Binnenkort begint zijn taalklas. 'Ik heb er zin in. De intaketoets was wel lastig, maar ik heb gedaan wat ik kon. Weet je wat ik tegen die mevrouw van de intake heb gezegd? Ik wil hierna door naar Engels.'
Laaggeletterdheid wordt een steeds groter probleem
Het verhaal van Hen Haster staat niet op zichzelf, weet directeur Ted van ’t Hek. Bij het 75-jaar oude familiebedrijf werken nu eenmaal veel doeners. Vakmensen die goed zijn met hun handen. 'Daar zijn we ook erg blij mee. Dit is van origine een bedrijf met veel mensen met weinig tot geen opleiding, en daar zitten dus ook relatief veel mensen tussen die niet zo goed kunnen lezen of schrijven.' Lang was dat in de bouwsector ook geen enkel probleem. Maar die tijden zijn voorbij, zegt Van ’t Hek. De samenleving is complexer geworden en van werknemers wordt ook steeds meer gevraagd.
Bij het funderingsbedrijf, waar ruim 400 mensen werken, is de aandacht voor taal de laatste jaren gegroeid. 'Dat kwam eigenlijk door de instroom van nieuwkomers. We hebben hier mensen uit Polen, Syrië en Kameroen. Toen we voor deze groep taallessen gingen regelen, dachten we: 'Wacht eens even. Wat doen we met de mensen die hier geboren en getogen zijn?' Deze mensen willen we ook helpen. En we kennen ze. Er zijn hier mensen die hun naam tekenen in plaatsen van schrijven.' Zo ging het balletje rollen.
'er zijn hier mensen die hun naam tekenen in plaats van schrijven. die willen we ook helpen'
Hoe Van ‘t Hek deze werknemers benadert? 'Dat gaat heel natuurlijk. We hebben hier bijvoorbeeld een lasser, die goed in zijn vak is. Hij wil graag doorgroeien. Wij zien dat helemaal zitten, maar dan moet hij wel aan z’n Nederlands gaan werken. Hij zal straks ook mailtjes naar klanten moeten sturen en dat moet dan niet heel veel tijd, bloed, zweet en tranen kosten.'
Er zijn nog meer manieren om taallessen aan te bieden. 'Wanneer een kind vroeger niet goed kon stilzitten, was het een druk kind. Nu heeft hij of zij ADHD. Je kunt het laaggeletterdheid noemen of de vraag stellen of iemand misschien dyslectisch is. Dat klinkt heel anders. Bijna sjiek en daar zeggen mensen toch makkelijker 'ja' tegen.'
Alarmbellen moeten op tijd rinkelen
Het past bij goed werkgeverschap om alert te zijn en oog te hebben voor het welbevinden van het personeel, vindt Van ’t Hek. Dat gaat veel verder dan taal. Hoe zit iemand in z’n vel? Loopt alles lekker met de collega’s? Hoe gaat het met de gezondheid? 'Neem loonbeslag. Dan gaan er bij ons meteen alarmbellen rinkelen. We hebben het zo geregeld dat iedere werknemer die hiermee te maken heeft een bezoek krijgt van een externe financieel adviseur. Die komt thuis langs en bespreekt samen met de medewerker en de eventuele partner de financiële situatie. Dan blijkt soms dat de post allang niet meer wordt opengemaakt. Dat kan óók te maken hebben met niet goed kunnen lezen en schrijven.' Het bedrijf verstrekt regelmatig personeelsleningen aan werknemers die in de schulden zitten. Niet vrijblijvend, klinkt het streng. Daar hoort wel een pakketje afspraken zoals het volgen van taallessen bij.
'extra aandacht voor je personeel zorgt voor tevreden en beter functionerende mensen'
Een goede werkgever zorgt voor z’n mensen, benadrukt de directeur nog maar eens. Dat zit in het dna van het familiebedrijf. 'Wij zijn echt nog een werkgever 1.0, hebben veel mensen die al langer dan 25 jaar bij ons werken en weinig freelancers in dienst. Dat is een bewuste keuze. Maar we proberen dat werkgeverschap wel op een moderne manier in te vullen.' Wat levert al die extra aandacht het bedrijf op? 'Tevreden en beter functionerende mensen. Het betaalt zich ook echt terug. Je ziet dat ook met de taallessen. Mensen krijgen meer zelfvertrouwen, meer plezier in het werk en worden productiever.'
Werkgevers hebben ook een verantwoordelijkheid voor de samenleving
En dan er is nog die maatschappelijke betrokkenheid. Ted van ‘t Hek maakt zich zorgen over de groeiende kloof in Nederland tussen the haves and the have nots. De overheid doet er nog te weinig aan om die kloof te dichten en werkgevers moeten dat oppakken, vindt hij. 'Dat meen ik echt. Begrijp me niet verkeerd: dit is een heibedrijf. We stoppen dingen in de grond waarop je kunt bouwen, dat is onze business. Maar ik maak me óók ernstige zorgen over onze samenleving.'
Hij vertelt hoe het bedrijf sinds vorig jaar ook een studiefonds in het leven heeft geroepen. Alle kinderen van zijn werknemers krijgen – vanaf de middelbare school tot het einde van de vervolgstudie – jaarlijks een bedrag op hun bankrekening gestort als tegemoetkoming in de studiekosten. 'Ik was pas nog bij een bijeenkomst over die ongelijkheid in Nederland. Weet je dat het opleidingsniveau van ouders nog steeds een bepalende succesfactor is? Voor veel kinderen van onze werknemers is doorstuderen vaak niet vanzelfsprekend. Ik hoop echt dat we met dit studiefonds op kleine schaal verschil kunnen maken.’
Lees ook het artikel: Laaggeletterdheid - zo pak je dat als werkgever aan.
Werkgevers die met taal op de werkvloer aan de slag kunnen ook in aanmerking komen voor subsidie, meer informatie hierover is te vinden op de website Tel mee met Taal.
Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Laaggeletterdheid komt vaker voor dan je denkt1,8 miljoen mensen tussen de 18 en 65 jaar in Nederland hebben moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. En dat zijn zeker niet alleen mensen met een migratie-achtergrond. Ruim de helft is Nederland geboren en getogen. De gevolgen van laaggeletterdheid zijn groot. De maatschappelijke kosten eveneens. Ook voor de werkgever. Mensen die worstelen met taal zijn vaker ziek, hebben meer last van stress en zijn minder productief. Aan 10 procent van de zware ongevallen in de procesindustrie liggen taalproblemen ten grondslag.
In de schoonmaakbranche, bouw en industriesector is ruim 40 procent van de werknemers laag geletterd, zo blijkt uit nieuw onderzoek in opdracht van Stichting Lezen en Schrijven. Hoewel de aandacht voor laaggeletterdheid de afgelopen jaren flink is gegroeid, is er nog een hele wereld te winnen. Aandacht van bedrijfsleven, brancheorganisaties en vakbonden is essentieel. Ook de SER luidde onlangs nog de noodklok. Het kabinet ziet volgens de raad de urgentie ‘niet voldoende’ en moet veel meer geld uit te trekken om laaggeletterdheid aan te pakken. De SER pleit ervoor dat gemeenten beter gaan samenwerken met werkgevers, maatschappelijke organisaties en het onderwijs om het probleem aan te pakken.’ Op de website van Taalakkoord, een initiatief van het ministerie van SZW, worden werkgevers ook opgeroepen werk te maken van taal op de werkvloer en zijn tal voor voorbeelden en tips te vinden.