Concurrentiekracht havens ondermijnd door overheid

De tarieven voor importcontroles in de haven van Rotterdam, uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA), blijven maar stijgen. Op dit moment zijn ze maar liefst 45 tot 72 procent hoger dan die in de haven van Antwerpen. Steeds meer bedrijven wijken om die reden uit naar Antwerpse haven. En dat is een slechte zaak.

Dat de totale doorvoerkosten nog niet uit de pas lopen met die van Antwerpen is geheel en al te danken aan de efficiencyslagen die de bedrijven in de haven hebben weten door te voeren. Een winst die ze vervolgens helaas meteen mogen inleveren bij het ministerie van Economische Zaken, die gaat over de NVWA.

Binnenkort vergadert de Tweede Kamer over de begroting van het ministerie van Economische Zaken, waar ook de NVWA-tarieven onder vallen. Het is belangrijk dat Kamerleden beseffen dat de concurrentiekracht van onze mainport, goed voor meer dan een half miljoen fte aan banen, belangrijker is dan het exact doorberekenen van alle NVWA-kosten. Dat laatste gebeurt nu namelijk niet in het buitenland.

Als de bedrijven in de haven al hun efficiencybesparingen moeten inleveren bij de NVWA wordt het wel erg lastig om concurrerend te blijven. De motie van Kamerleden Jacobi (PvdA) en De Boer (VVD) om te onderzoeken hoe de tarieven omlaag kunnen, moet daarom aangenomen worden. Nu lijkt het de overheid koud te laten dat de efficiencywinst, waar hard voor is gewerkt, wordt afgeroomd met de internationaal gezien zeer hoge NVWA-tarieven.