8 MEI, 2013 • Actueel
Is dit een belastingparadijs?
Nederland, een belastingparadijs? Emeritus hoogleraar Fiscale economie en SER-kroonlid Leo Stevens steekt zijn mening over deze vraag niet onder stoelen en banken: ‘Dat is voor een heel groot gedeelte volstrekte nonsens. Iedereen die naar zijn eigen loonstrookje kijkt, ziet dat we geen paradijselijke belastingtarieven hebben. Om nu net te doen alsof we een bananenrepubliek zijn, waar je gewoon ‘los van de wet’ kunt onderhandelen over het belastingtarief , is ridicuul.’
Zo, die mening staat. Stevens kan het weten. Hij is binnen het Nederlandse belastingrecht een zwaargewicht. Hij opereert als onafhankelijke wetenschapper, zonder binding met welk belastingadvieskantoor dan ook. ‘Ik heb geen commissariaten of adviesrelaties. Ik wil mijn opstelling niet mede laten bepalen door specifieke belangenbehartiging. Dat maakt mijn werk overzichtelijk.’
De oud-hoogleraar was betrokken bij de majeure herziening van het Nederlandse belastingstelsel in 2001. Hij leidde vorig jaar de Commissie Horizontaal Toezicht Belastingdienst, waarbij de werkwijze van de Belastingdienst ten opzichte van het bedrijfsleven werd geëvalueerd.
Felle discussies
Dat er weer felle discussies worden gevoerd over het belastingbeleid van Nederland verbaast Stevens niet: ‘Het onderwerp speelt al lang. Het komt op, gaat weer weg en duikt na een tijdje weer op. Ik begrijp het ook wel. Er is een crisis en de publieke opinie roert zich.’
Dat er over het belastingsysteem van Nederland wordt gesproken, is in zijn ogen positief. ‘Als de discussie maar op een fatsoenlijke manier wordt gevoerd. Te vaak is het een zaak van naming en shaming. Dan wordt er iemand beschadigd die niet beschadigd hoort te worden.’ Onlangs schreef Stevens een opiniestuk in het Financieele Dagblad, voorzien van de lange kop: ‘Discussie over belastingparadijzen verdient meer nuance van politici en beleidsmakers.’
Een sterke economie in een concurrerende omgeving kan niet zonder een belastingstelsel van hoge kwaliteit, vindt hij. Een goed belastingstelsel hoort bij een goed vestigingsklimaat én Nederland hééft een goed vestigingsklimaat. Al jaren. ‘Ons land is een belangrijk doorvoerland met een geweldig netwerk aan verdragen. We zijn een perfecte koppelaar. Dat is traditioneel altijd al zo geweest. Niet voor niets dat de International Fiscal Association, een fiscalistenorganisatie, haar hoofdkwartier sinds 1938 in Nederland heeft staan. Ons land heeft altijd naar buiten gekeken wat betreft de fiscaliteit. Dat is een grote plus. Maar moeten we die expertise inzetten om anderen gebruik te laten maken om belastingverplichtingen te ontwijken? Dan zeg ik: ‘Nadrukkelijk nee.’ Belastingen hebben ook een morele dimensie.’
Veel buitenland
Stevens staat niet alleen in zijn mening over ons land, zo blijkt. Marnix van Rij, partner binnen de adviesorganisatie Ernst & Young, gespecialiseerd in nationale- en internationale belastingpolitiek en voorzitter van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (nob), constateert dat Nederland een klein land is met relatief veel multinationals. ‘Die zijn altijd gebaat geweest bij een ondersteunend fiscaal beleid, waardoor export met en investeringen in andere landen mogelijk werden. Dat heeft Nederland al sinds het begin van de 20ste eeuw gedaan, primair voor het eigen bedrijfsleven. Dan betaalt een internationaal opererend bedrijf niet tweemaal belasting over deze winst.’
Peter Kavelaars, hoogleraar fiscale economie aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit wijst erop dat ook andere landen als België en Zwitserland veel belastingverdragen hebben. Kavelaars is niet alleen hoogleraar, maar leidt ook het Wetenschappelijk Bureau van Deloitte Belastingadviseurs. In maart publiceerde zijn bureau een onderzoek naar de fiscale regelingen van Nederland in vergelijking met 23 andere lidstaten van EU en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Conclusie: ‘Nederland is een aantrekkelijk land voor ondernemingen, maar zeker geen belastingparadijs. Het is niet gemakkelijker om zich er fiscaal te vestigen dan in een ander land’, constateert het rapport.
Niet uit de toon
Opvallend: Nederland heeft vergeleken met de andere landen in het onderzoek méér belastingovereenkomsten afgesloten en dus is het ook een aantrekkelijker land voor het bedrijfsleven. De andere landen doen het veelal minder uitvoerig, maar dat kun je Nederland niet verwijten. Ook op het gebied van de veel bekritiseerde brievenbusmaatschappijen valt Nederland niet uit de toon. De andere landen in het onderzoek hebben ongeveer dezelfde eisen als Nederland.
Daarnaast is de Nederlandse Belastingdienst transparanter. Kavelaars wijst op het feit dat het bedrijfsleven duidelijke afspraken (zogenoemde rulings) kan maken met de Belastingdienst: ‘Je weet waar je als bedrijf aan toe bent. Dat geeft zekerheid voor een aantal jaren. Aan die afspraken is niets geheimzinnigs aan. Ze liggen niet op straat of zo, maar de hele belastingadvieswereld kent die dingen. Ik denk dat andere landen niet zo transparant zijn als Nederland. Een bedrijf wil niet geconfronteerd worden met een fiscaal systeem dat om de zoveel jaar over de kop gaat. Ons land zit, hoewel we het zelf soms anders zien, toch wel redelijk gestructureerd in elkaar.’
Die duidelijkheid en zekerheid hier zorgt voor felle discussies in het buitenland. De Amerikaanse koffieketen Starbucks lag in het Verenigd Koninkrijk onder vuur omdat het dankzij een Nederlandse houdstermaatschappij van Starbucks in de afgelopen veertien jaar nauwelijks belasting had betaald. De winsten werden verrekend met de licentiekosten die het aan de houdstermaatschappij moest betalen. Kavelaars vindt niet dat dat Nederland verweten kan worden. ‘Dat een bedrijf probeert te schuiven met winsten en kosten is logisch. Het is aan de belastingdienst om die transfers te controleren. Het ziet ernaar uit dat de Britse fiscus onvoldoende heeft opgelet of de prijs die Starbucks intern hanteert wel de goede was.’
Van Rij ziet dat er tussen de Europese landen op fiscaal gebied flinke concurrentie bestaat om de hoofdkantoren van internationale bedrijven binnen te halen: ‘Wat dat betreft zijn Nederland en het Verenigd Koninkrijk gewoon keiharde concurrenten. Londen wil op termijn het beste fiscale vestigingsklimaat hebben van de G20. Zo hebben ze inmiddels de Nederlandse deelnemersvrijstelling gekopieerd. We moeten die kritiek uit het Verenigd Koninkrijk echt wel met een korreltje zout nemen. Starbucks was en is een Brits probleem. Geen Nederlands. Inmiddels heeft de Britse belastingdienst de Starbucks-regeling beperkt.’
Maar niet alleen de Britten zijn ontevreden, ook sommige ontwikkelingslanden wijzen naar Nederland. Het besluit van Mongolië om het belastingverdrag met Nederland op te zeggen, zorgde voor veel rumoer. Een Canadees mijnbouwbedrijf zou volgens Mongolië te weinig belasting betalen over de in Mongolië gedolven grondstoffen, mede dankzij een fiscale constructie met Nederland. Een oplossing zou volgens Kavelaars zijn als Mongolië een bronheffing introduceert op de royalties die het land uitstromen. ‘Dan is dat probleem opgelost.’ Daarnaast zou het goed zijn als het IMF en de Wereldbank belastingdiensten in ontwikkelingslanden ondersteunen bij de onderhandelingen met ontwikkelde landen.
Kavelaars: ‘Als je een land als Mongolië helpt met kennis dan kan het land beter onderhandelen met bijvoorbeeld Nederland dat op fiscaal gebied toch een hoger niveau heeft. Dat is toch al gauw klein duimpje tegen Goliath.’
Internationale belastingverdragen moeten geen sluiproute zijn om belastingverplichtingen uit te hollen, vindt Stevens. ‘Schadelijke belastingconstructies moeten we uitroeien met dezelfde passie waarmee we proberen internationale dubbele belastingheffing te voorkomen’, schrijft hij in zijn opiniestuk. Wel pleit de oud-hoogleraar ervoor dat Nederland niet op eigen houtje de internationale uitwassen aanpakt. ‘Daarmee worden de problemen niet opgelost, maar verplaatst. Als ons land bepaalde constructies niet meer zou toepassen, dan wordt er geen probleem opgelost. Het bedrijf gaat naar een ander land. Je moet het samen oplossen. We moeten elkaar aan de Europese vergadertafel in de ogen kijken. Gaan we zo verder of niet? Want we worden – als de landen niet oppassen – allemaal tegen elkaar uitgespeeld’, zegt de oud-hoogleraar. Beter is dat ons land een ‘constructieve bijdrage levert aan de pogingen van de Europese Commissie en de OESO om binnenkort te komen tot een aanpak van de belastingontduiking en -ontwijking in internationaal verband’.
Stoer of niet
Stevens is optimistisch over het slagen van de nieuwe aanpak: ‘De landen in de wereld hebben door dat ze allemaal last hebben van schadelijke belastingconcurrentie. Onder druk van de crisis en de publieke opinie wordt het bankgeheim breed aangepakt. Dat is in een sneltreinvaart gebeurd. Op een soortgelijke manier moet je ook de ‘echte’ belastingparadijzen neutraliseren. Vroeger was het stoer om op een verjaardagsfeestje te vertellen dat je de fiscus te slim was af geweest. Dat verhaal moet je nu niet meer vertellen. De mentaliteit van de mensen is anders geworden. Dat vind ik zonder meer een positieve ontwikkeling; de mensen zijn meer betrokken bij de publieke zaak.’
In juni komt de OESO al met een aanbeveling. Van Rij denkt dat de organisatie antwoord zal geven op de vraag: hoe komt het dat sommige bedrijven helemaal géén belasting betalen? ‘Die bedrijven profiteren van de verschillen in nationale wetgeving. Dat zijn mismatches; het ene land belast bijvoorbeeld een dividendbetaling niet op basis van de eigen wetgeving, het andere betitelt die dividendbetaling als rente en dat is weer aftrekbaar van de winst. Je hebt dus een verschil in fiscale behandeling. Dat wordt nu terecht door de OESO onderzocht.’ In de ogen van Van Rij kiest het Nederlandse kabinet voor een heel verstandige lijn door te wachten op de introductie van nieuwe internationale fiscale wetten. ‘Dan beweegt Nederland natuurlijk mee. Ik denk dat andere EU-staten er grotere problemen mee hebben dan Nederland, want die lopen op gebied van transparantie achter op ons land’, meent de NOB-voorzitter.
In juni zal de OESO de twintig grootste landen van de wereld (G20) een advies presenteren over de aanpak van de internationale belastingontwijking. Volgens de organisatie zou het westerse bedrijfsleven eraan mee willen werken. Een advies-onderdeel is dat landen met lage belastingtarieven gedwongen worden om automatisch gegevens uit te wisselen. In de VS is al een andere ontwikkeling gaande: bedrijven moeten vanaf eind dit jaar aangeven hoeveel belasting ze betalen en in welk land.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.