4 NOV, 2025 • Opinie
Column Haroon Sheikh: Het is tijd voor Europese digitale giganten
Europa leunt nog altijd zwaar op Amerikaanse en Chinese techreuzen voor zijn digitale infrastructuur. Die afhankelijkheid maakt ons kwetsbaar – en onderstreept de noodzaak om te investeren in eigen technologie en samenwerking.
S tel je voor dat Amazon morgen besluit om zijn Europese activiteiten stil te leggen. Of dat Microsoft onze toegang tot de cloud beperkt. We zouden binnen een dag lamgeslagen zijn. Al jaren weten we dat Europa afhankelijk is van Amerikaanse techreuzen, maar pas de laatste tijd voelen we hoe kwetsbaar dat ons maakt.
Die kwetsbaarheid is niet nieuw. In zijn rapport waarschuwde Mario Draghi vorig jaar al voor de zwakke positie van Europa op het gebied van innovatie. Van zijn bijna vierhonderd aanbevelingen is inmiddels slechts een handvol uitgevoerd. Een recente analyse van de Australische denktank ASPI schetst een nog somberder beeld. Zij volgen 64 cruciale technologieën wereldwijd. China leidt op 57 daarvan, de Verenigde Staten op de overige zeven. Geen enkel Europees land voert de lijst aan op ook maar één technologie.
En toch ben ik optimistisch. Volgens Draghi doet Europa op veel terreinen niet onder voor de VS. De grootste achterstand zit in digitale technologie – en precies daar ontstaat nu een momentum dat we niet mogen laten glippen.
Samenwerking en investeringen als sleutel tot digitale soevereiniteit
Ik merk dat zelf bij Project Eurostack, een initiatief van Europese wetenschappers waar ik bij betrokken ben. We analyseren de digitale wereld als een ‘stack’: een gelaagde infrastructuur van grondstoffen, chips, netwerken, clouddiensten, kunstmatige intelligentie, applicaties en verbonden apparaten. Per laag brengen we de mondiale machtsverhoudingen in kaart.
China domineert de grondstoffen. De VS regeren in de cloud. Maar Europa heeft wel degelijk troeven. Op chipgebied spelen bedrijven als NXP, Infineon, STMicroelectronics en natuurlijk ASML een hoofdrol. In de netwerklaag staan Nokia en Ericsson op plek twee en drie achter Huawei. Op AI en applicaties lopen we achter, maar we kunnen onze positie versterken. Eurocommissaris Henna Virkkunen heeft het project inmiddels omarmd. De urgentie wordt dus gevoeld. Nu is het tijd voor actie.
Wat als we in de cloudlaag een Europees consortium oprichten, met bijvoorbeeld KPN, Deutsche Telekom, Orange en Telefónica? Gezamenlijk kunnen zij wél miljarden investeren en zo een alternatief vormen voor Amazon, Microsoft en Google. Als Europese overheden vervolgens hun eerste klant worden, ontstaat er in één klap een stevige thuismarkt.
Op chips en netwerken is samenwerking net zo logisch. De Europese chipbedrijven beconcurreren elkaar nu, maar leggen het af tegen Intel en Nvidia. Nokia en Ericsson zijn kleiner dan Huawei. Meer Europese samenwerking zou onze slagkracht vergroten – niet alleen binnen lagen, maar ook ertussen. De recente investering van ASML in het Franse AI-bedrijf Mistral en diens samenwerking met de Duitse dronemaker Helsing laat zien hoe dat eruit kan zien. Denk ook aan het Belgische IMEC en plannen voor een Gigafactory in Rotterdam: bouwstenen voor een sterker ecosysteem.
Nederland kan het voortouw nemen in een soeverein digitaal Europa
Tot slot kunnen we leren van het industriebeleid van China en de VS. Buitenlandse technologiebedrijven die in Europa actief zijn, zouden verplicht kunnen worden joint ventures aan te gaan met Europese partijen, en hier geavanceerde r&d te vestigen met Europese werknemers. Zo versterken we onze kennisbasis.
Als we die stappen durven te zetten, kunnen we de digitale lacune in Europa dichten. Nederland heeft op veel van deze terreinen een sleutelpositie en kan het voortouw nemen. Dan schrijft Draghi volgend jaar misschien een heel ander rapport – eentje waarin Europa niet langer afhankelijk is van Amerikaanse giganten, maar zélf digitale kampioenen heeft voortgebracht.
Haroon Sheikh is bijzonder hoogleraar Filosofie aan de VU Amsterdam en senior onderzoeker bij de WRR. Vanaf deze editie zal hij regelmatig een column schrijven voor Forum, waarin hij zijn visie deelt op geopolitiek, veiligheid, economie en de grote maatschappelijke opgaven die Nederland en Europa de komende decennia zullen vormen.

