‘Slim gebruik van het stroomnet is een blijvertje’

13-05-2024

Gerard Schouw is aanjager congestiemanagement. Hij helpt bedrijven om slim met stroom om te gaan, zodat ze zo weinig mogelijk last hebben van ‘filevorming’ op het net.  

Hoe word je aanjager congestiemanagement?   

‘Ik kreeg een telefoontje. Het kabinet was op zoek naar iemand die bij zou kunnen dragen aan het oplossen van de netcongestie vanuit het perspectief van het bedrijfsleven. Dat moest een onafhankelijke persoon zijn, tussen de partijen in. Ik ben niet gespecialiseerd in de energiesector; het gaat mij er vooral om dat ik het bedrijfsleven verder kan helpen. Maar ik zie natuurlijk ook wel dat de rol van elektriciteit steeds belangrijker wordt, vanwege de verduurzaming.’  

 

Waarom zitten we nu met het probleem van netcongestie?   

‘Eén: we zijn verslaafd geraakt aan gas. De aanwezigheid daarvan heeft vele jaren goedkope energie opgeleverd. Met de problematiek in Groningen is daar een einde aan gekomen. Twee: de oorlog in Oekraïne heeft tot het besef geleid dat we niet afhankelijk moeten zijn van de import van Russisch gas. Drie: de opkomst van zonne- en windenergie. Die vergroten de druk op het stroomnet.’  

‘Ik voel er weinig voor om een schuldige aan te wijzen. Dat is complex en levert weinig op. We moeten vooruitkijken en met elkaar creatief zijn. Er moeten nieuwe kabels worden getrokken om het net uit te breiden. Dat gaat even duren. Ondertussen is het dus zaak om slimmer gebruik te maken van het huidige stroomnet. Verslimmen dus.’  

Wie is Gerard Schouw? Na de studies bedrijfs- en bestuurskunde begon Gerard Schouw (58) in 1999 als wethouder in Dordrecht. Vanaf 1999 was hij actief binnen D66 als landelijk voorzitter en Eerste- en Tweede-Kamerlid. Van 2015 tot 2023 was hij directeur van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen. Sinds november 2023 is hij aanjager Slim met Stroom.    

Welke houding treft u aan bij het bedrijfsleven?  

‘Er zijn bedrijven die ervan balen dat ze niet op het net kunnen worden aangesloten. Sommige spannen zelfs rechtszaken aan om dat alsnog voor elkaar te krijgen. Maar dat is een minderheid. Ik zie veel creativiteit om te komen met oplossingen. De meeste ondernemers beseffen dat er duizenden mensen druk bezig zijn met uitbreiding van het net: bij de regionale netbeheerders, Tennet (beheerder van het landelijke hoogspanningsnet, red.), ministeries. Met elkaar kunnen we het schaffen.’  

 

Komt u goede voorbeelden tegen?   

‘Ja. Een verhuisbedrijf in Zuid-Holland heeft een elektrisch wagenpark en gebruikt een kraan voor de opslag van huisraad in containers. Zonnepanelen op het dak zorgen voor de stroom voor beide. Zo kan het bedrijf onafhankelijk van het net opereren. Een ander voorbeeld is de haven van Amsterdam. Bedrijven daar hebben een decentraal net – een energiehub – opgericht voor het onderling delen van stroom.’  

 

Waarom zouden bedrijven die zelf geen aansluitingsproblemen hebben meedoen?   

‘Een goede ondernemer kijkt vooruit: hoe moet ik me aanpassen als ik wél in de problemen kom? De energiestrategie wordt steeds meer in de boardroom besproken. Het gaat ook om solidariteit. Nu help je de buurman met zijn stroomvraag, morgen ben jij misschien de vragende partij. En financiële prikkels kunnen ook helpen om stroom te delen.’  

 

Moet u zendingswerk verrichten?  

‘Nou, dat gaat me wat te ver. Maar er moet iets gebeuren om tot slimmer gebruik van het net te komen. Ik moet partijen bij elkaar zien te brengen. Op de 3.700 bedrijventerreinen in Nederland gebeurt al veel. Het is de bedoeling dat 10 procent daarvan de komende vier jaar een energiehub vormt. Succesvolle projecten zet ik in de etalage om te laten zien dat het werkt.’  

 

Waar lopen bedrijven tegenaan als ze een energiehub willen vormen?   

‘Er is een ander energiecontract met de netbeheerder nodig: niet meer individueel maar als groep van bijvoorbeeld honderd bedrijven. Wat gebeurt er als een van die bedrijven failliet gaat. Of als er nieuwe bedrijven bij komen? En als er batterijen worden geplaatst om opgewekte stroom op te slaan, worden die dan gehuurd of gekocht? En door wie? Ik wil voorkomen dat bedrijventerrein steeds het wiel opnieuw moeten uitvinden.’  

‘We gaan een beetje terug naar vroeger, de tijd van decentrale netten. Zo worden bedrijven minder afhankelijk van de overbelaste nationale en regionale netten.’  

 

Netcongestie ook gevolg van ‘handdoekje leggen’ 

 

Wat kunt u nog meer doen om die overbelasting tegen te gaan?   

‘Nu zie je dat de wachtlijsten onder meer ontstaan doordat bedrijven een aanvraag voor aansluiting indienen terwijl daar geen directe reden voor is, voor de zekerheid. Het zogenaamde handdoekje leggen. Dat leidt tot ergernis bij bedrijven die wél een reële vraag hebben. Er is snelle winst te behalen als we die wachtlijst korter krijgen. Nu vindt er een check op het investeringsplan van aanvragers plaats. En in Engeland moet je flink betalen voor een aanvraag. Zo kun je zien of een bedrijf het serieus meent. Hierover, over het makkelijker maken van energiehubs en over financiële prikkels, zal ik na de zomer advies uitbrengen.’  

 

En dit alles in afwachting van de uitbreiding van het net?  

‘Ja, maar ik denk ook dat slim gebruik van het net een blijvertje is. Want de elektrificatie neemt alleen maar toe.’  

OndersteuningsprogrammaHet Ondersteuningsprogramma Netcongestie Bedrijfsleven is opgezet door VNO-NCW en MKB-Nederland met steun van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het programma helpt bedrijven met wat zij zelf kunnen doen om netcongestie te omzeilen. Daarnaast wordt ingezet op het versnellen van oplossingen zoals energiehubs, en op het op (veel) grotere schaal toepassen van oplossingen. Programmamanager is Servaas van der Ven.  

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.