De coronacrisis zet de wereldhandel onder druk. Landen neigen naar protectionisme. Handelsverdragen liggen onder vuur. Hoe gaat een ceo van een zuivelbedrijf, exportsector bij uitstek, daarmee om? ‘Je moet blijven uitleggen, ook als niet iedereen wil luisteren.’
Lyrisch kan ceo Albert de Groot worden over melkpoeder, het belangrijkste product van zijn bedrijf Vreugdenhil Dairy Foods. ‘Je haalt water uit een product waardoor het twee jaar buiten de koelkast houdbaar is. En ook nog eens het achtste van het oorspronkelijke volume heeft.’ Hij wil maar zeggen: wie zou dat niet willen in Europa, Afrika, Azië?
Meneer de Groot, redt uw bedrijf het nog een beetje in coronatijd?
‘Eigenlijk wel ja. Als voedingsindustrie zijn we een vitale sector, dus dat helpt. Mensen moeten blijven eten per slot van rekening. De verkoop van melkpoeder voor consumenten loopt zelfs beter: in crisistijd gaan mensen op zoek naar houdbare producten. De afzet van melk, room en kaas in de horeca viel wél weg. In het buitenland, waarvoor wij grotendeels produceren, hebben we voordeel van de goede Nederlandse reputatie. In crisistijd gríjpen mensen bijna naar Nederlandse producten.’
Maar u zult niet blij zijn met de huidige stand van de internationale handel.
‘De coronacrisis zorgt voor minder koopkracht bij mensen. En zuivel is in veel landen een luxeproduct. Nederland merkt daar de gevolgen van, want we zijn een klein, export georiënteerd land. Een goed melkland qua klimaat, ondernemerschap en de driehoek van kennis: bedrijven, overheid en de beste landbouwuniversiteit in de wereld. Het is niet toevallig dat we één van de grootste agro-regio’s ter wereld zijn.’
Niet iedereen is daar zo positief over.
‘Ik ken die geluiden. Moeten we wel zo’n grote agro-speler zijn? Moeten we dat wel blijven? Als internationaal georiënteerde sector zijn wij gebaat bij markttoegang en handelsverdragen. Ik zie geen betere bedrijven ontstaan in landen die hun grenzen afsluiten. Dat leidt tot inefficiëntie en het verval van sectoren. Je wordt als ondernemer niet uitgedaagd, innoveert niet, vraagt je niet af waar producten het beste – economisch en ecologisch – geproduceerd kunnen worden.’
‘De trend is nu dat mensen negatief zijn over het streven naar vrijhandel. Zelfs onze eigen melkveehouders zijn niet altijd positief. Ze zijn bij handelsverdragen al snel bang dat buitenlandse concurrenten voordelen hebben doordat zij hun producten goedkoper kunnen aanbieden omdat hun wetgeving soepeler is. Bijvoorbeeld met betrekking tot milieu- en klimaateisen. Maar er zit altijd wederkerigheid in de markttoegang in verdragen. Nederlandse zuivel kan dan ook makkelijker in het buitenland worden afgezet.’
Rapport Zuivel op hoog niveauDe Nederlandse Zuivel Organisatie publiceerde onlangs het rapport ‘Zuivel op hoog niveau’. Daarin wordt ingegaan op het economisch belang en de hoge kwaliteit van de sector.
‘Er is ook veel kritiek op het gelijke speelveld. We moeten ons wereldwijd hardmaken voor de normen en waarden bij het produceren. Je kunt in handelsverdragen bijvoorbeeld afspraken maken over dierenwelzijn en proberen om het niveau in beide handelszones omhoog te krijgen. Alleen zo kom je tot een meer duurzame productie. Dat lukt niet altijd. Dan kun je roepen: stoppen met het verdrag, maar ik zeg dan: verbéter het verdrag.’
Het interview gaat na de foto verder