8 MEI, 2025 • Portret

Armin Vahabian wil jongeren laten zien dat hard werken loont

Het lijkt wel een ondernemerssprookje: een verhaal over grote dromen, vallen en opstaan, en keihard werken. Het is het verhaal van Armin Vahabian, ceo van Fat Phill’s, de Amsterdamse burgerketen die de wereld wil veroveren. ‘Als het misgaat, ga ik gewoon weer burgers flippen.’

Het gesprek is bijna voorbij. Armin Vahabian loopt nog even langs de foto’s die aan de muur van de kantine, die ook dienst doet als opslag, hangen. Foto’s van proostende franchisenemers, van Armin die een contract ondertekent, van de surpriseparty die zijn werknemers voor hem organiseerden toen hij in april op de Forbes 30 Under 30-lijst stond. Een prestigieus lijstje. Enthousiast vertelt hij over de mijlpalen die elkaar in rap tempo opvolgen.

De jonge Amsterdammer – nog maar 28 jaar – zit in een rollercoaster. De afgelopen vijf jaar is er enorm veel veranderd in zijn leven. Hij is de baas van de snelst groeiende burgerketen in Nederland. Vorig jaar sloot hij een grote deal in Engeland, en hij is net terug uit Londen, waar inmiddels het 20ste restaurant is geopend. Twee dagen eerder stond hij nog in Cannes als spreker op MAPIC, de internationale winkelvastgoedbeurs. ‘We zijn nu ook bezig in Duitsland, Spanje en Frankrijk. De omzet? Zestien miljoen euro.’

En ondertussen is hij ook vader geworden van drie kinderen. ‘Mijn oudste is vier, en dan hebben we nog een tweeling. Geloof me, het is soms een grotere onderneming om hen ’s ochtends allemaal aangekleed en naar de opvang en school te krijgen.’

Vahabian praat makkelijk en toegankelijk. Een echte mensenmens, zoals zijn vriendin hem noemt. Hij is goed voor zijn medewerkers en voor de franchisenemers. ‘Ik haal enorm veel voldoening uit het feit dat ik een stad binnenloop en in elke winkel een franchisenemer vind die een gezin heeft. In elke winkel werken tien tot vijftien mensen die hun huur, gas, water en boodschappen kunnen betalen. Dat is veel waard.’

Keihard

Ondernemen zit in zijn bloed. Zijn ouders, die met de driejarige Armin uit Iran naar Nederland vluchtten, runnen al jaren het Perzische restaurant Manoto in hartje Amsterdam. ‘Ze hebben altijd keihard gewerkt om hier hun bestaan op te bouwen. Zes, zeven dagen per week. Al op jonge leeftijd hielp ik mee in de bediening. Ik was altijd al een sociale jongen, dus dat lag me wel. Later deed ik ook de administratie, regelde zaken met de gemeente en tolkte veel voor mijn ouders.’

Een belangrijke leerschool, realiseert hij zich nu. ‘Mijn ouders waren altijd aan het werk en hebben me echt losgelaten. Begrijp me niet verkeerd, ik kwam geen liefde tekort. Ik was ook een lief kind, geen herrieschopper, geen foute vrienden. Ze gaven me vooral vertrouwen.’

Dat vertrouwen maakte hem op jonge leeftijd zelfstandig. Op zijn veertiende organiseerde hij al feesten voor jongeren onder de zestien in Amsterdam. ‘Dat was in de tijd dat de FRIS-feesten ook begonnen. Zij deden het veel beter dan wij en zijn later enorm groot geworden. Maar ik heb echt ontzettend leuke dingen gedaan in die tijd.’

Dat hij ondernemer wilde worden, was al vroeg duidelijk. ‘Ik wilde voor mezelf beginnen, maar wat? Tussendoor heb ik altijd bij mijn vader in het restaurant gewerkt. Op mijn achttiende ben ik mijn eerste bedrijf gestart, met mijn oom importeerde ik natuursteen uit Iran.’

Armin Vahabian, foto: Jeroen PoorvlietStudiebol

Het werd geen succes. Vahabian glimlacht. Hij wilde te veel, te snel. Ondertussen studeerde hij Commerciële Economie, maar dat beviel hem niet. ‘Ik lees ontzettend veel, maar ik ben geen studiebol. Bovendien vond ik het lesmateriaal niet veel bijzonders; ik had al zoveel kennis opgedaan in de praktijk. Moest ik ineens de verschillen tussen een bv en nv uit mijn hoofd leren?’

Schoorvoetend ging hij naar zijn moeder toe. Zij hamerde altijd zo op studeren en het belang van diploma’s. Hij vroeg haar om een half jaar tijd. ‘Als het niet zou lukken om een eigen bedrijf te beginnen, zou ik teruggaan naar school.’

Niet veel later richtte hij Keystone Industry op. De natuursteen liet hem niet los. ‘Ik huurde een kantoortje en belde ontwikkelaars. Op een gegeven moment werd ik – ik was 20 – uitgenodigd bij BAM in Utrecht. Ik had goede prijzen, en ze praatten over een gigantische order. Daar schrok ik van: ik had het geld niet om dat allemaal voor te financieren, en ook mijn leverancier kon dat niet aan.’

Het tekent zijn lef en ambities. Later nam hij afscheid van de natuursteen en begon hij een pokébowlrestaurant, en weer later een broodjeszaak met een van zijn beste vrienden. ‘Ik vergeet het nooit meer. Het was de zomer van 2018, en ik ging met mijn vriendin naar Amerika. Die vriend belde me op en vertelde dat hij wilde stoppen met de broodjeszaak, omdat hij er niet meer in geloofde. ‘Ah, dat is prima,’ zei ik. ‘Ik heb een geweldig idee: ik ga een hamburgerrestaurant beginnen.’’

Vahabian raakte in Philadelphia geïnspireerd door de Amerikaanse foodculture. In Nederland leken de burgerzaken allemaal op elkaar, dacht hij. ‘Dat kan anders. Hier zag je toen ook nog geen smashburgers of loaded fries. Het was ook de tijd dat vegan populair werd, en toen kwam ik daar tegen de stroom in met Fat Phill’s.’

‘Ze whatsappen me ook van ‘He bro, hoe is het?’

Spiegel

Veel deuren bleven dicht. De grote banken wuifden de jonge Amsterdammer met zijn grote plannen weg. Vahabian gaf niet op. ‘Ik ben niet koppig, maar ik wil altijd alles doen om iets te laten slagen. Dat is mijn mentaliteit. Ik moet naar mezelf in de spiegel kunnen kijken.’

Het was uiteindelijk Qredits die wel luisterde naar zijn plannen. ‘Niet helemaal van harte, maar we kregen financiering en konden beginnen.’ Niet veel later opende de eerste Fat Phill’s in Amsterdam. Vahabian stond zelf in de winkel. ‘Zwarte handschoenen aan en burgers flippen. Veel mensen die daar werken, zijn daar nog steeds. Als ik de keuken binnenkom, kijken ze niet naar me als Armin de ceo. Nee, ik ben gewoon Armin. Ze whatsappen me ook van ‘He bro, hoe is het?’ Het team, zijn medewerkers, zijn belangrijk. Ze spelen een grote rol in het succes.

Het concept – met kwalitatief goed eten, streetart en hiphop – slaat aan. ‘Het voelde goed. Heel anders dan de pokébowl of de broodjeszaak.’

Het is fijn om zijn gelijk te halen, erkent hij met een klein lachje. ‘Ik hou ook van koffiezaken, maar als je diversiteit in een winkelstraat wilt, moet je geen zeven koffiezaakjes naast elkaar zetten. Natuurlijk heb ik als ondernemer ook een verantwoordelijkheid naar de samenleving toe. Ja, we zijn een burgerketen, maar wel met kwalitatief hoogstaande, verse producten. We zijn er niet voor zeven dagen per week, maar voor die ene keer in de week of maand dat je zin hebt in een hamburger. Voor jouw guilty pleasure.’

Het is een verhaal dat hij al vaak heeft verteld, dat is duidelijk. Niet overal werd Fat Phill’s met open armen ontvangen. De komst van het restaurant in Leiden leidde in 2022 bijvoorbeeld tot raadsvragen van GroenLinks, die vonden dat het stadsbestuur ‘de verantwoordelijkheid heeft voor het bevorderen van een gezonde leefomgeving.’ ‘We hebben later ook afscheid genomen van slogans als ‘The fattest in town,’ erkent Vahabian. Misschien beter om geen olie op het vuur te gooien.

‘Ik denk niet dat we nog gaan meemaken dat we allemaal vegetariër worden, maar ik zie wel dat mensen bewuster eten. Consumenten willen weten waar de koffiebonen vandaan komen, waar ons vlees vandaan komt.’

Juiste tijd, juiste plek

Bij toeval ontwikkelde hij een franchisemodel. Lucky accidents, noemt hij het graag. Iets horen op de juiste tijd, op de juiste plek. Zoals die keer dat hij in een taxi stapte die werd bestuurd door een oud-klasgenoot. Vahabian vertelde over zijn zaak en zijn plannen. ‘Hij vroeg of ik nog franchisenemers zocht. Dat woord bleef hangen, ik ging googlen en zette een franchiseformule in elkaar.’

Dag en nacht is hij met de zaak bezig. Al het succes is hem echt niet komen aanwaaien, klinkt het. ‘Ik werk keihard, heb dat altijd gedaan. Maar ik ben nooit het vertrouwen verloren, misschien komt dat door het vertrouwen dat ik van mijn ouders heb gekregen. Ze zijn nu ook zo trots.’

‘Vaak ben ik net zo oud als de kleinkinderen van de mensen met wie ik zakendoe’

Voorbeeld

Het is even stil. Zijn ouders betekenen veel voor hem. ‘Ik ben heel dankbaar voor het leven dat ik nu heb, voor wat ik mijn kinderen kan bieden. Maar mocht het allemaal niks worden, dan trek ik die zwarte handschoenen weer aan en ga ik burgers flippen. Ik hou van mooie spullen, maar ik kan ook zonder.’

Hij hoopt dat zijn verhaal, zijn succes, een voorbeeld is voor jongeren. Hij wil laten zien dat hard werken loont. ‘Ik ken natuurlijk ook jongeren die boos zijn op de hele wereld, die denken dat niemand op hen zit te wachten, die zich vanwege hun achtergrond gediscrimineerd voelen. Zelf heb ik daar nauwelijks mee te maken gehad. Al dat zelfmedelijden heeft geen zin. Jij hebt het zelf in de hand.’

Hij veert op, dit onderwerp gaat hem aan het hart. ‘Wil je op kantoor werken, dan kan je nu eenmaal niet in een joggingbroek aankomen. Zorg dat je normaal kunt communiceren, en iedereen kan naar de C&A gaan om een net overhemd te kopen, dat deed ik ook.’

Ernstig: ‘Ik ben zelf opgegroeid in Amsterdam-Noord, in een appartement van 44 m², zonder een echt netwerk in Nederland. Ik weet waar ik het over heb. Ik zeg ook wel eens tegen jongens in de zaak: ‘Je wilt groot worden in de muziek, een miljardenindustrie met enorm veel concurrentie? En je hebt nog niet genoeg discipline om hier op tijd te komen of een goede burger te bakken?’’

Als je iets doet, doe het dan goed. Of nog beter. Dat is hét motto van Vahabian. Zelf staat hij nog maar aan het begin. Hij droomt al over Azië, en Fat Phill’s gaat binnenkort naar de beurs. Vijfhonderd winkels erbij binnen tien jaar, duizend in 20 jaar. Hij glimlacht. Het voelt goed om zijn ambities uit te spreken. En over twintig jaar? Dan is hij nog niet eens vijftig. ‘Ik ben altijd al vroeg volwassen geweest, altijd de jongste van mijn vrienden. In de zakenwereld ben ik ook by far de jongste. Vaak ben ik net zo oud als de kleinkinderen van de mensen met wie ik zakendoe.’

Wie is Armin VahabianArmin Vahabian wordt in 1995 geboren in Hamadan (Iran) maar woont sinds zijn derde in Nederland. Hij werkt al vanaf jongs af aan in het restaurant Manato van zijn vader in Amsterdam. Dat hij ondernemer wilde worden, wist hij al op vroege leeftijd. Hij droomde eerst van een eigen bedrijf in natuursteen, later begon hij met een vriend een Pokébowlrestaurant, weer later een broodjeszaak. Het grote succes kwam in 2019 met Fat Phills, een snelgroeiende burgerketen. Vorig jaar sloot hij een grote deal in de UK, en dat lijkt nog maar het begin.

 

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

franchisehorecairanjongerenportret