18 DEC, 2014 • Achtergrond

Jong, enthousiast en sufgesolliciteerd

Ze zijn jong, enthousiast, net afgestudeerd en solliciteren zich suf. Jongeren zoeken werk maar komen moeilijk aan de slag. Wie zorgt dat deze generatie niet verloren gaat? ‘Alles beter dan jongeren thuis laten zitten.’

Na het afronden van haar hbo-opleiding maatschappelijk werk solliciteerde Karen Elberse (22) uit Amsterdam zich suf. Toen het resultaat na een halfjaar proberen uit bleef, vertrok ze naar Nepal om vrijwilligerswerk te doen. En om zichzelf op te laden, want afwijzing na afwijzing had haar zelfvertrouwen geen goed gedaan. Eenmaal terug in het Nederland probeerde ze het nog een halfjaar, tot ze tegen een nieuw project aanliep van Nuon, Philips en Alliander, I-MPower, om werkloze jongeren aan een baan te helpen. Elberse kon aan de slag als jongerencoach en kreeg daarnaast een persoonlijk budget voor cursussen. Nu, een half jaar na de start van het project, heeft Elberse samen met haar collega’s ruim 25 starters aan een baan geholpen.

Vanuit het kantoor van I-Mpower in Amsterdam voert ze elke dag gesprekken met Amsterdamse jongeren die net als zij niet makkelijk aan de slag komen. Van afgestudeerde wo’ers tot jongeren zonder startkwalificatie. Soms schrijft ze met hen een cv, een brief of kijkt ze waar hun kansen liggen, gesterkt door hr-coaches van de drie bedrijven. Met anderen gaat ze zelfs de straat op, winkels en bedrijven langs, om aan ondernemers te laten zien wat een jonge werknemer voor ze kan betekenen. ‘Ik heb echt het gevoel dat jongeren iets aan dit project hebben’, zegt Elberse. ‘Op mijn opleiding kreeg ik te weinig steun om na het halen van mijn diploma een baan te vinden. In mijn derde jaar liep ik wel stage, maar die banden waren na mijn afstuderen natuurlijk alweer verwaterd. Feit blijft: er is een tekort aan banen en jongeren zonder werkervaring moeten het dan eerst bezuren. Wij proberen hen een steuntje in de rug geven, want ik merk dat niet iedere jongere even goed weet waar en hoe het werk te vinden is. Ze moeten nu aan het werk, anders gaat er veel jonge en frisse kennis verloren.’

Nederland is geen spanje
Toegegeven, Nederland is geen Spanje of Griekenland, maar ook hier is jeugdwerkloosheid een probleem. Exacte cijfers zijn lastig te vinden, omdat instanties verschillende definities hanteren van wie jongeren zijn en wat werkloosheid is. Ook gaan onderzoeken vaak over een heterogene groep van 15 tot 27 jaar, waardoor jongeren die ‘maar’ een bijbaantje zoeken, jongeren die in het kader van hun opleiding een werkplek nodig hebben en jonge starters op één hoop worden gegooid. Tot slot discrimineren de cijfers niet, wat het voor beleidsmakers lastig maakt om te zien welke groepen hulp nodig hebben. Een afgestudeerde jurist die vakken vult, is op papier niet werkloos, maar laat wel kennis verloren gaan waar hij of zij vier jaar voor heeft gestudeerd. Zo’n 13 procent van de jongeren tot 27 was vorig jaar werkloos, meldt de Landelijke Jeugdmonitor 2014. Ongeveer de helft daarvan is op zoek naar een bijbaan. Het is een schijntje bij de 25 procent van bijvoorbeeld Spanje, maar een veel hoger getal dan de 5 procent van voor de crisis.

Start met startersbeurs
Zonde, dacht ook hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen van de Universiteit van Tilburg. Hij bedacht de startersbeurs, een gemeentelijke subsidie waarmee bedrijven voor een periode van zes maanden een jongere in dienst kunnen nemen. Geen stage zoals die binnen opleiding bestaat, maar meer een soort traineeship voor na de studie, waar een vergoeding van ongeveer 500 euro tegenover staat. De eerste resultaten zijn voorzichtig positief (pdf): ongeveer de helft van de jongeren vindt tijdens of na de leerplek een baan. Ruim een derde blijft werken bij het leerbedrijf zelf, zegt Wilthagen. ‘Ik merk dat de nieuwe werknemers soms ook hun eigen baan scheppen, doordat hun komst zorgt voor innovatie of een nieuwe richting die het bedrijf kan inslaan. Dan had de werkgever voorheen geen vacatures, maar kon hij dankzij zijn tijdelijke kracht wel een voorsprong voorwaarts maken. Daar profiteren beide partijen van.’

Ongeveer de helft van de gemeenten doet op dit moment mee met de regeling, waardoor niet alle jongeren die behoefte hebben aan een dergelijke beurs kunnen meedoen. Dat ondervindt ook Merle Schottert uit Nieuwleusen, gemeente Dalfsen. De 23-jarige werkt nu 2,5 jaar als magazijnmedewerker na het behalen van haar hbo-diploma Leisure Management, en wil dolgraag met de startersbeurs ervaring opdoen bij een bedrijf in de vrijetijdssector. ‘Ik kreeg weer hoop toen ik las over de beurs’, zegt Schottert. ‘Maar mijn gemeente werkt nog niet met een startersbeurs.’ Navraag bij de gemeente Dalfsen leert dat dat ook niet snel zal gebeuren. Omdat er niet genoeg werkloze jongeren in de gemeente wonen, is het rendement voor de gemeente niet hoog genoeg, laat een woordvoerder weten. Niet leuk voor Schottert, die de gemeente een tweet stuurde om hen te attenderen op de beurs. ‘Ik vind dat de beurs overal in Nederland toegankelijk moet zijn. Ik kan wel verhuizen, maar dan moet ik wel zeker weten dat ik elders wél een baan krijg.’

Lastige discussie voor politiek
Het landelijk aanpakken van de startersbeurs is echter problematisch, zegt Wilthagen. De hoogleraar stoort zich af en toe mateloos aan hoe er bij de overheid over jeugdwerkloosheid wordt gediscussieerd. ‘Voor de politiek is deze discussie schijnbaar te lastig. Je verzandt al snel in gesprekken of dit soort plekken voor verdringing op de arbeidsmarkt zorgt. Een duidelijke visie ontbreekt. Zonder innovatie krijg je geen verandering op de arbeidsmarkt. Dat lijkt de overheid in Den Haag lastig te begrijpen. Laat menselijk kapitaal niet verroesten, maar ga gewoon aan de slag. Alles beter dan jongeren thuis laten zitten.’

Wat bedrijven moeten doen in de strijd tegen jeugdwerkloosheid, is vol inzetten op de toekomst. Aan het woord Tom Plug, verantwoordelijk voor hr-strategie bij KPN. Hij heeft zich veel bezig gehouden met groepen die het lastig hebben op de arbeidsmarkt. ‘Voor ons is het ook belangrijk dat jongeren aan het werk komen’, zegt Plug. ‘KPN wil graag een afspiegeling van de maatschappij zijn, omdat we merken dat diversiteit zorgt voor meer innovatie en betere prestaties.’

Jongeren zijn de toekomst
Natuurlijk is het tekenen van een jongerenakkoord een manier om KPN’s maatschappelijke verantwoordelijkheid te onderstrepen, zegt Plug, maar het bedrijf heeft ook jongeren nodig om ook in de toekomst relevant te blijven. ‘Jongeren zijn voor ons de verbinding met de toekomst. Wij willen onze behoefte en die van hen bij elkaar brengen. Nee, we hoefden niet wakker geschud te worden, maar het aansluiten bij het akkoord onderstreept dit wel.’ En wat KPN zoal doet? Veel, zegt Plug. Onder meer veel leerwerkplekken aanbieden voor mbo- en hbo-studenten.

Ook geeft het bedrijf jongeren voorlichting over baankansen. ‘We proberen ze bijvoorbeeld enthousiast te maken om te kiezen voor techniek, omdat de verwachtingen zijn dat het aantal afstudeerders straks lager is dan het aantal vacatures.’ Het bedrijf gelooft in een volwaardige relatie met nieuwe werknemers, zegt Plug. ‘We geloven niet alleen maar in het kunstmatig creëren van plekken, dat is volgens ons uiteindelijk geen duurzame oplossing. Dat is vaak wel de eerste oplossing die geboden wordt bij groepen die het lastig hebben, zoals bijvoorbeeld arbeidsgehandicapten.’

Pleidooi voor lokale politiek
Jongerencoach Karen Elberse is in elk geval blij dat Nuon zich heeft ingezet om jongerenwerkloosheid nu al te voorkomen. Zelf is ze, als het project straks in juli 2015 afgelopen is, weer een jaar werkervaring rijker. ‘Ik kom bij allerlei bedrijven, ik bouw een netwerk op en doe zoveel nieuwe kennis en vaardigheden op’, somt ze enthousiast op. ‘Ik heb bijvoorbeeld laatst in de Amsterdamse gemeenteraad een pleidooi gehouden over dat scholen zich beter moeten inzetten om studenten goed voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Ook dat hoort erbij.’

Startersbeurs goede maatregel voor werkgevers

Voor het aanpakken van jeugdwerkloosheid is meer economische groei nodig. Omdat het herstel van de economie nog broos is, zijn veel ondernemers afwachtend en nemen ze nieuw personeel niet zomaar aan. Daarom is het – zeker voor jongeren – belangrijk dat vraag en aanbod elkaar gemakkelijker gaan vinden. Entree op de arbeidsmarkt via bijvoorbeeld de startersbeurs kan daarvoor zorgen. Het is daarom noodzakelijk dat de beurs in alle regio’s wordt aangeboden, ook voor werkloze jongeren zonder uitkering. Jongeren kunnen vast ervaring opdoen en werkgevers kunnen met hem of haar kennismaken. Uit zo’n samenwerking kan vervolgens nieuw werk ontstaan.

Mirjam Sterk, Ambassadeur jeugdwerkloosheid

Werkgevers weten vaak niet wat er mogelijk is

‘Wij praten en discussiëren teveel en doen te weinig? Nee, daar ben ik het helemaal niet mee eens. Mijn team wil echt dingen aanpakken. Wij kunnen geen banen maken, maar wij kunnen jongeren wel de juiste handvatten aanbieden zodat ze niet op de bank blijven zitten en zo in kunnen schuiven als de economie weer aantrekt.’ Mirjam Sterk, aangesteld door de overheid als ambassadeur jeugdwerkloosheid, kreeg bijvoorbeeld van de SP te horen dat er niet genoeg gebeurd vanuit de overheid om jongeren aan het werk te helpen. Zelf is ze positief gestemd over de aanpak. Sterk sloot afgelopen september met 26 bedrijven zogeheten jongerenakkoorden (pdf), om met hen afspraken te maken hoe ze jeugdwerkloosheid gaan helpen terugdringen. Rabobank spreekt bijvoorbeeld toeleveranciers aan, Friesland Campina gaat meer leerwerkplekken voor mbo’ers aanbieden en Unilever wil jongeren coachen bij het vinden van een baan of stage. Sterk wil graag dat ook andere werkgevers zich aansluiten. ‘Ik kan niet vaak genoeg zeggen dat dit geen liefdadigheid is, maar dat werkgevers ook in hun eigen toekomst investeren. Je investeert in de werknemer van de toekomst, in je eigen bedrijf en in Nederland. En mochten werkgevers het lastig vinden om plekken of mogelijkheden te bedenken, dan kom ik wel langs. Veel van hen weten ook niet dat je premiekorting kan krijgen bij het aannemen van een jongere. Er is gewoon zoveel mogelijk.’ Ook bedrijven die geen vacatures hebben, kunnen toch helpen, zegt Sterk. ‘Je kunt je leveranciers aanspreken of meer stageplekken aanbieden. Want 60 procent van de jeugdwerkloosheid draait om jongeren die geen stage of leerbaan kunnen vinden.’ De cijfers zijn voorzichtig positief, zegt ze. ‘Er zijn minder jongeren met een WW-uitkering en meer van hen zijn toch op zoek gegaan naar werk.’

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

arbeidsaanbodarbeidsbemiddelingarbeidsmarktarbeidsmarktbeleiddiversiteitsbeleidgemeentenhbo (hoger beroepsonderwijs)jeugdwerkloosheidjongeren