22 JAN, 2025 • 25-123138
Reactie van VNO-NCW en MKB-Nederland op de Internetconsultatie Flex-e
Netcongestie vormt een grote barrière voor onze economie en ondernemersklimaat. Het zet een rem op nieuwe vestigingen van bedrijven, de groei van bedrijven en voor het nemen van maatregelen gericht op elektrificatie om de CO2-uitstoot te verminderen. De wachtrij kent inmiddels ongeveer 10.000 bedrijven. Netbeheerders gaan de komende jaren aan de slag om de netcongestie te verminderen en gaan de komende jaren 8 miljard per jaar uitgeven om het elektriciteitsnet te versterken. Onderzoek van Ecorys laat zien dat het oplossen van netcongestie op het laag- en middenspanningsnet zo’n 10 tot 40 miljard euro per jaar op kan leveren.
Wij hebben waardering voor de inspanningen om de netcongestie te verminderen. We steunen de plannen om het net uit te breiden en hierin maximaal te versnellen. Gelijktijdig maken we ons zorgen over de toename van de netkosten voor woningeigenaren én bedrijven die gevolg is van de investeringen.
Het is cruciaal om meer flex bij afnemers aan te boren en daarbij is het van belang dat het aanbieden van flex ook financieel aantrekkelijk wordt voor bedrijven, en zo te zorgen voor meer aanbod.
Bij bedrijven is er een potentieel om netcongestie te verminderen door te zorgen dat pieken in elektriciteitsgebruik worden verminderd en er op te sturen dat pieken van verschillende bedrijven niet gelijktijdig vallen en op die manier netbewuster om te gaan met het energieverbruik. Dit potentieel wordt nu nog nauwelijks aangeboord. Het is aannemelijk dat investeringen in flex bij gebruikers van elektriciteit tot een verkleining van de investeringsopgave van de netbeheerders zullen leiden en tot verlagen van de maatschappelijke kosten die gepaard gaan met het oplossen van netcongestie.
Het is positief dat de Ministeriële Regeling Flexibel elektriciteitsverbruik (Flex-e) geopend gaat worden in 2025 en 2026.
Wij zien Flex-e als een begin, een eerste beleidsinstrument om het potentieel bij afnemers te benutten en we verwachten dat er meer instrumenten en grotere budgetten nodig zullen zijn. De 27,5 miljoen per jaar voor afnemers via Flex-e verhoudt zich natuurlijk schril tot de jaarlijkse investering van 8 mrd. via de netbeheerders. We realiseren ons dat netbeheerders, zoals Stedin, zelf flextenders ook inzetten. Het is van belang dat de regelingen Flex-e en die van de netbeheerders goed zijn afgestemd. Uiteindelijk gaat het er niet alleen om veel scans te hebben; het flex potentieel moet ook benut worden.
Een algemene opmerking bij Flex-e is dat de regeling de indruk wekt maar beperkt te redeneren vanuit het ondernemersperspectief en hun motieven en barrières om te acteren. Dit brengt het risico met zich mee dat de beoogde doelgroep beperkt op de regeling zal intekenen. Bij de beantwoording van de vier vragen komen wij daarop terug.
Een suggestie die we doen is de regeling goed in de markt moet te communiceren en dat de daarbij voordelen van deelname, ook in het licht van volatiele en oplopende energiekosten, o.a. door nieuwe tijdsafhankelijke nettarieven, goed over het voetlicht moeten worden gebracht. Het mogelijk maken van flexibeler verbruik in het licht van toekomstbestendigheid is relevant voor bedrijven.
Vraag 1 van 4
Zijn er voorwaarden in de subsidieregeling die u belemmeren om gebruik te maken van deze regeling? Zo ja welke zijn dit?
In het Beleidskompas wordt op pagina 16 onder “2) Ontwerp voor procesflexibiliteit” gesteld dat deze studie niet bedoeld is voor assets die van nature flexibiliteit leveren, zoals batterijen. Dat is merkwaardig. Batterijen vormen immers een mogelijkheid om, zonder dat sterk in het proces van een bedrijf wordt ingegrepen, flexibiliteit te generen.
In de concept regeling lezen we overigens niet terug dat batterijen worden uitgezonderd. Wij denken dat batterijen niet moeten worden uitgezonderd en het is belangrijk dat hierover helderheid komt.
We realiseren ons dat dat eindgebruikers zijn die nu beginnen met vragen naar batterijen zonder dat hun energiehuishouding op orde is. Daar moeten we wel voor oppassen. Batterijen zijn niet het doel maar een middel om een stap verder te komen en niet in elke situatie onderdeel van de oplossing.
Verder schrikt de voorwaarde af bij “3 Realiseren van flexibiliteitsmaatregelen” waar wordt aangegeven dat een aanvraag dient te worden gecombineerd met een contractuele afspraak met de netbeheerder over het gebruik van de aansluiting om te voorkomen dat het gebruik netcongestie in het congestiegebied of in het gebied van een andere netbeheerder verergert. Het is natuurlijk niet de bedoeling van de flex-investeringen om netcongestie te vergroten. Ziet de overheid een gevaar dat dit zich wel zou kunnen voordoen? De ondernemer wordt met de regeling mogelijk gedwongen om (nieuwe) contractuele afspraken met de netbeheerder te maken. Het suggereert dat eerste een nieuwe GTV-e in de vorm van non-firm of CBC afgesloten moet worden. Deze producten werken nu niet, ze zijn niet aantrekkelijk of in het voordeel van eindgebruikers. Het moet geen gedwongen winkelnering worden voor deze ‘onaantrekkelijke’ netproducten. Het afschrikwekkende punt is hier dat het onduidelijk is welke inspanning er bij komt kijken om te komen tot een contractuele afspraak met de netbeheerder. Voorkomen moet worden dat er maatwerk nodig is en juristen moeten worden ingeschakeld om de risico’s van het contract in kaart te brengen. We doen hierbij de suggestie dat er een helder standaard contract komt zonder onduidelijke of afschrikwekkende clausules. Wat wel redelijk is om te eisen is dat bij subsidiëring van maatregelen die mogelijk een (negatieve) impact op netvlakken van regionale of landelijke netbeheerder(s) kan hebben dat er een positieve nettoets vanuit netbeheerder gevraagd en overlegd kan worden, mits dit vlot en zonder kosten door de netbeheerder geleverd kan worden.
Wij waarderen het positief dat het uitvoeren van de flexibiliteitsscan vanuit de Flex-e regeling geen voorwaarde is voor de haalbaarheidsstudie en dat ook de de haalbaarheidsstudie niet een voorwaarde is voor het verstrekken van een subsidie voor het realiseren van flexibiliteitsmaatregelen. Op die manier kunnen bedrijven die voor eigen rekening voorwerk hebben gedaan middels flexibiliteitsscans of haalbaarheidsonderzoeken direct met de volgende stap doorpakken voor het realiseren van flex.
Vraag 2 van 4
Ondersteunt deze regeling u voldoende om flexibiliteitsmaatregelen in kaart te brengen en/of deze maatregelen te realiseren?
Onze inschatting is dat de beoogde respons voor de flexibiliteitsscan (2700 à 3500 scans in twee jaar en overeenkomend met één derde van de doelgroep) ambitieus is en niet helemaal realistisch. Los van de kosten van de flexibiliteitsscan vergt het bij bedrijven tijd en managementaandacht en dit is niet het enige onderwerp dat er voor hen speelt.
Om een behoorlijke respons te krijgen zullen zeker flankerende maatregelen genomen moeten worden.
De kans is aanzienlijk dat het budget voor de flexibiliteitsscans (27,5 mln. voor twee jaar) niet uitgeput zal raken. Mocht dit gedurende de eerste openstelling in 2025 realiteit worden, dan is het raadzaam op tijd budget te verschuiven naar de andere twee onderdelen van de regeling.
Vraag 3 van 4
Voor welk onderdeel zou u een aanvraag willen indienen wanneer deze regeling opengesteld wordt?
VNO-NCW en MKB-Nederland zijn zelf niet van plan om een aanvraag te doen. We verwachten dat aangesloten bedrijven zeker interesse hebben in Ontwerp voor flexibiliteitsmaatregelen en Realisatie van flexibel vermogen en dat er kans is dat de budgetten daarvoor snel uitgeput zullen raken.
Vraag 4 van 4
Zijn er flexibiliteitsmaatregelen die u zou willen treffen, die nu niet vallen onder de voorwaarden van het subsidieonderdeel “realisatie van flexibiliteitsmaatregelen”? Zo ja, welke zijn dit?
Conversietechnieken zouden eigenlijk tot de mogelijkheden moeten behoren om de flexibiliteit voor verbruik te doen vergroten. Techniek zoals WKK’s kunnen op momenten dat het stroomnet vol zit bedrijven kunnen voorzien op basis van energie uit een andere energiedrager waar deze problemen niet voorkomen.
Addendum ter communicatie voor de regeling:
Bij nadere bestudering van de regeling zou ook nog de voorkeur zijn om
Artikel 4.1.1.7 afwijzigingsgronden: suggestie om de afwijzigingsgronden gedeeltelijk andere volgorde te geven:
- Eerst over aanvrager en maatregelen: (a, b, d, i, j, k en m)
- Dan over impact op congestie en fossiel (c en f)
- Dan over in te huren partijen (e, g, h en l)
- NB de zin bij lid h loopt niet goed en is daarmee onduidelijk
Pagina 12 en 13 geven aan dat er overlap is met de regelingen van gemeente Rotterdam en van provincie Flevoland. Terecht wordt gesteld: als je regionaal als subsidie hebt gehad, kan je niet meer subsidie krijgen voor flexscan of haalbaarheidsonderzoek. Dit is belangrijk voor ondernemers om te weten, want de genoemde regionale regelingen gaan minder ver en hebben minder budget voor onderzoek dan de landelijke regeling. Dus goed kiezen tussen de regelingen is van belang.