Direct na de enorme aardbevingen kwam in Nederland hulp aan Turkije en Syrië op gang. Ook van ondernemers. Opinieblad Forum sprak drie van hen. Vandaag het laatste deel met de Syrische restauranthouder Dima al Tabbaa. ‘Met mijn euro’s kan ik in Syrië veel betekenen.’
‘Syrië is mijn geboorteland. Bij het zien van het nieuws dacht ik meteen aan de oorlog in Syrië. Is het een beetje rustig in het land, zijn er wéér doden, wéér steden in puin, wéér mensen in nood. Mijn man en ik konden er niet van slapen. De beelden waren vreselijk. De mensen die ik ken in Aleppo [in het zwaar getroffen noordwesten van Syrië; red.] heb ik meteen gebeld. Zij zijn ongedeerd, net als mijn familie in Damascus.’
‘In de eerste week van de aardbeving was ik vooral verdrietig. Daarna dacht ik: ik móet iets doen. Zo kwam ik op het idee om mijn restaurantwinst te doneren aan mensen in Syrië. Ik kan niet naar het land toegaan om te helpen, maar dit kan ik wél. Daardoor werd ik rustiger en voelde ik me minder machteloos.’
‘Ik wilde een meer blijvende oplossing bieden’
‘Mijn idee was niet om geld op te halen voor eten of voor tenten. Ik wilde een meer blijvende oplossing bieden: huizen huren voor enkele families. Mensen leven als gevolg van de aardbeving in een park of in een moskee. Ze leven op straat omdat ze bang zijn dat gebouwen weer instorten. Met het geld kan ik tien families zes maanden onderdak bieden. Syrisch geld is niets meer waard. Maar met mijn euro’s kan ik veel betekenen.’