11 DEC, 2025 • Column
Onze innovatiegroeimachine sputtert. Tijd voor een hogere versnelling
Volgens het CPB hapert de economische dynamiek in Nederland. Vernieuwende, innovatieve bedrijven groeien te traag en oude bedrijven verdwijnen te langzaam. Het gevolg: de motor achter onze productiviteitsgroei sputtert. Dat is zorgelijk, juist in een tijd waarin technologische verandering (denk aan AI) razendsnel gaat.
Welke Schumpeter had gelijk?
Het begrip achter deze dynamiek is creatieve destructie, zo’n 100 jaar geleden bedacht door de Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter. Hij merkte op dat innovatie voornamelijk komt van nieuwkomers die bestaande markten opschudden. Dat is een cruciaal innovatiemodel. Dat was vroeger al zo maar zeker in dit AI-tijdperk, waarin nieuwe uitdagers razendsnel bestaande business modellen en sectoren omver kunnen werpen.
Later benadrukte diezelfde Schumpeter echter de rol van grote, gevestigde bedrijven als de kracht achter innovatie, met hun kapitaal en schaal om fors te investeren in R&D. Denk aan ASML en Philips, volgens ons recente R&D onderzoek de grootste investeerders in innovatie in Nederland.
Welke Schumpeter had gelijk? Wat mij betreft allebei. De Amerikaanse econoom William Baumol vatte het mooi samen: échte vooruitgang ontstaat in het samenspel van kleine, radicale vernieuwers en grote bedrijven die innovatie opschalen en verspreiden.
De innovatiegroeimachine
Deze ‘innovatiegroeimachine’, zoals Baumol die dynamiek noemt, zien we ook terug in Nederland: start-ups, mkb, grote bedrijven en kennisinstellingen die samen optrekken. Grote bedrijven zijn daarin onmisbaar. Niet als tegenpool van het mkb, maar als versneller ervan. ASML dient wederom als voorbeeld: de Brabantse halfgeleidergigant ontwikkelt haar volgende generatie machines met klanten, kennisinstellingen én toeleveranciers, veelal bedrijven uit het MKB.
Maar de brandstof voor onze innovatiegroeimachine raakt op. De overheidsinvesteringen in R&D staan onder druk, terwijl kennisontwikkeling en sterke ecosystemen juist nu essentieel zijn. Dat remt niet alleen kennisontwikkeling, maar tast direct de kracht van onze ecosystemen aan. Ook het bedrijfsleven is aan zet. Het investeert wel meer, maar nog altijd onder het EU-gemiddelde.
De dynamiek moet terug
Dat de formerende partijen inzetten op fiscale innovatie-instrumenten, het versterken van regionale ecosystemen, investeringen in belangrijke technologieën en sectoren, strategisch industriebeleid en stevige aandacht (en financiering) voor start en scale-ups is goed nieuws.
Maar zulke instrumenten hebben alleen het effect als ze langere tijd worden volgehouden. Zwabberbeleid en bezuinigingen erop zijn enorm schadelijk, vooral het mkb. Het remt namelijk hun bereidheid tot investeren.
Wie serieus wil dat Nederland weer bij de top-5 van meest concurrerende economieën hoort, weet wat er moet gebeuren: breng de dynamiek terug. Investeer consistent en ruimhartig in R&D, houd fiscale instrumenten stabiel en versterk regionale innovatie-ecosystemen. Als we dan ook nog het rapport Wennink voortvarend oppakken, dan zetten we onze innovatiegroeimachine in een hogere versnelling.