6 NOV, 2025 • Whitepaper
White paper einde-afvalstatus
Naar een werkend systeem voor circulaire grondstoffen
Bedrijven die willen investeren in circulaire processen lopen tegen juridische belemmeringen aan rondom afvaldefinities zoals ‘voortgezet gebruik’, ‘bijproduct’, ‘einde-afvalstatus’ en ‘afvalstof’. Dit juridische kader is volgens de opstellers van dit White paper gebaseerd op een lineaire economie, het vertraagt investeringsbeslissingen, belemmert circulaire projecten en vergroot het risico op concurrentienadeel ten opzichte van andere lidstaten. Hierdoor wordt ook het voldoen aan Europese eisen voor recycled content en CO₂-reductie bemoeilijkt, en verdwijnen er te veel circulaire grondstoffen uit de materialenkringloop.
De opstellers zien een grote noodzaak in het herzien van de regels, de toepassing ervan en in het versterken van een interne markt voor secundaire grondstoffen. In dit paper worden de ervaren knelpunten en alvast enkele oplossingsrichtingen in beeld gebracht, als startpunt voor het gesprek met bevoegde instanties, beleidsmakers en wetgevers op zowel nationaal als EU-niveau.
Einde-afval als sleutel voor de circulaire economie
In Europa en Nederland streven we naar een circulaire economie. Door de toenemende druk op natuurlijke hulpbronnen is deze transitie geen keuze meer, maar een noodzaak. De industrie onderschrijft dit en wil daarom voor nieuwe producten reststromen inzetten als grondstoffen. Daarvoor zijn nieuwe wettelijke kaders nodig, zodat reststromen minder snel als afval worden gezien. Dat is complex, want ‘afval’ heeft een juridische status en mag niet zomaar opnieuw worden gebruikt vanwege mogelijke risico’s voor mens en milieu. De realiteit is hierdoor echter dat circulaire projecten vaak niet van de grond komen. Gemotiveerde bedrijven haken af, mede door de einde-afval problematiek: in Nederland is het juridisch lastig om afval als grondstof te verwerken. In dit white paper beschrijven we de knelpunten uit de praktijk en reiken we oplossingsrichtingen aan, zowel nationaal als Europees.
We roepen de overheid op om samen met het bedrijfsleven vooruit te kijken. De huidige afvalregels (gebaseerd op de Kaderrichtlijn afvalstoffen en Wet Milieubeheer) gebaseerd op een lineaire economie, is achterhaald. We moeten risico’s integraal afwegen en reststromen hoogwaardig toepassen. Dat vraagt om herdefiniëring van het begrip ‘afval’, gebaseerd op vertrouwen. Denk hierbij aan uniforme standaarden, gelijk gehanteerde ZZS-normen, transparante procedures en een voorspelbaar beoordelingsproces op basis van certificering. Ook moet overal gelijke milieuruimte gelden, bijvoorbeeld door praktische toetsing aan Europese product- en stoffenkaders. Er moet een gelijk speelveld zijn tussen fossiel en circulair, zodat ondernemers kunnen investeren in circulaire projecten en een markt voor hergebruik ontstaat. Zo kunnen we de kansen ook in Nederland verzilveren om toe te werken naar een gezonde, veilige en concurrerende interne markt voor secundaire grondstoffen. Ambitieuze doelen voor circulaire inzet van kunststoffen, brandstoffen en bouwstoffen komen in gevaar door de complexe einde-afval trajecten die bedrijven moeten doorlopen, zonder enige rechtszekerheid daarna. Voor een succesvolle transitie is een secundaire grondstoffenmarkt nodig met waarborgen voor mens en milieu. Zonder systeemverandering – nationaal én Europees – zijn de circulaire ambities niet haalbaar.
Het belang van herdefiniëring van afval is essentieel
Europese regels maken hergebruik van secundaire grondstoffen mogelijk door onder voorwaarden de juridische afvalstatus te schrappen. Dit verlengt de economische waarde van grondstoffen, vermindert milieu-impact en draagt bij aan klimaatdoelen. Hergebruik vervangt fossiele grondstoffen en voorkomt CO₂-uitstoot door storten of verbranden. De EU ontwikkelt met de Green Deal productgericht beleid met eisen voor aandelen recycled content in producten. Deze doelstellingen vragen dus om de inzet van afval- en reststoffen als grondstof. Voor kunststoffen moet in 2030 circa 20% van de Europese kunststofproductie circulair zijn. Voor brandstoffen geldt een CO₂-reductiedoel van 14,5% (‘well to wheel’), met afwijkende doelstellingen in Nederland voor wegtransport (27%) en de zeevaart (8%). Beschikbaarheid van voldoende secundaire grondstoffen is hiervoor cruciaal, maar de regelgeving is hier nog niet op ingericht. Nederland kent veel innovatie en ondernemerschap op het vlak van circulariteit, maar om op te schalen is een radicaal andere benadering van afval als grondstof nodig – met dezelfde waarborgen voor veiligheid en gezondheid als voor primaire grondstoffen. In dit paper doen we voorstellen voor publiek-private samenwerking, gericht op transparante, voorspelbare en gelijkwaardige waarborgen in de circulaire economie.
Er is veel te winnen bij een herwaardering van afvalstoffen als grondstoffen.
Dit white paper, opgesteld door VNO-NCW, Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs, VNCI, VEMOBIN, Invest-NL en het Platform Groene Chemie Nieuwe Economie, analyseert:
A. De grootste knelpunten die worden ervaren aan de hand van casuïstiek2 in en rond het Rotterdamse Haven en Industrieel Complex en
B. Oplossingsrichtingen voor een effectievere aanpak voor het ‘afval of grondstof’ vraagstuk.
Zie de Download voor het volledige white paper.