Ruim anderhalve maand is de Merwedebrug nu dicht voor vrachtverkeer. En dat kost transporteurs zoals Henk Swijnenburg handenvol geld. Maar of compensatie erin zit... ‘Hier heb ik toch niet om gevraagd?’
Een hagelnieuw pand op een bedrijventerrein in Werkendam. Swijnenburg Transport staat er met grote letters op. Naast de kantoorruimte twee laaddocks. Maar geen vrachtauto te bekennen. Als je niet beter wist, zou je denken dat het pand nog in gebruik moet worden genomen. De werkelijkheid is anders. Nog geen drie maanden geleden liep Henk Swijnenburg trots als een pauw rond in zijn nieuwe bedrijfspand vlakbij de snelweg A27. Dat het nu nagenoeg leeg staat, heeft maar één reden: de afsluiting van de Merwedebrug in de A27 voor vrachtverkeer. Normaal gesproken rijden er dagelijks een kleine honderdduizend auto’s over de snelweg tussen Breda en Utrecht. Daaronder veel vrachtauto’s. Tot Rijkswaterstaat de brug over de Merwede op 11 oktober totaal onverwacht taboe verklaarde voor verkeer boven 3.500 kilo totaalgewicht. Bij een reguliere inspectie zouden in de stalen constructie van de brug haarscheurtjes zijn ontdekt. Swijnenburg was die dag nog over de brug gereden. Er leek niets aan de hand. Maar ineens was het over. Niemand wist meer waar hij heen moest. In een mum van tijd stond het verkeer muurvast. Niet alleen op de A27, maar ook op de andere wegen in de regio. Inderhaast ingestelde omleidingsroutes en de inzet van verkeersregelaars veranderden daar niets aan. En ook nu nog is er vaak geen doorkomen aan.