Het Innovatie Attaché Netwerk: Duitsland

15-05-2023

Het Innovatie Attaché Netwerk (IA-netwerk) van de Nederlandse overheid ondersteunt en stimuleert internationale samenwerking tussen bedrijven, onderzoeksinstituten en overheden op het gebied van innovatie, technologie en wetenschap. In deze serie vertellen de innovatieattachés over hun werk. Dit keer Bart Sattler en Sarah Jakob, standplaats respectievelijk Berlijn en München.

 

Hoe ziet het IA-team in Duitsland uit?

Sattler: ‘Hier in Berlijn werken we met drie mensen, onder wie een collega met aandachtsgebied energie-innovaties. We bestrijken veel onderwerpen, zoals innovatie- en industriebeleid, economische veiligheid en digitalisering. Binnenkort komt er een nieuwe medewerker bij op het strategische thema defensie en veiligheid.’ Jakob: ‘In München zijn we met z’n tweeën. Mijn collega houdt zich bezig met lucht- en ruimtevaart, AI en quantumtechnologie. Ik ben verantwoordelijk voor life sciences and health en ondersteun mijn Berlijnse collega op het gebied van energie.’

Sattler: ‘We werken als één team voor de BV Nederland. Ons werkgebied omvat ook Oostenrijk en Zwitserland. De zestien Duitse Bundesländer bepalen allemaal hun eigen economisch beleid. Wij hebben daarom een goed netwerk in de deelstaten die het actiefst zijn met innovaties: Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg, Bayern en - in opkomst - Sachsen.’

 

Waar richt de Duitse overheid zich op?

Sattler: ‘In Nederland hebben we een missiegedreven topsector- en innovatiebeleid dat uitgaat van maatschappelijke uitdagingen. Duitsland heeft min of meer dezelfde prioritaire thema’s. We staan allebei voor de energietransitie en de digitale transitie. Gezondheid, voeding en veiligheid zijn uiteraard heel relevant. En alle sleuteltechnologieën om in de toekomst concurrentiekracht te behouden: kunstmatige intelligentie, quantumtechnologie, fotonica en smart industrie, de modernisering van de Europese maakindustrie. Die thema’s zijn ook vastgelegd in het Innovatie- en Technologiepact dat aan de Duitse kant is ondertekend door het ministerie van Economische Zaken en de tegenhanger van VNO-NCW, het Bundesverband der Deutsche Industrie.

Duitsland zet sterk in op het moderniseren en mondiaal concurrentiefähig houden van de Duitse industrie. Want die is een belangrijke strategische asset van Duitsland, en ongeveer twee keer zo groot als in Nederland als percentage van het bbp. Als de Duitse industrie instort, legt dat de bijl aan de wortel van de Duitse welvaart. En omdat onze landen nauw met elkaar verbonden zijn, ook aan die van de welvaart in Nederland.’

 

Hoe werken Nederlandse en Duitse bedrijven samen?

Sattler: ‘De Nederlandse industrie zit in veel waardeketens waar ook een Duitse partij in zit. Vaak zitten Duitse fabrikanten aan het einde van de keten en bepalen ze hoe die keten zich gaat ontwikkelen. Denk aan de grote Duitse automotive-industrie en de machinebouw. Daar wil je goed op aangesloten zijn om te weten waarheen de sector zich beweegt. Andersom heeft ASML veel leveranciers in Duitsland.

Als wij aan het buitenland denken, denken we terecht al snel aan Duitsland. Maar vanuit Duits perspectief is Nederland maar een van de negen buurlanden. Ook zien ze Nederland vaak als onderdeel van de Benelux. Wij moeten dus een stapje extra zetten in de profilering van Nederland. En dat moeten ondernemers ook doen. Je moet de tijd nemen om Duitse contacten op te bouwen en zichtbaar te blijven.’ Jakob: ‘Daarom zitten mijn collega en ik in München. Nederland is in Zuid-Duitsland al helemaal niet de eerste handelspartner waar ze aan denken.’

 

Waar liggen de beste kansen voor Nederlandse innovatieve bedrijven?

Sattler: ‘Het is evident dat er grote kansen liggen, vooral op de thema’s die we al noemden. Verder heeft Duitsland een farmaceutische industrie die Nederland niet meer zozeer heeft. Daar is het dus mogelijk ook goede partners te vinden voor innovatie in de life sciences en healthcare. De Duitse healthcaremarkt is de grootste in Europa. En dus liggen er voor Nederlandse start-ups kansen om in Duitsland te groeien.’ Jakob: ‘Nederland is in de zorg- en healthmarkt beter in digitalisering en AI. Maar daarvoor zijn data nodig, waarvan Duitsland veel heeft. Daar is een mooie samenwerking mogelijk.’

Sattler: ‘Ook batterijtechnologie biedt kansen. De elektrificatie van de automotor is voor Duitsland topprioriteit. En Nederland heeft kennisinstellingen en bedrijven die daar erg goed in zijn. Daarover heeft minister Adriaansens (EZK) onlangs een intentieovereenkomst afgesloten tijdens de Hannover Messe, de grootste industriële technologiebeurs ter wereld. Op het gebied van quantumtechnologie zitten we aan tafel omdat we met Quantum Delta NL een goede positie hebben opgebouwd. Je kunt maar beter aansluiten op innovaties elders om te voorkomen dat je het wiel opnieuw gaat uitvinden. Zekere bij technologieën die zo complex en duur zijn.’

 

Wat kunt u betekenen voor het Nederlandse bedrijfsleven? 

Sattler: ‘Allereerst werken we vraaggestuurd door ondernemers maatwerk te bieden. Bij voorkeur bouwen we bruggen vanuit innovatieclusters, zoals de Nederlandse AI-coalitie. Dan kan iedereen gebruikmaken van die institutionele samenwerkingen, en hoeven we niet elk individueel bedrijf te ondersteunen. Want dan lopen we al snel over.

Wij ondersteunen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen in de hele waarde- en kennisketen, van onderzoek tot aan de eerste lancering in de markt. En trouwens ook overheden, want de politieke en beleidsdimensie in ons werk is de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Technologie is steeds meer een geopolitieke concurrentiefactor geworden. Het Duitse ecosysteem van kennisinstellingen is heel goed. We hebben goede contacten met zowel de instituten voor fundamenteel als voor toegepast onderzoek.

Verder organiseren we behoorlijk wat innovatiemissies. Op de Hannover Messe stonden meer dan honderd Nederlandse bedrijven. In juni is er een grote missie voor de Nederlandse fotonicasector in München, en aansluitend ook een voor de quantumtechnologie. Ook zijn we al bezig met missies op het gebied van batterijtechnologie, waterstof, solar-PV en duurzame luchtvaart.’