27 JAN, 2021 • Weekbulletin
Kennismaken met Pedro Roggeveen
In de rubriek ‘Even kennismaken met…’ leren we de beleidssecretarissen van VNO-NCW en MKB-Nederland beter kennen. Wie zijn ze en wat doen ze? Deze week: Pedro Roggeveen, die zich in Brussel onder meer bezighoudt met Europese verduurzaming en Europese macro-economie en financiële diensten.
Wat heb je met Europa?
‘Europa zit in me: ik ben half Portugees en heb Sloveense familie. Dus deze baan in Brussel als vooruitgeschoven post van VNO-NCW en MKB-Nederland past perfect. In 2017 ben ik tijdens mijn studie Europese bestuurskunde als stagiair op dit kantoor gekomen. Daar zag ik wat het werk inhield en welke stakeholders erbij betrokken zijn. En hoe dynamisch het is: ik spreek de hele dag met mensen om hun informatie te verzamelen. Vaak vrij informeel. Je bouwt een relatie op, professioneel maar op een gegeven moment ook vriendschappelijk. Toen er na mijn stage een plekje vrijkwam, heb ik gesolliciteerd en mocht ik blijven.’
Waar houd je je mee bezig?
‘Mijn grootste dossier is de Europese verduurzamingsportefeuille. Dat gaat vooral over de European Green Deal: het grote pakket maatregelen voor de maatschappelijke transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en vervuilingsvrije economie. Het tweede cluster is een economisch en financieel dossier: Europese macro-economie en financiële diensten. Die portefeuilles hebben gelukkig ook raakvlakken. Op dit moment ben ik samen met onze leden en Haagse collega’s vooral bezig met de aangescherpte emissiereductiedoelstelling. Het Europarlement en de Raad moeten het nog formeel goedkeuren, maar die doelstelling gaat waarschijnlijk omhoog naar 55 procent. Dit vraagt om grootschalige herziening van het energie- en klimaatbeleid, het zogenaamde fit for 55 package.’
Hoe bevalt het je om expat te zijn?
‘De charme van werken in Brussel is dat bruisende, internationale. Je komt allerlei nationaliteiten tegen. Omdat iedereen als buitenlander in dezelfde situatie zit, maak je ook heel makkelijk contact. Dat staat dat nu door corona helaas wel op een laag pitje. Tegelijkertijd is het belangrijk om feeling te houden met de ontwikkelingen in Nederland. Normaal gesproken ben ik wekelijks in Den Haag om de verbinding te houden met collega’s en afspraken te maken met beleidsmakers en onze leden.’
Wat heb je ervan geleerd?
‘Mijn werk is heel intercultureel, bijvoorbeeld als ik in Europees verband met zusterfederaties overleg welke posities we innemen op bepaalde dossiers. Nederlanders zijn wat directer en hebben graag het woord. Dat directe werkt soms goed bij internationale vergaderingen, maar soms ook niet. Er gebeurt enorm veel op Europees niveau, wat niet altijd bekend is in Nederland. Ik kan hier nog veel leren. Persoonlijk en op het gebied van Europese regelgeving. Hopelijk keert de bruisende sfeer van Brussel snel weer terug zodra dat veilig is. Deze baan is en blijft mensenwerk, het voegt echt iets toe om elkaar fysiek te ontmoeten.’