24 SEP, 2014 • Portret
Niels Huber (Boon Edam) 'maakt alleen keuzes'
En ineens zag zijn leven er totaal anders uit. Niels Huber zou samen met zijn zus het familiebedrijf Boon Edam voortzetten. Maar ze verongelukte. Nu leidt Huber de draaideurengigant alleen. Ik verloor niet alleen mijn zus.
Op netwerkbijeenkomsten staat Niels Huber (43) regelmatig een tijd in z’n eentje aan een tafel. ‘Vaak horen mensen pas aan het einde van zo’n avond dat ik er ook was.’ Introvert en bescheiden, zo omschrijft de directeur van draaideurenfabrikant Boon Edam zichzelf. Niet iemand die met de vuist op tafel slaat. ‘Ik vind het lastig om me te uiten, ook als ik het ergens niet mee eens ben. Er zijn mensen die denken dat ik ze heel aardig vind, terwijl ik in werkelijkheid een hekel aan ze heb’, zegt hij lachend.
Maar hij weet het van zichzelf. En hij weet ook dat je als directievoorzitter soms duidelijk en streng moet zijn. Daarom omringt hij zich met mensen die hem erop wijzen als hij weer eens te lief is. ‘Direct zijn, gaat me steeds beter af. Ik durf eerder te zeggen dat iemand iets beter kan. Ik zal alleen nooit een roeptoeter worden of iemand op respectloze wijze in het openbaar ter verantwoording roepen.’
Bruut einde
Twaalf jaar geleden komt Huber aan het hoofd van Boon Edam te staan. Een bedrijf dat ooit door Gerrit Boon werd opgericht als timmerfabriek en aannemerij. Toen er in de familie Boon geen opvolger aanwezig bleek, begon de zoektocht naar geschikte overnamekandidaten. Via een advertentie kwam Boon terecht bij Koos Huber, de opa van Niels. Hij kocht het bedrijf. Zoons Rob en Erik kwamen in de jaren zestig in het bedrijf en besloten zich helemaal te focussen op het maken van draaideuren. Samen runden zij jarenlang Boon Edam tot ook bij hen de vraag komt: wie gaat het bedrijf voortzetten? De kinderen van Rob hebben geen belangstelling, die van Erik wel. Zoon Niels werkt na de mavo en de mts al vanaf zijn 19de voor Boon. Rijden op de vrachtwagen. ‘Ik was niet zo’n schoolganger en bovendien van kleins af aan al verliefd op vrachtwagens. Chauffeuren is ideaal werk voor een einzelgänger en het gaf mij de kans om Europa te zien.’
En ook zus Anita werkt in het bedrijf als rechterhand van vader Erik. Niels en Anita vormen daarom de gedroomde combinatie om hun vader op te volgen. Beiden fantaseren al van kinds af aan over de hoogste stoel bij Boon Edam.
In 1993 komt er bruut een einde aan die toekomstplannen. Anita komt totaal onverwacht om het leven bij een verkeersongeval. Ze is dan op weg naar het kantoor in Edam en pas 24 jaar.
U moet enorm onder druk hebben gestaan.
‘Het was een pittige tijd. Het stond meteen vast dat ik Boon alleen zou gaan overnemen, ik heb daar nooit aan getwijfeld. Zwaar was het wel, ik verloor niet alleen mijn zus en mijn zakenpartner, maar ook mijn beste vriendin. We hadden samen zoveel toekomstplannen.’
‘Pas achteraf weet ik dat ik druk heb gevoeld om het bedrijf over te nemen. Mijn ouders staken in die tijd hun nek uit om mijn oom uit te kunnen kopen. Ik mocht het niet verknallen. Mijn verantwoordelijkheidsgevoel was en is enorm. Als iets niet goed gaat, is het mijn schuld.’
Wat heeft de dood van uw zus met u gedaan?
‘Ik ben bewuster gaan leven. Heb keihard geleerd dat er geen garanties zijn voor morgen. Dat gezondheid het allerbelangrijkste is. Ik zeg nog steeds vaak tegen mensen: Wacht niet tot je pensioen met wat je wilt, maar doe het nu. Voor je het weet is het voorbij.’
‘Ik kan veel makkelijker relativeren. Tegelijkertijd denk ik vanuit een controlebehoefte veel vooruit, ik wil zoveel mogelijk plannen. Ik vergeet dan nog wel eens dat er vandaag en morgen ook van alles moet gebeuren.’
Noodlot
Tien jaar na de dood van Niels’ zus slaat het noodlot opnieuw toe. Zijn vader wordt in het vliegtuig, op weg naar de vestiging in Zweden, getroffen door twee tia’s. Zijn korte termijngeheugen raakt hierdoor zo aangetast, dat hij direct arbeidsongeschikt is. Hij is dan 57 jaar, vanaf zijn 60ste zou hij langzaam terugtreden. ‘Ik zat toen al in de directieraad en werd tijdelijk directievoorzitter. Toen ik zag hoe slecht mijn vader uit het revalidatieproces kwam, hebben we de knoop snel doorgehakt.’ Twee jaar later is zoon Niels ook op papier eigenaar van Boon. Voor zijn vader is het waardeloos om zo uitgeschakeld te worden en gedwongen afstand te moeten doen van het bedrijf. ‘Het is een vreselijk ziektebeeld. Lange tijd kwam hij één of twee dagen per week naar kantoor om wat dingen te coördineren, maar dat wordt nu steeds minder. Ik heb geen idee hoe de overdracht anders was verlopen, mijn vader was in elk geval niet de man voor twee kapiteins op een schip.’
En u?
‘Ik ben meer iemand van het samen doen. Voor mij is bij Boon bijvoorbeeld niks de verdienste van één persoon. We worden bestuurd door een directieraad en beslissen alles samen. Er zijn geen thema’s waarvan ik zeg: Daar heb ik specifiek een stempel op gedrukt.’
Dat geloof ik niet
‘De groei van Boon is een evolutionair proces geweest. Natuurlijk geef ik onderwerpen die ik echt belangrijk vind wel extra aandacht, duurzaamheid bijvoorbeeld en talentontwikkeling. We hebben daarom een Boon University opgericht, daar besteden we aandacht aan de koppeling tussen iemands persoonlijke en bedrijfsambitie. Als mensen doen waar ze blij en gelukkig van worden, komt het voor elkaar.’
Zo drukt u toch een stempel op de organisatie?
Twijfelend. ‘Ja. Klopt.’
U klinkt wel erg aarzelend
‘Successen claimen vind ik moeilijk. Dagelijks zetten duizend mensen zich in voor Boon Edam. Wie ben ik dan om te zeggen dat iets door mij komt? Ik maak alleen keuzes. Om een internationale salesweek te organiseren bijvoorbeeld. Alle salesmensen uit de hele wereld komen een week per jaar samen in Nederland. Ik vind mensen bij elkaar brengen belangrijk, één Boon is mijn filosofie. We moeten het met elkaar doen. Het resultaat van zo’n week is niet concreet meetbaar, maar ik zie het enthousiasme dat het oplevert. Medewerkers gaan na zulke bijeenkomsten als trotste Boon Edammer het veld in en dat merken de klanten.’
Huber is geen man van dikdoenerij. ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’, had zijn levensmotto kunnen zijn. Hij reist de hele wereld over, slaapt in de duurste hotels, maar in de zomer staat hij gewoon op de camping met zijn gezin. En hij is een mensenmens. Eigen, eerlijk en populair bij zijn medewerkers. ‘Ik hou van echt contact’, zegt hij. Het liefst met alle medewerkers van Boon Edam. Al zijn dat er inmiddels wel duizend wereldwijd. Daarom reist hij vaak naar vestigingen in het buitenland. ‘Ik wil weten hoe mensen daar werken en leven, wat hen bezighoudt. Ik bespreek dan van alles met ze, ook politieke thema’s. Ik vind het mooi om te weten hoe ze daarover denken.’
Een eerlijke, no-nonsense figuur, noemt hij zichzelf. Niet zo extreem. ‘Mijn vader was meer zwart-wit. Als een medewerker iets niet goed had gedaan, wist hij dat meteen. De manier waarop hij dat deed, past niet bij mij. Ik ben meer van het grijs. Mijn zus Anita leek op hem, zij trad ook makkelijk op de voorgrond.’
Waar wordt u gelukkig van?
Stilte. ‘Als we gezond zijn. Als gezin en als bedrijf.’
U wilt weten waar uw medewerkers blij van worden maar van uzelf weet u het niet?
‘Het is zo basaal. Mijn nieuwe auto, een Audi A5. Een rondje rijden op een vrachtwagen. Computers. Tastbaar en plastisch allemaal. En ik vind gras maaien en hout hakken leuk. Maar uiteindelijk is de glimlach van mijn dochters het meeste waard.’
Zijn uw dochters al bezig met Boon?
‘Ik had als jongetje geen idee wat het inhield om de hoogste baas te zijn van Boon. Er komt zoveel bij kijken. Het internationale aspect, managen, boekhouden, geld verdienen, verkopen, je moet er allemaal feeling mee hebben. Mijn dochters zijn wel geïnteresseerd in het bedrijf, maar zijn zich niet bewust van al die aspecten. Mijn oudste is 14, ze vindt wis- en natuurkunde leuk. Ik zou het geweldig vinden als ze als meid de techniek in gaat.’
Zijn uw ouders trots op u?
‘Ik denk het wel.’
U weet het niet zeker?
‘Ze laten dat heus wel blijken, maar ik kan het niet voelen. Ik heb na alles wat er is gebeurd wel een scherm opgetrokken.’
Nederland wijst in het buitenland teveel met het vingertje
‘Ik geloof in de kracht van samenwerken. Dan bereik je meer dan wanneer je zegt: ‘Wij doen het zo en dat moeten jullie ook doen.’ Ik kom in landen waar ze in twintig jaar een onvoorstelbare ontwikkeling hebben doorgemaakt. Kijk daar eens naar.’
Management gaat vooral over winst en verlies
‘Ik noem dat scoreboardmanagement, bij Boon mogen afdelingen daar niet apart op worden afgerekend. Management gaat juist over de systemen onder het scoreboard. Die moeten gemanaged worden.’
Er moeten meer technici worden opgeleid
‘Als de arbeidsmarkt verder aantrekt, ontstaan grote tekorten en wordt het moeilijk om technisch talent binnen te houden. Onze processen zijn complex, we hebben specifieke kwaliteiten nodig. Daar zou meer aandacht voor moeten komen.’
1970 Geboren in Amsterdam
1982 Mavo in Edam
1986 Mts in Hoorn
1989 Vrachtwagenchauffeur bij Boon Edam
1994 Expeditie, productie en assemblage
2002 Directievoorzitter Boon Edam
2004 Eigenaar Boon Edam Niels Huber is getrouwd en heeft twee dochters van 14 en 8 jaar
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.