1 DEC, 2016 • Interview
Bas Eenhoorn: ‘Overheid mag ambitieuzer worden met ict’
Hij is de-ja-maar-zo-doen-wij-dat-hier-niet-cultuur zat. Zo komt er nooit iets van de grond. Bas Eenhoorn werd twee jaar geleden aangesteld als interbestuurlijk regisseur om de digitalisering van de overheid aan te jagen. Maar sindsdien is er nog veel te weinig gebeurd.
Hij was goedgemutst en vol optimisme begonnen. Toen de oud-burgemeester annex bestuurlijke troubleshooter Bas Eenhoorn twee jaar geleden werd aangesteld om de digitalisering van de overheid aan te jagen, had hij er echt zin in. Dat liet de eerste digicommissaris van Nederland in een interview met Forum tenminste weten, vlak voor hij daadwerkelijk aan de slag zou gaan. Nederland had net de Commissie-Elias achter de rug, die ict-bedrijven én overheidsinstanties een fikse veeg uit de pan had gegeven na totaal uit de hand gelopen digitaliseringsprojecten van de overheid.
Twee jaar later gaat het echter allemaal nog niet zo vlotjes als Eenhoorn had gehoopt, schreef hij vorige maand in een blog op zijn website. Wat hem vooral steekt is dat er na jaren overleg nog steeds geen wetgeving is om eenduidig, veilig en betrouwbaar digitaal verkeer tussen de overheid, burgers en bedrijven te regelen. De tijd dringt, vindt hij. Digitale ontwikkelingen gaan snel en de overheid blijft voorstellen maar aanpassen en aanpassen, zonder dat er ooit eens een besluit wordt genomen. En zo zijn we nu ruim twee jaar verder, en alleen een kabinetsstandpunt rijker, stelt Eenhoorn met licht sarcasme vast.
Meneer Eenhoorn, zit het u zo hoog?
‘Soms moet er bij mij een cri de coeur uit. Ik heb me wel afgevraagd hoor: ga ik nu de trom roeren of probeer ik het via de stille diplomatie te spelen? Ik doe beide. Ik wil in elk geval markeren dat we een fundamenteel debat moeten voeren. De technologische ontwikkelingen gaan zo snel. Dat heeft gevolgen voor de verhouding met de overheid en de manier waarop we werken. Neem alleen maar de behoefte van veiligheidsdiensten om meer toegang te krijgen tot datastromen van burgers. Dat staat op gespannen voet met de behoefte en het recht van burgers en bedrijven op privacy. Het is van belang dat we daar discussie over voeren.’
Is politiek niet gewoon te traag?
‘Ik heb soms de neiging om het glas halfleeg te zien, terwijl het misschien halfvol is. We hebben enorme stappen gemaakt. Als overheid praten we nu tenminste met elkaar om digitale projecten op elkaar aan te laten sluiten. Twee jaar geleden werd er veel meer in silo’s gewerkt. Maar dat betekent niet dat we er zijn. Nog steeds heeft iedere minister zijn eigen verantwoordelijkheid, maakt zijn eigen plan en kan gewoon tegen zijn ambtenaren zeggen: ‘Ik ben nog niet aan deze digitale ontwikkeling toe. We doen dit niet’. En als een minister wel iets wil, kan een ambtenarenapparaat ook nog zeggen: ‘Ja maar, zo doen wij dat hier niet’. Of gemeenten willen wel vooruit, maar dan houdt de minister het tegen onder het motto ‘mag wettelijk gezien niet’. Ik pleit ook voor het creëren van meer ruimte voor overheden om te experimenteren.’
Moet de digicommissaris meer bevoegdheden krijgen?
‘Op dit moment kan ik alleen advies geven aan een minister. Die legt het voor aan het kabinet, dat er over beslist. Mijn persoonlijke opvatting is dat er na de verkiezingen één politiek verantwoordelijke moet komen voor de digitale overheid die beschikt over mandaat en een behoorlijk budget. En die na gedegen en zorgvuldig onderzoek, de héle overheid aanwijzingen kan geven. En kan zeggen: We gaan het zó doen. Wie niet mee kan komen, kan alsnog via het kabinet pleiten voor een uitzonderingspositie.’
Dat is echt hard nodig, vindt Eenhoorn. Overheidsinstellingen vinden het nog altijd moeilijk om de juiste snelheid en flexibiliteit op te brengen, zegt hij. Het mag ambitieuzer, gewaagder. En dan verwijst hij regelmatig naar de kwantumsprong waarvoor VNO-NCW pleit. In dat programma – onderdeel van de campagne NL Next Level – pleit de ondernemingsorganisatie voor investeringen op het gebied van zorg, mobiliteit, energie, onderwijs, slimme steden. Het zijn terreinen waar de overheid een dominante stempel op drukt, maar die volgens VNO-NCW te langzaam gaan. Daarom willen bedrijven samen met de overheid, ambitieuze publiek-private versnellingsprojecten opzetten.
Twee jaar geleden pleitte u al voor meer samenwerking met het bedrijfsleven.
‘Het lijntje tussen overheid en bedrijfsleven is zó belangrijk. Kijk wat er in het bedrijfsleven wordt ontwikkeld en experimenteer daarmee. Bedrijven kijken wat de gebruiker wil of juist niet en houden daar rekening mee. Ik heb daar heel mooie voorbeelden van gezien bij CM in Breda en bij Transavia. Zij passen hun dienstverlening constant aan de wensen van de klant aan. Onderzoek wat het bedrijfsleven ontwikkelt rond digitale identificatie en dóe daar iets mee als overheid. Trek samen op met het bedrijfsleven, kijk wat het beste werkt en ga daarmee verder.’
‘Het lijntje tussen overheid en bedrijfsleven is zó belangrijk’
‘En dan is er natuurlijk ook nog het bedrijfsleven dat levert aan de overheid. Al ging zij in rapport vaak wel erg kort door de bocht, er is één ding waarin ik de commissie-Elias gelijk geef: de overheid moet toe naar kleinere opdrachten die minder lang duren. Ik begrijp de bedrijven wel, maar nu zetten overheden zich klem en kunnen ze niet mee met nieuwe ontwikkelingen.’
Waar laten overheden volgens u steken vallen?
‘Wetgeving gaat er nog vaak van uit dat ménsen een laatste beslissing moeten nemen, bijvoorbeeld over het goedkeuren van belastingaangiftes al worden die verder helemaal automatisch verwerkt. Blijven we dat zo regelen? Dat levert lastendruk op voor de burger en het bedrijfsleven. Wij hebben er in Nederland bijvoorbeeld voor gekozen om doktersrecepten niet te digitaliseren. Terwijl dat wel heel interessant is. ‘Maar mijnheer Eenhoorn, veel mensen zijn niet digitaal vaardig’, hoor ik dan vaak. Ik zal u zeggen, als ik vroeger iemand moest helpen bij het invullen van het belastingformulier was ik een uur bezig, nu kost het mij via internet een paar minuten.’
Wat wilt u de komende twee jaar nog bereiken?
‘Belangrijk is dat er geld wordt uitgetrokken voor vernieuwing en innovatie. Oude systemen worden steeds labieler en er moeten steeds meer gegevens in. Volgens mij kan vernieuwing en innovatie binnen bestaande budgetten, er is in principe geld genoeg. In Denemarken hebben ze een bezuiniging door kunnen voeren door beter gebruik te maken van ict, dat vind ik de omgekeerde aanpak. Ik zou liever zien dat je ict inzet door te kijken naar de noden van de gebruiker.’
Wie is Bas Eenhoorn?Bas Eenhoorn (1946) is sinds augustus 2014 digicommissaris met als officiële opdracht om het digitale contact tussen de overheid en de burger te optimaliseren. Eenhoorn was twintig jaar burgemeester, onder andere van Schiermonnikoog. In 1996 stapte hij over naar het bedrijfsleven; eerst als partner van Ernst & Young, vervolgens als vicepresident bij Capgemini. In deze functies hield hij zich ook bezig met digitaliseringsvraagstukken. Als voorzitter van de VVD (1999-2003) lanceerde hij het begrip Jip-en-Janneke-taal, toen hij partijleider Hans Dijkstal opdroeg zich begrijpelijk uit te drukken. Vanaf 2007 was hij met regelmaat werkzaam als waarnemend burgemeester en als zelfstandig adviseur voor de overheid. In 2011 kwam Eenhoorn als waarnemend burgemeester van Alphen aan den Rijn in het nieuws door de schietpartij in winkelcentrum De Ridderhof.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.