ACM moet kartelangst overwinnen

Voor een echte doorbraak op het gebied van duurzaamheid moeten ondernemers soms afspraken met elkaar kunnen maken. Bijvoorbeeld om een beter alternatief voor de reguliere kip tot standaard te verheffen. Dat begrijpen veel ondernemers en daarom grijpen ze steeds vaker de kans aan om samen te werken aan een betere wereld. Het zou jammer zijn als zulke initiatieven, zoals bijvoorbeeld de Kip van Morgen overkwam, naar de prullenbak worden verwezen door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Want: samenwerken en daarbij prijsafspraken maken, zou volgens de toezichthouder tot kartels kunnen leiden.

Helaas spelen maatschappelijke belangen en duurzaamheidsaspecten nog onvoldoende een rol in de afwegingen van de ACM. Die kijkt nu vooral naar de letter van de Mededingingswet. Volgens de SER is dit echt onvoldoende. De ACM moet veel nadrukkelijker kijken naar de positieve invloed van samenwerking op de Nederlandse én buitenlandse samenleving. Afspraken over produceren in het buitenland kunnen bijvoorbeeld leiden tot betere arbeidsomstandigheden van werknemers.

Soms is dat positieve effect niet direct duidelijk. Daarom moet er experimenteerruimte komen, die ervoor zorgt dat bedrijven aan de slag durven gaan. Achteraf kan dan de balans opgemaakt worden, om te zien welke effecten de afspraken hadden op de concurrentie en de publieke belangen. Het mededingingsrecht is complex en soms lastig voor bedrijven te doorgronden. Ruimte bieden voor nieuwe initiatieven kan hen een zetje in de goede richting geven.

Natuurlijk heeft concurrentie een belangrijke functie in onze markteconomie. Maar tegelijkertijd moeten samenwerkingsverbanden die leiden tot meer duurzaamheid en daardoor de maatschappelijke welvaart verhogen, niet onnodig belemmerd worden door de Mededingingswet. Soms weegt duurzaamheid zwaarder dan het consumentennadeel. Het wordt daarom tijd voor Economische Zaken om de ACM nieuwe toetsingskaders toe te kennen.