‘Afdingen? Daar doe ik niet aan’

10-09-2015

'Kennis hè', Bouchta Addoukkali weet waarom Marrokkanen bij hem hun traditionele meubels kopen. En waarom autochtone ondernemers er niet aan te pas komen. 'Ik ken de mensen, ik ken hun achtergronden. Ik snap wat ze zeggen en wat ze niet zeggen maar wel bedoelen.' Addoukkali heeft twee meubelzaken in Rotterdam en Amsterdam. Een derde zaak in Utrecht overleefde de crisis niet, vertelt de ondernemer met een spijtig gezicht. 'Marrokkanen doen grote aankopen veel met credit card. Door de crisis zijn ze voorzichtiger geworden met grote uitgaven.'

Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat de Marokkanen in Nederland langzaam in een betere economische positie komen. Ze volgen vaker hoger onderwijs en hun loon stijgt mee. Zo verdienen de 20 tot 35-jarige Marokkanen gemiddeld 1.000 euro meer dan de generatie van hun ouders. Bij Nederlandse jongeren is die trend omgekeerd. Addoukkali merkt in zijn winkel dat de financiële speelruimte van jongeren groter is. 'Er is steeds meer vraag naar onze producten, terwijl ze duurder zijn dan gemiddeld. Het is allemaal handwerk en volgens specificaties van de klant gemaakt.'

De grenzen tussen de bevolkingsgroepen vervagen steeds meer. Dat merkt ook Addoukkali. Zijn meubels worden gemaakt in Marokko en Turkije. Leveranties uit Syrië zijn sinds de oorlog daar gestopt. In zijn winkels komen niet alleen Marrokkanen of Turken, maar ook steeds meer autochtone klanten die iets zoeken met 'warmte, iets oriëntaals'. Aan de andere kant verandert de smaak van de jongere generatie, merkt hij, die wordt Nederlandser. Geen kleurige patronen meer, maar effen bruin met crème of twee kleuren groen. Dat past ook bij de ondernemersstrategie. Addoukkali doet in principe niet aan afdingen, iets waar overigens ook zijn autochtone klanten zich graag aan wagen. Gelezen in tijdschriften over Marokko, denkt hij. Met een kleine grijns: 'Ik werk in Nederland volgens Nederlandse normen.'

Lees meer over
Dit artikel komt uit de print Forum