Zo schudde Speakap de communicatie in de supermarkt op

19-12-2017

Bellijsten, postvakjes, prikborden. Zo old school die communicatie in de supermarkt. Tot Erwin van der Vlist en Patrick van der Mijl met Speakap begonnen. 'We dachten: dat kan toch echt handiger.'

 

‘Wij vonden die postvakjes, prikborden en bellijsten nogal omslachtig om iedereen te kunnen bereiken’, zegt Patrick van der Mijl (links op de foto). Irritatie over inefficiënte communicatie ­tijdens een baantje in een Lelystadse supermarkt leidde zo’n tien jaar geleden tot het ontstaan van Speakap. Erwin van der Vlist en Van der Mijl bundelen daarin alle interne communicatie van een bedrijf. ‘Dat was in de tijd dat Hyves heel groot was en Facebook nog nauwelijks bekend. Een paar handige vakkenvullers knutselden iets in elkaar dat op een soort bedrijfs-Hyves leek, zodat we makkelijk met elkaar konden communiceren, diensten ruilen en zo. Andere filialen zagen dat en wilden dat ook.’

 

OnruststokersEr zijn van die bedrijven die hun sector flink opschudden. Onstuimige groeiers met wilde nieuwe ideeën. In Forum een nieuwe serie over deze (soms onbekende) bedrijven. We starten met Speakap. Een bedrijf dat Erwin van der Vlist en Patrick van der Mijl uit pure frustratie opzetten.

 

Zo werd Supermarktcentrale Speakap

Het tweetal nam het idee over en maakte er in 2009 een businessmodel omheen: Supermarktcentrale. Aangezien het beiden geen techneuten zijn, werd het programmeerwerk uitbesteed. Al gauw werd de echtgenote van de Lelystadse supermarktmanager in dienst genomen, maar het bleef een bijbaan. Van der Vlist werkte bij Deloitte en Van der Mijl in de makelaardij. Tot in 2011 de tijd rijp was om de remmen los te gooien. Sociale media waren gemeengoed geworden en werden massaal gebruikt om de bedrijfscommunicatie te omzeilen of aan te vullen. ‘Ik weet van een bedrijf waar alleen de filiaalmanager toegang had tot intranet. Hij maakte met zijn fototoestel een foto van de pagina die hij met zijn medewerkers wilde delen en zette die op de Whatsapp-groep.’ Handig, maar ook een bedrijfsrisico en daar konden ze op inspringen, realiseerden Erwin van der Vlist en Patrick van der Mijl zich.

 

'Via bellijsten en prikborden is het toch lastig communiceren'

 

Speakap groeit en gaat de grens over

De banen werden opgezegd, het bedrijf verhuisde naar Amsterdam en er werd een ploegje programmeurs aangenomen. ‘Als je het werk uitbesteedt, krijg je dat op 80 procent zoals jij het hebben wilt’, zegt Van der Mijl. ‘Doe je het zelf, dan kun je het honderd procent goed krijgen.’ Supermarktcentrale werd Speakap. Van der Vlist: ‘De eerste jaren namen we veel ervaren jongens van Hyves aan, dat over de kop was gegaan. Nu komen ze ook van Booking.com en Catawiki.’

‘In het begin moesten wij bedrijven overtuigen, nu komen er dagelijks tientallen goede leads binnen’, omschrijft Van der Vlist de evolutie van Speakap. Het is ook logisch, vindt hij. ‘Er is geen enkele controle van een organisatie op de informatiestroom als het personeel privémiddelen gebruikt. Bij ons gaat iemand automatisch in de app als hij in dienst komt en gaat er weer uit als hij weg gaat.’ Inmiddels werken er 40 mensen in het Amsterdamse kantoor (volgend jaar gaat dat verdubbelen, denken de twee eigenaren) en zijn er verkoopkantoren in het buitenland. Bekende namen onder de 300 klanten zijn bijvoorbeeld Mediamarkt, het Okura hotel en McDonalds.

 

'Concurrenten maken vooral techniek. Maar wat moeten vakvullers met videoconferencing?'

 

Hoe Speakap werkt

Het bijzondere van Speakap is volgens Van der Vlist en Van der Mijl niet zozeer dat alle bedrijfscommunicatie via één platform gaat. Van der Vlist: ‘Wat ons bijzonder maakt, is dat wij de communicatiestroom van het bedrijf volgen. Concurrenten zoals Microsoft, maken in eerste instantie techniek. Maar wat moeten vakkenvullers met videoconferencing? Onze applicaties zien er bewust uit als Facebook of WhatsApp, die kent bijna iedereen, dus die zijn vertrouwd. Ze werken ook ongeveer hetzelfde. En daar zit dan ook je intranet bij. Verkopers op een herenmodeafdeling willen gewoon hun werkrooster zien en kletsen met collega’s.’