord meer. ‘Het is onze license to operate. En dat wordt breed gevoeld. Maar je hebt wel regels nodig die consistent zijn. Als klanten willen investeren in duurzame verpakkingen, willen ze eerst weten dat die investering ook rendeert.’

Toch blijft de realiteit weerbarstig. De druk op de industrie neemt toe, terwijl het politieke debat zich vaak toespitst op korte termijn-issues. ‘De woningnood, stikstof, asiel – allemaal belangrijk. Maar industriële kracht is óók een randvoorwaarde voor een goed functionerende samenleving. Chemie is een basisindustrie. Voor zo’n 96 procent van de spullen die we in het dagelijks leven gebruiken, is chemie nodig.’

Van Klaveren klinkt vastberaden. ‘Het is soms frustrerend dat we als industrie steeds opnieuw moeten uitleggen waarom we ertoe doen. We leveren de grondstoffen voor alles wat Nederland nodig heeft: van infrastructuur tot energietransitie, van defensie tot technologie en van woningbouw tot de medische sector.’

Over de vraag waarom hij zich hier zo voor inzet, hoeft Van Klaveren niet lang na te denken: ‘Ik kom niet uit de chemie. Ik ben begonnen in de mode-industrie. Kortetermijndenken, veel opportunisme – niks voor mij. Hier in de chemie werk je aan de lange termijn. Je bouwt aan iets structureels dat aan de basis staat van bijna alles. En je praat met mensen die dat ook willen.’ Hij is de afgelopen decennia gaan houden van de sector – én van de mensen die erin werken. ‘Klanten, concurrenten, leveranciers, we hebben elkaar allemaal nodig. En ik leer nog steeds elke dag.’

‘Geef ons ruimte, stabiliteit en een gelijk speelveld’

‘Wees trots en versnel de vraag naar duurzame producten’

Wat zou hij, als hij één minuut in de Tweede Kamer had, willen zeggen? ‘Wees trots op de industrie. We zijn onderdeel van de oplossing. We maken de energietransitie mogelijk, we zorgen voor werkgelegenheid en we versterken de strategische autonomie van Nederland. Maar dat lukt alleen als we samenwerken. Als de overheid koers durft te kiezen. Geef ons ruimte, stabiliteit en een gelijk speelveld. Dan doen wij de rest.’

Van Klaveren wijst ook op het belang van het versnellen van de vraag naar circulaire en koolstofarme producten. ‘Klanten willen nu nog niet betalen voor de investeringen die nodig zijn om te verduurzamen. Met duidelijke regels van de overheid kunnen we de kosten verdelen en verduurzaming voor iedereen betaalbaar maken,’ zegt Van Klaveren. ‘Nederland was ooit een handelsnatie met lef. Het is tijd dat lef opnieuw te tonen – met de industrie als bondgenoot, niet als tegenstander.’

*Dit artikel is geschreven op basis van het interview dat Ronald van Klaveren heeft gegeven in de podcast Haagse Bluf van VNO-NCW.

Wie is Ronald van Klaveren?Ronald van Klaveren (1965, Dordrecht) is sinds maart 2023 Vice President Global Chemical Sales & Sustainability bij LyondellBasell (LYB). Hij begon zijn carrière in 1989 bij ARCO Chemicals en bekleedde sindsdien diverse commerciële en leidinggevende functies wereldwijd, onder andere in Duitsland, het VK en de Verenigde Staten. Eerder leidde hij de wereldwijde divisies Propyleen Oxide & Derivaten en TBA/Styreen Monomeer. Sinds april 2024 is hij vicevoorzitter van de VNCI. Van Klaveren woont in Rotterdam, en heeft samen met zijn vrouw zes kinderen. Zijn passies zijn sport, Italië en mode – een interesse die hij ontwikkelde tijdens zijn eerdere werk in de kledingindustrie.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

chemische industriecirculaire economieduurzaam ondernemenenergietransitieeuropagrondstoffenindustriebeleidinnovatiemainportsstrategische autonomiewerkgelegenheid