22 OKT, 2024 • Vijf vragen aan
'Bedrijven moeten man-vrouwverhouding in kaart brengen'
Bedrijven die onder de wet ingroeiquotum en streefcijfers vallen konden bij de Sociaal-Economische Raad (SER) aangeven wat hun man-vrouwverhouding in de top is. Het publiceren en zichtbaar maken van deze gegevens per bedrijf werkt, zegt SER-voorzitter Kim Putters.
De helft van de beursgenoteerde bedrijven heeft nog steeds nul vrouwen in de raad van bestuur. Hoe komt dat?
‘Het zit hem er onder meer in dat we vaak de neiging hebben in onze eigen netwerken op zoek te gaan om vacatures in te vullen. Als je dat zo gewend bent, is het niet altijd makkelijk om alternatieve netwerken aan te boren, bijvoorbeeld waar meer vrouwen of mensen met een andere culturele achtergrond in te vinden zijn. Verder spelen vast ook nog steeds vooroordelen en aannames een rol. Vrouwen hebben van oudsher meer taken te combineren, thuis en op het werk. Te vaak wordt er nog vanuit gegaan dat zij aan de lat staan, bijvoorbeeld als er kinderen komen. Ook speelt mogelijk mee dat er meer rolmodellen nodig zijn. Wat ik gelukkig steeds minder hoor, is het vooroordeel dat ‘dit soort werk niet geschikt is’ voor vrouwen. Dat talentvolle vrouwen niet te vinden zijn, is ook geen argument meer. In de SER Topvrouwen-database met board ready vrouwen die wij bijhouden, staan inmiddels bijna vierduizend namen. Kortom er is nog veel werk te doen. Vandaar dat het ook belangrijk is dat bedrijven aan de slag gaan met het bevorderen van diversiteit; nagaan wat de man-vrouwverhouding in het bestuur, raad van commissarissen (RvC) en subtop is, ambities op dit vlak gaan formuleren en een plan van aanpak opstellen om die ambities ook te realiseren en te rapporteren. De SER ondersteunt daarbij.’
Vaak wordt de Nederlandse cultuur van deeltijdwerken genoemd als oorzaak. Speelt die een grote rol?
‘Dat zit heel erg in de Nederlandse cultuur. Maar dat is niet alleen iets van de werknemers; we zijn hier ingedoken en toen bleek dat in het onderwijs of de kinderopvang veel banen alleen maar in deeltijd werden aangeboden. Dan is het probleem dus ook institutioneel. Daar zit zeker in de kinderopvang misschien ook een deel van de oplossing.’
Hoe bedoelt u dat?
‘Als je om drie uur je kind van school moet halen omdat er geen opvang is, dan wordt fulltime werken lastig, of je nu als vader of als moeder op het schoolplein staat te wachten. Doordat onderwijs en opvang in Nederland in verschillende handen zijn, is het lastig om genoeg capaciteit te houden. Naschoolse opvang is cruciaal voor de werking van de arbeidsmarkt. Maar het kan ook positieve effecten hebben voor de ontwikkeling van kinderen. Dat is in Scandinavische landen beter geregeld.’
Doet Nederland het qua vrouwen in de bestuurlijke top goed, vergeleken met andere landen?
‘We trekken nu een been bij, het diversiteitsportaal helpt daarbij. Niet alleen vanwege de rapportage, maar ook door allerlei bijeenkomsten die we organiseren en de inspiratie die bedrijven elkaar bieden. Daar komen ook mannelijke ceo’s op af. Die vinden dat diversiteit in de top van het bedrijf geen strijd is van vrouwen, maar van iedereen. Hoe diverser de samenstelling van een raad, hoe meer inzichten en gevarieerde ervaringen ter tafel komen, dat komt de besluitvorming alleen maar ten goede.’
Hoe zit het eigenlijk met het aantal vrouwen op leidinggevende functies bij de SER zelf?
‘Op veel managementposities zijn de afgelopen jaren vrouwen terechtgekomen, waardoor er weinig mannen in de top van de organisatie waren. In de afgelopen periode zijn weer een paar mannen op leidinggevende posities benoemd, dus met onze genderbalans is het prima gesteld!’
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.