2 MRT, 2022 • Achtergrond

Oorlog in Oekraïne: wat merken Nederlandse ondernemers?

Nederlandse ondernemers met medewerkers in Oekraïne en bedrijven die direct de impact voelen van de Russische sancties voelen zich machteloos en wanhopig. Maar hun actiebereidheid en ondernemersgeest laat ze niet in de steek. ‘Geef Oekraïners de mogelijkheid om hier aan de slag te gaan.’

 

Een Russische inval in heel Oekraïne had Remy Lubbe, ceo van groenbedrijf Molter, in zijn wildste dromen niet voorzien. Molter kweekt en veredelt vaste planten en exporteert ze wereldwijd naar meer dan dertig landen. Lubbe kwam één keer per maand in Oekraïne en sprak dan onder anderen zijn lokale architecten en mensen van de ambassade. ‘Zij waren allemaal in de veronderstelling: het gaat om die twee volksrepublieken in het oosten. Niemand had hierop gerekend.’ De dag dat Poetin Oekraïne binnenviel zal Lubbe niet snel vergeten. ‘Omdat ik zo internationaal werk, check ik ’s ochtends als eerste de nieuwssites. Ik hing direct aan de app en telefoon naar mijn meest warme contacten.’ De eerste Nederlander die Lubbe belt, woont tussen Kiev en het vliegveld in. Hij vertelt dat ze die ochtend om 5 uur werden gewekt door raketinslagen op de luchthaven. Hoorbaar geëmotioneerd vertelt Lubbe: ‘Het hele huis stond te trillen. Kiev is omringd door rivieren. Bang dat de bruggen gebombardeerd zouden worden, reden ze om 6 uur al de stad uit, op weg naar Nederland.’

 

Ondernemer in Oekraïne

Molter is nu vier jaar actief in Oekraïne. Vier lokale (groen)architecten werken daar op projectbasis. Zij zitten op het moment van het interview thuis in schuilkelders; één in Dnipro, één in Zaporizhzha en twee in Kiev. ‘Ze zijn echt in paniek,’ zegt de Lubbe. ‘De meesten spreek ik twee of drie keer per dag.’ De groenondernemer voelt zich machteloos. ‘We kunnen niks doen voor onze Oekraïense medewerkers. Op afstand kun je alleen maar ondersteunen, je kunt ze niet hierheen halen. De mannen mogen het land al niet meer uit, veel vrouwen willen bij hun man blijven. Gisteravond had ik een van hen een half uur, drie kwartier aan de telefoon. Over koetjes en kalfjes, puur om even de gedachten te verzetten.’

 

‘Ik zie bij jonge mensen de angst in hun ogen’

 

Frank van Gool, ceo van internationaal uitzendbureau OTTO Work Force, was wél op de mogelijkheid van een Russische inval voorbereid. OTTO Work Force is met inmiddels zeven kantoren sinds tien jaar actief in het Oekraïense Charkov. Van de ongeveer 100 stafmedewerkers werkt de helft in Oekraïne en de andere helft in de back office in Polen. Zo’n drieduizend Oekraïense uitzendkrachten zijn aan het werk bij Poolse klanten van het bedrijf, voornamelijk in de logistiek en de productie-industrie. Twee weken voor 24 februari had Van Gool al een plan klaarliggen. ‘Onze mensen in Oekraïne zeiden: we zitten al acht jaar in dezelfde situatie, we geloven echt niet dat Poetin Oekraïne gaat binnenvallen. Je maakt je druk om niks. Maar ik voelde dat alle diplomatieke middelen op niets uitliepen. Dus besloot ik een crisisteam op te richten vanuit de OTTO holding in Nederland, aangestuurd vanuit ons managementteam in Oost-Europa. We hebben noodprotocollen geschreven, met twee keer per dag overleg.’ Op 24 februari treedt het crisisplan meteen in werking. Van Gool spreekt de Oekraïense stafmedewerkers in een meeting toe. ‘Ik zie echt de angst in hun ogen. We hebben vrij jonge mensen in onze organisatie, de meesten zijn tussen de 20 en 40 jaar. Je ziet hun dromen voor de toekomst vervliegen, maar ook hoe blij ze zijn dat we ze niet in de steek laten als bedrijf.’

 

Geld inzamelen

Het crisisplan biedt onder meer regelingen voor familieleden die in Polen herenigd willen worden met Oekraïense flexmedewerkers, en andersom voor Oekraïners in Polen die terug willen naar Oekraïne. ‘In Polen hebben we om die reden honderden extra bedden ingekocht,’ vertelt Van Gool. ‘We hebben satelliettelefoons gestuurd naar onze Oekraïense kantoren en de medewerkers direct een maand vooruitbetaald.’ Inmiddels zijn tientallen familieleden herenigd met onze flexmedewerkers in Polen, en tientallen met OTTO’s steun teruggekeerd naar Oekraïne. Deze stroom mensen in beide richtingen is nog steeds op gang, maar wordt met de dag moeilijker.’

Vooruitdenken brengt Van Gool rust, en het gevoel een heel klein beetje verschil te kunnen maken. OTTO’s 26 duizend medewerkers en relaties krijgen de mogelijkheid te doneren via de bestaande Otto Foundation. Het opgehaalde bedrag wordt straks verdubbeld, waarna de opbrengst wordt ingezet voor projecten in Oekraïne. ‘Binnen 24 uur na de lancering staat de teller al boven de 100.000 euro.’

 

‘De sancties tegen Rusland gaan een probleem vormen voor de wereldmarkt’

 

Voor groenbedrijf Molter zijn de financiële gevolgen van de oorlog in Oekraïne op dit moment nog moeilijk te overzien, zegt Lubbe. De Russische sancties vormen voor zijn sector de grootste bedreiging. ‘Een voordeel van buitenlandse handel drijven is dat je bij opdrachten 50 procent vooruitbetaald wordt. Bovendien zijn we in meer dan dertig landen actief; in dat opzicht is ons financiële risico betrekkelijk. Puur door de problematiek in Oekraïne zullen we niet snel in de problemen komen, daar is de Oekraïense markt te klein voor.’

Rusland daarentegen is een ander verhaal. ‘Ik zie gebeuren dat er in het kader van de Russische sancties een exportverbod komt richting Rusland. Op z’n minst kunnen de Russen ons niet meer betalen. Dat gaat indirect echte problemen veroorzaken voor de totale sector, want er zijn groenbedrijven die wel 50 tot 60 procent van hun omzet uit Rusland halen. Als hun producten niet meer naar Rusland kunnen, komen ze op de wereldmarkt terecht en heb je mogelijk al snel een overschot. Dan komt de hele sector in een negatieve spiraal terecht. Dat raakt dan elk bedrijf.’

Op de Dam in Amsterdam protesteren zo'n 15.000 mensen tegen de inval van Rusland in de Oekraïne. Ook worden er spullen ingezameld.

Op de Dam in Amsterdam protesteren zo’n 15.000 mensen tegen de inval van Rusland in de Oekraïne. Ook worden er spullen ingezameld.
Foto: Nico Garstman

OTTO ceo Van Gool kampt met gevoelens van machteloosheid en frustratie. ‘Het Westen is er natuurlijk niet op het moment suprême. Rationeel kan ik dat begrijpen, emotioneel niet. In een meeting met het team wil ik mensen een hart onder de riem steken. Maar je kunt zo weinig, behalve zeggen: we hebben protocollen. We zijn er voor jullie en proberen jullie met alle macht te helpen. Over een half uur ga ik weer met ze in overleg. Dat gaat 24/7 door.’ 

Tegelijkertijd houdt Van Gool zijn ondernemershoofd koel. ‘De Oekraïense mobilisatie is afgekondigd; mannen tussen de 18 en 60 jaar zijn opgeroepen om mee te vechten. De wekelijkse stroom Oekraïense flexmedewerkers naar Polen gaat deels opdrogen.’ Ook daar heeft de ceo al op geanticipeerd. ‘We gaan nu daar waar nodig inzetten op onze wervingskantoren in Vietnam, Indonesië en de Filippijnen om die stroom uitzendkrachten naar Polen aan te vullen. Zelfs voor de stroom Oekraïense vluchtelingen naar Nederland die straks op gang komt, heeft Van Gool al iets bedacht. ‘Oekraïners mogen van de staatssecretaris naar Nederland komen en langer blijven. VNO-NCW: geef die mensen de mogelijkheid om hier aan de slag te gaan. Ze kunnen aan het werk in de zorg, waar we alleen al dit jaar 49 duizend mensen tekortkomen. Dat aantal dat verdrievoudigt tot 150 duizend in 2030. De bouw heeft tienduizenden mensen tekort, en ook in de horeca en de land- en tuinbouw is een schreeuwend tekort aan mensen.’

De schade voor OTTO Work Force als bedrijf zal waarschijnlijk beperkt blijven, concludeert Van Gool.

 

Bakkerijen hard geraakt

Niet alleen Nederlandse ondernemers met werknemers in Oekraïne liggen wakker van de Russische inval. Klaas Fuite, ceo van de 94 jaar oude Bakkerij Fuite, voelt direct de impact van de Russische sancties. Fuite: ‘Om brood te bakken heb je twee grote componenten nodig; graan als hoofdgrondstof, en energie om het te bakken. Die twee componenten bepalen de prijs van brood. De dag van de inval zag je de graanprijzen al met 20 procent omhooggaan, de energieprijzen ook. Dat zal wel weer uit gaan nivelleren, maar we worden wel beperkt in onze energie- en tarweaanlevering. Daar in Rusland zit natuurlijk iemand aan de kraan te draaien. En een heel groot deel van de tarwe, het graan, komt uit Oekraïne en Rusland.’

 

De prijs van brood zal omhoog moeten, zegt Fuite. ‘Anders overleef je het niet als bakkerij. Deze extreme prijsstijgingen zijn niet meer te absorberen. De grondstof hebben de meeste bedrijven wel afgedekt met hun inkopen, maar je kunt niet alvast voor het hele jaar brandstof kopen. En je hebt met je vrachtwagen ook gewoon met de pompprijs te maken.’

Fuite rekent uit wat dit voor de consument betekent. ‘In de winkel kost een brood nu tussen de 1 euro en 1,20 euro. Over een jaar moet je denk ik naar 1,50 euro, 1,60 euro. En hoe minder we in het Westen zelfvoorzienend blijven, hoe hoger die prijs gaat oplopen. Door de stikstofproblematiek en woningnood wordt steeds meer Nederlandse landbouwgrond opgeofferd. We doen we er alles aan om geen voedsel meer te produceren in Europa.’

 

‘Wat hebben we er met z’n allen een puinhoop van gemaakt’

 

Zelf waterstof produceren

Fuite ziet de politieke en economische toekomst van Europa op z’n zachts gezegd somber in. Toch ziet ook hij als ondernemer kansen voor zijn tweehonderd man sterke bedrijf. ‘Als we doorgaan met onze sancties en onze grote mond, drijf je Rusland één op één in de armen van China. Dan zijn we natuurlijk helemáál klaar in Europa. Ik zie voor me dat we in onze armoede straks weer teruggaan naar het basisvoedsel. Daar zie ik als ondernemer dan weer kansen liggen. Want ongeacht de prijs is niks goedkoper dan brood.’

Die kansen zijn wel verbonden aan een essentiële voorwaarde, zegt Fuite. ‘Om als bedrijf in de toekomst te overleven moeten we minder afhankelijk worden van gas, en in onze eigen energie voorzien door bijvoorbeeld zelf waterstof te produceren. Daar zijn we als bakkerij al lang en hard mee bezig. Je moet je businesscase kunnen rondrekenen, maar met de huidige gasprijs is dat redelijk snel te doen.’ Fuite maakt zich zorgen over zijn bedrijf, maar nog veel meer over zijn kinderen. ‘Ik ben bang dat we in het Westen binnen tien jaar in de armoede terechtkomen. Daar lig ik wel wakker van, dat ik terugkijk en denk: wat hebben we er met z’n allen een puinhoop van gemaakt.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

economische sanctiesoekraïneondernemerschapoorlogrusland