9 OKT, 2014 • Interview

Rutte: ‘Zonder groei wordt ons land minder leuk’

‘Het grootste respect’ heeft minister-president Mark Rutte voor het bedrijfsleven dat Nederland door de crisis heeft getrokken. Maar de complimenten gaan nog niet gepaard met beloftes voor écht substantiële lastenverlichting. ‘’Het zou fantastisch zijn, maar dan moet de ruimte er wel zijn.’’

We leven in een geweldig land -– ook voor ondernemers –- maar de groeivooruitzichten zijn bepaald mager: niet meer dan 1 tot 1,5 procent groei. Wat betekent dat op de lange termijn?
‘’Wat dat precies voor consequenties heeft, kunnen anderen u beter voorrekenen. Maar ik wil het ook liever hebben over de kansen om die groei te vergroten!’’

Ik vraag het omdat groei vaak gezien wordt als een rechtse hobby, vooral leuk voor de bonussen.
‘’’Je wilt groei omdat groei leidt tot meer energie in de maatschappij, meer bedrijvigheid, meer banen. Als die groei te lang te laag blijft, blijf je met een hoge werkloosheid zitten. Dan kunnen talentvolle mensen hier hun ei niet kwijt en trekken ze weg.’’’

En dan kan Nederland zich die stijgende zorgkosten en uitgebreide collectieve voorzieningen helemaal niet meer veroorloven.…
‘’’Nou, die collectieve voorzieningen zijn op de lange termijn betaalbaar. Daar hebben we de maatregelen voor genomen. Dat wás een groot probleem, maar nu hebben we op de lange termijn weer een overschot. Dat hebben we gedaan door de pensioenleeftijd te verhogen en door de zorgkosten onder controle te krijgen.’’
’’‘Maar los daarvan, je hebt gewoon een minder leuk land als de groei te laag blijft. Daar moeten we dus gezamenlijk wat aan doen. Bedrijven door de arbeidsproductiviteit te verhogen. En de overheid door de juiste condities te scheppen.’’’

Het oplopen van de collectieve lasten met 20 miljard sinds 2001 heeft die condities nou niet echt verbeterd.
’’‘Die lasten zijn gestegen, zeker. Door de crisis liep de groei terug en hebben we zelfs krimp gehad, terwijl de overheidsuitgaven gewoon doorliepen. Daarom buigen we in zeven jaar tijd ook voor 51 miljard om. Twee derde door bezuinigingen -– er is echt heel diep gesneden -– en een derde door lastenverzwaringen. En nu moeten we die groei weer gaan vergroten.’’’

Hoe moeten bedrijven dat doen als die lasten zo zwaar drukken? Waarom zet u er niet op in om daar minstens 10 tot 15 miljard van terug te geven aan burgers en bedrijven, waartoe VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer onlangs opriep?
‘’’Nou, als het zó makkelijk zou zijn… Laat ik daar maar geen commentaar op geven. Natuurlijk moeten de lasten omlaag. Daar hoef je mij als liberaal niet van te overtuigen. Maar niet door een verslechtering van de overheidsfinanciën. We geven nog steeds 13 miljard meer uit dan er binnenkomt. We hebben een staatsschuld van 467 miljard euro. Als die verder oploopt, is dat slecht voor het vertrouwen. En voor het investeringsklimaat. Want ondernemers gaan denken dat de belastingen dan vast wel verhoogd zullen worden.’’’

De overheidsfinanciën zijn belangrijk, maar een beetje bestedingskracht bij burgers zou ook wel welkom zijn. Daar moet toch een balans in te vinden zijn?
’’‘Als lastenverlichting mogelijk is, dan ben ik daar onmiddellijk voor. Zeker als VVD’er. En ik denk dat ook de meeste PvdA’ers dat zouden willen. Maar niet door de overheidsfinanciën te verslechteren. Wat we wel kunnen doen is een belastingherziening die erop gericht is om de groei te vergroten. Dat kan door de lasten zodanig te verschuiven dat ze minder belastend zijn voor de economie. Om de inkomenseffecten beheersbaar te houden, heb je dan ook zo’’n 3 tot 5 miljard aan belastingverlichting nodig. Meer zou fantastisch zijn, maar dan moet die ruimte er wel komen.’’

Zou de groeikracht niet toenemen door eens wat minder collectief te regelen in Nederland? Mensen bouwen bijvoorbeeld vermogen op via de verplichte pensioenregeling, maar mogen er niet zelf voor kiezen om een deel te gebruiken om een bedrijf te starten.
‘‘Daar zou je best eens over na kunnen denken, maar dat is wel een heel ingewikkelde. Als je mensen geld uit een pensioenregeling laat halen, zou je de solidariteit in het pensioenstelsel aantasten. Daar zitten dus wel een paar serieuze risico’’s aan. En het geeft nu ook een bepaalde rust dat we in Nederland zo’’n mooi solide pensioenstelsel hebben.’’’

Collectief brengt rust, zegt u.
’’‘Ik ben een liberaal, dus sommige collectieve voorzieningen zou ik best willen beperken, maar bij pensioen gaat het ook om de solidariteit tussen generaties.’’’

Welke collectieve voorzieningen wilt u dan wel beperken?
’’‘Nou, daar zijn we natuurlijk al mee bezig in de sociale zekerheid. Die moet veel meer activerend worden, een trampoline in plaats van een vangnet. Dat die trampoline er is, geeft ook al rust. Maar het moet niet te veel uitdijen natuurlijk. Daarom gaan we nu ook samen met het bedrijfsleven veel meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk krijgen. Dat moet gewoon normaal worden.’’’

Nergens ter wereld is de ouderenzorg zó collectief geregeld als in Nederland.
’’‘Ja, en dan blijkt dat in de samenleving er steeds meer behoefte is om tot individuele keuzes en arrangementen te komen. Dat is een goede ontwikkeling. En dan zegt links meteen: dat is een ordinaire bezuiniging, maar het is een keuze als gevolg van ontwikkelingen in de samenleving.’’’

Bedrijven moeten ook zelf meer doen, bijvoorbeeld door het nóg meer internationaal te gaan verdienen. Wat voor kansen ziet u?
’’‘Ik zou willen dat kleine bedrijven beter gebruik zouden maken van de handelsmissies die wij organiseren. Men denkt vaak: dat is iets voor de Shells en de Unilevers, maar juist het gespecialiseerde mkb zou daar veel profijt van hebben. Ik vind dat de ondernemerskoepels meer moeten doen aan de bewustwording daarvan.’’’
’’‘En mijn andere klassieke verwijt -– of laat ik het een oproep noemen -– is dat het bedrijfsleven in de commissies die zich buigen over de inhoud van het mbo-onderwijs ook échte mensen uit de praktijk zetten. Niet die grijze pakken, maar meer stofjassen en overalls. Ik zie het echt als een risico dat brancheorganisaties bureaucratiseren en té ver af komen te staan van de nieuwste ontwikkelingen in het bedrijfsleven.’’’

U bent vaak op pad om Nederland ook in het buitenland op de kaart te zetten. Levert u dat nog goede ideeën op?
’’‘Absoluut, ik zie het ook als mijn taak als minister-president om te connecten met de outside world. Vorige week vrijdag sprak ik in New York nog met Nederlandse ict-startups die bezig zijn om door te groeien. In Nederland hoor je natuurlijk heel vaak over mkb-bedrijven die moeite hebben om geld los te krijgen bij banken. Die zijn in Nederland goed voor 90 procent van de kredietverlening. Maar in de Verenigde Staten loopt maar 30 tot 40 procent via banken. Daar zijn nog zoveel andere stromen. Hierin kunnen wij dus nog heel veel stappen zetten. Vaak is er nog wel geld voor start-ups, maar overleven ze de valley of death niet die er achteraan komt. Grote familiebedrijven in Nederland zouden bijvoorbeeld meer kunnen doen.’’
’’‘Wat bijvoorbeeld ook heel normaal is in New York is dat entrepreneurs aan de gang gaan in rundown buildings. Heel sober, misschien doet de lift het niet, zit er geen verf op de muur, maar wel ondernemen. In Nederland hebben we ook genoeg leeg-staande kantoren. Niet dat je dit soort dingen meteen één op één kunt overzetten hoor, want daar zit ook een hele cultuur om heen.’’’

U ziet New York als lichtend voorbeeld, heeft u wel eens eerder gezegd.
‘’’Ja, maar dat is gevaarlijk, want dan wordt meteen gezegd dat ik dan ook alle uitkeringen af wil schaffen. Maar wat ik zie in New York is dat toekomstgerichte can do. Dat hebben wij ook, alleen doen we daar wel eens te bescheiden over. Een Amerikaan die een pitch houdt, roept: ‘Ik ben geweldig en dit is wat ik ga bereiken.’ Dat verwachten ze daar ook. Wij hebben dezelfde ambitie maar laten dat minder zien. Dat is nergens voor nodig, want we hebben ongelooflijk veel om trots op te zijn.’’’

 

Wie is Mark Rutte?

Mark Rutte werd in 1967 in Den Haag geboren. Al tijdens zijn studie geschiedenis aan de Universiteit Leiden ging hij de politiek in. En werd voorzitter van de JOVD, de jongerenbeweging van de VVD.
Toch maakt hij eerst nog een uitstap naar het bedrijfsleven: hij werkte tien jaar bij Unilever op de afdeling personeelszaken. Tot hij in 2002 alsnog de overstap maakte naar de landelijke politiek. Rutte werd staatssecretaris Sociale Zaken en vervolgens van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de kabinetten-Balkenende I en II. Tot de VVD bij de verkiezingen in 2010 de grootste partij was Rutte Tweede Kamerlid. In dat jaar werd hij premier van het eerste kabinet-Rutte. Het kabinet viel voortijdig op het moment dat de PVV haar gedoogsteun opzegde. Sinds 2012 is Rutte premier in het kabinet-Rutte II.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

bedrijfskredieteninternationaal ondernemenlastendrukpensioenregelingsociale zekerheidsolidariteitstartende ondernemerszorgkosten