4 JUL, 2024 • Reportage
Zo maakt de Banenafspraak impact in de praktijk. 'Werk is meedoen'
Bij McDonald’s leert de tweeling Regeer alles over omgaan met gasten, en over piepjes. Na twintig jaar bijstand ging Winston Maatrijk toch nog aan de slag en de Koerd Ekinci kon na het verkrijgen van een verblijfsvergunning eindelijk z’n leven weer opbouwen. Drie voorbeelden bewijzen dat de Banenafspraak wérkt. Het vraagt wel inzet van alle betrokkenen.
Of Winston Maatrijk het naar z’n zin heeft? Eigenaar Justin Willemsen weet dat wel zeker: ‘Vorig jaar had hij drie weken vakantie opgenomen en na twee weken belde hij dat hij alweer wilde beginnen.’De 59-jarige Maatrijk knikt. Hij miste het werk, de collega’s, het dagritme. Zijn leven is compleet veranderd sinds hij vier jaar geleden aan het werk ging. ‘Ik heb twintig jaar stilgezeten, stond vaak te hangen op straat en dat was ik zat.’Winston Maatrijk zat al meer dan twee decennia in de bijstand toen hij het roer omgooide. Inmiddels werkt hij alweer vier jaar bij Willemsen Infra in Utrecht. Een nieuwe liefde – hij trouwde in 2017- zorgde voor een ommekeer. ‘Ik moest m’n leven serieus gaan aanpakken. Ik ben naar de gemeente gestapt en zo ben ik bij de Beroepentuin terechtgekomen, daar koos ik voor grondwerk.’Hij was toen halverwege de vijftig.
Vertrouwen
Z’n motivatie viel op. ‘Ik zat in een klas met een paar grappenmakers, die het allemaal niet zo serieus namen. Ik heb tegen m’n begeleider gezegd: ik wil zo snel mogelijk aan het werk.’Dat werd Willemsen Infra. Dat Maatrijk al wat ouder was, maakte voor directeur Willemsen niet uit. ‘Als je maar wilt werken.’ Maatrijk: ‘We hadden een goed gesprek, en Justin zei dat hij vertrouwen in me had.’De eerste maanden begint iedere nieuwe werknemer van het bedrijf op de weg, met de kolkenzuiger op pad, belangrijk voor de doorstroming van de riolering. Willemsen: ‘Fysiek best zwaar werk. Een goede manier om te kijken of mensen bij ons passen. Als ze dat volhouden, houden ze alles vol.”Ik sta niet meer stil, dat is een goed gevoel’
Fitter
Maatrijk vond het helemaal prima. ‘De hele dag de weg op. Je loopt echt heel wat kilometers in een dag. Ik ben ook veel fitter geworden door het werk.’ Hij kan het goed vinden met z’n collega’s. ‘We beginnen de ochtend met een bakkie en daarna gaat iedereen op pad en aan het eind van de dag zien elkaar hier weer.’ Het werk heeft hem veranderd, zegt Maatrijk. ‘Ik heb hier ook mijn rijbewijs gehaald. Ik zie die gasten in de wijk nog steeds op dezelfde plek staan. Daar stond ik vroeger ook. Biertjes drinken, altijd maar klagen maar dat gaat niets veranderen. Je moet het toch zelf doen.’
Opbouwen
De Koerdische Şeyhmus Ekinci stond, na lang wachten op een verblijfsvergunning, te popelen om weer aan het werk te gaan. ‘Ik ben nu mijn leven weer aan het opbouwen.’ Hij wist meteen dat elektrotechniek wilde doen’, vertelt Şeyhmus Ekinci bij een bakje koffie in de kantine van het Antonius Ziekenhuis in Utrecht. Na bijna twee jaar stilzitten in een asielzoekerscentrum wilde hij aan het werk.;’In Turkije heb ik economie gestudeerd, maar mijn diploma is hier niet geldig. In de techniek kan ik sneller aan de slag.’ De gemeente Utrecht verwees hem naar de Beroepentuin, een van oorsprong Rotterdams initiatief voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Vier jaar geleden ging de Beroepentuin – in samenspraak met ondernemers – ook in Utrecht van start. Ekinci kon kiezen tussen een traject voor monteur grondwerk, zonnepanelen of elektro.’Geef mij nog maar tien keer een Şeyhmus’ Het was daar dat hij kennismaakte met Steven van Haarlem, operationeel manager bij technische dienstverlener Equans. Van Haarlem is examinator bij de Beroepentuin. Een goede manier om nieuwe mensen te vinden, vertelt hij. ‘Tijdens de examens zie ik meteen of ze het vak een beetje in de vingers hebben.’
Ekinci herinnert zich die kennismaking met Van Haarlem nog goed. ‘Mijn eerste sollicitatie, ik wilde het zo graag goed doen.’ Van Haarlem: ‘Ik zag een handige, enthousiaste jongen. Weet je, we kunnen mensen van alles leren, maar je moet wel willen.’ Het bleek een goede match. Ekinci werkt sinds september als onderhoudsmonteur voor Equans in het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein en Leidsche Rijn. Hij heeft zijn plek in het twaalfkoppige team gevonden. Van Haarlem: ‘Zijn Nederlands is ook enorm vooruitgegaan.’
De ontvangst door de collega’s is belangrijk, weet de manager. ‘We bereiden het team daar goed op voor: ‘Jongens, er komt een nieuwe collega die de taal nog niet zo goed spreekt en die het vak nog moet leren.’ En we wijzen een buddy aan.
Pannenkoek
Nederlanders hebben veel geduld, zegt Ekinci met een lach. ‘Mijn buddy is Bastiaan, hij heeft wel honderd keer gezegd, als je iets niet weet: vragen, vragen, vragen. Of het nu de naam van gereedschap is of iets anders, Bastiaan verliest zijn geduld niet. Soms noemt hij me ‘pannenkoek’, maar dat is een grapje.’
De buddy’s worden met zorg uitgekozen, zegt Van Haarlem, maar de praktijk is weerbarstig. ‘Zeker in deze krappe tijden waarin iedereen onder druk staat. Ik heb wel twintig vacatures openstaan. Veel tijd om iemand in te werken ontbreekt, het werk moet wel af. Een of twee leerlingen lukt wel, maar meer niet.
Van Haarlem vindt het belangrijk om mensen ‘met een rugzakje’ een kans te geven. ‘Werk is toch dé manier om mee te doen in de samenleving. Personeel van Equans ziet graag meer leerlingen. ‘Onze technische mensen worden ouder, het werk wordt zwaarder. Ze gaan liever – net als vroeger – in duo’s op pad dan alleen.’ Equans heeft nu ook een coördinator aangenomen om de banden met het onderwijs verder aan te halen.
Lang niet alle matches via de Beroepentuin of andere trajecten pakken goed uit. Verhalen genoeg. Over jongens die altijd te laat waren, die wegbleven zonder bericht. Of die ene man die ‘te moe was om op te komen dagen’. Een andere jongen wilde heel graag, maar de techniek kreeg hij maar niet in de vingers. ‘Dan moet je ook eerlijk zijn. Nee, geef mij maar tien keer een ?eyhmus.’ Ekinci begint in september met de avondopleiding elektrotechniek aan het ROC. ‘Ik durf nu pas weer over mijn toekomst in Nederland na te denken.’
Trotse tweeling
Bij de McDonald’s in Terneuzen komen twee zussen elke dag vrolijk binnengestapt. ‘Ik sta graag bij het doorgeven’, zegt de 24-jarige Alejandra Regeer terwijl ze wijst naar het loket van de McDrive. Haar zus Joella – identieke vlecht, groene pet en shirt – glimlacht. De tweeling zorgt soms voor verwarring bij automobilisten. Joella: ‘Hey, jij stond toch net daar?’, zeggen ze dan. Maar de vaste gasten kennen ons. ‘De tweeling van de Mac’ horen we buiten op straat.’ De zussen zijn trots op het werk dat ze doen. ‘We mogen nu zelf ook collega’s inwerken.’
Deborah de Fouw, bedrijfsleider van McDonald’s Terneuzen had in het begin ook moeite om Joella en Alejandra uit elkaar te houden. Ze maken inmiddels al twee jaar onderdeel uit van haar crew, zoals dat in de wereld van McDonald’s heet. Het was hun moeder die contact met het filiaal opnam of ze nog nieuwe medewerkers kon gebruiken. De Fouw kan zich het sollicitatiegesprek, hier in het restaurant, goed herinneren. Schuchter stapten de twee zussen, net van de praktijkschool – met hun moeder binnen. Ze maakten elkaars zinnen af. De Fouw: ‘Ik heb toen aangegeven dat ik de sollicitatiegesprekken echt pér persoon ging doen.’ Alejandra: ‘We wilden zo graag bij McDonald’s werken.’
‘Werk geeft deze jongeren structuur en voldoening’
Extra tijd
De bedrijfsleider begreep al snel dat de tweeling wat meer begeleiding op de vloer nodig zou hebben. Ze vindt het belangrijk om daar extra tijd voor te maken. Dat past ook bij de visie van McDonald’s. De Fouw heeft wel meer medewerkers die extra aandacht vragen. Soms komen de kandidaten via de gemeente, via het UWV of het praktijkonderwijs. ‘Mijn moeder heeft jarenlang op een praktijkschool gewerkt. Ik weet wat werk voor deze jongeren kan betekenen. Werk geeft structuur, voldoening. Maar als je alleen komt omdat het móet van de gemeente of van je moeder, dan wordt het niks.’ Alejandra heeft veel geleerd: ‘Hoe je met gasten omgaat, alle regels en procedures van elke werkplek en we mogen nu ook nieuwe collega’s inwerken.’
Piepjes
Joella vult aan: ‘We weten wat alle piepjes betekenen in de keuken. Er is ook een piepje wanneer je bijvoorbeeld je handen moet wassen. Dat is belangrijk.’
De Fouw ziet hoe de tweeling de afgelopen jaren is gegroeid. ‘Zelfstandiger, assertiever. Ze werken hier nu vijf dagen per week. Ik moet er niet aan denken dat deze meiden thuis waren komen te zitten.’
Extra begeleiding op de werkvloer vraagt meer tijd, benadrukt ze. En de Fouw heeft nóg 65 medewerkers. De tweeling heeft bijvoorbeeld moeite met rekenen, dus het duurde even voordat ze de kassa onder de knie kregen. ‘Maar we hebben er nu heel fijne medewerkers bij, die altijd vrolijk binnenstappen.’ Niet iedereen past bij McDonald’s, weet ze. Sommigen kunnen niet tegen de stress op drukke tijden. ‘Je moet ketchup in je aderen hebben, zeggen wij. Dat heeft de tweeling zeker.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.