Dat staatssecretaris Dijksma van Landbouw met een kratje groenten naar een overleg ging, lost de Russische boycot van groente en fruit natuurlijk niet op. Maar de vlotte actie van het kabinet waar dat een symbool van was, helpt wel. Het kabinet en ook de EU heeft snel begrip getoond voor de moeilijke positie waarin politieke besluitvorming de groenten- en fruitsector heeft gebracht.
Op nationaal niveau komen tijdelijke regelingen voor alle bedrijven die direct geraakt worden door de boycot. Dat zijn land- en tuinbouwsector, maar ook aanpalende bedrijfstakken zoals de transport en groothandel. Het gaat bijvoorbeeld om de inzet van werktijdverkorting, waarmee bedrijven een WW-uitkering kunnen aanvragen voor de uren die hun werknemers niet kunnen werken. Ook zal de Nederlandse overheid fiscale instrumenten inzetten om getroffen ondernemers te helpen.
De EU trekt 125 miljoen euro uit om ondernemers die schade lijden tegemoet te komen. Telers kunnen door die financiële bijdrage volumemaatregelen nemen, zoals niet oogsten of het van de markt halen van hun oogst. Bij bepaalde versproducten zoals tomaten is door het wegvallen van de Russische markt de prijs nu al drastisch gedaald. Zonder maatregelen zou dat alleen maar erger worden.
Nu de eerste nood is gelenigd, is het zaak om de marktsituatie goed in de gaten te houden. Komt het pakket aan maatregelen voldoende tegemoet aan de nood bij de getroffen sectoren? Ondertussen moet op diplomatiek niveau natuurlijk gewoon overleg blijven. Boycots zijn een middel, geen doel.
