13 FEB, 2025 • 25-123174
Inbreng Commissiedebat Netcongestie en energie-infrastructuur 19 februari 2025
Geachte leden van de vaste Commissie voor Klimaat en Groene Groei,
Op 19 februari debatteert u over netcongestie en energie-infrastructuur. Netcongestie is voor ondernemers een grote zorg. Uit ons eigen onderzoek afgelopen zomer naar de impact van netcongestie bleek dat 90% van de mkb-ondernemers met een grootverbruikaansluiting last hebben van netcongestie. De wachtrij stond eind 2023 op 6000 bedrijven en inmiddels telt deze meer dan 10.000 bedrijven. Uitbreiding of nieuwe vestigingen zijn in het grootste deel van ons land onmogelijk geworden. Sommige bedrijven wachten al jaren en zijn moedeloos over de gang van zaken die de kern van hun ondernemen raakt.
Netcongestie raakt niet alleen individuele ondernemers, onze economie en het ondernemersklimaat. Het raakt ook de klimaatdoelen omdat steeds meer maakbedrijven bestaande productieprocessen niet kunnen verduurzamen door over te stappen van gas naar elektriciteit. En door ontbrekende laadinfrastructuur en tekortschietende subsidies kunnen ondernemers met hun bestelbusjes en transportbedrijven niet elektrificeren, terwijl zero-emissie zones inmiddels praktijk zijn in veel grote gemeenten.
We moeten uit deze negatieve spiraal. Daarom geven de ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland graag een aantal suggesties mee voor het Commissiedebat op 19 februari.
1. Bouwen, bouwen, bouwen, en meer transparantie voor bedrijven in de wachtrij
Het is en blijft cruciaal om de uitbouw van ons elektriciteitsnet volop door te zetten en waar mogelijk te versnellen. Als we de uitrol van het energienet nu zouden temporiseren, zal dat in komende jaren tot nog grotere wachtrijen leiden, en worden het vestigingsklimaat én het energietransitie geschaad.
We zien in de praktijk helaas dat de bouw van veel energie-infrastructuurprojecten vertragen. Wij zijn daarom blij met het voorstel van de minister van KGG van 7 februari om de vergunningprocedures voor uitbreiding van het stroomnet te versnellen. Dat is hoognodig. Tegelijk moet aan transparantie gewerkt worden. Voor bedrijven die nu geconfronteerd zijn met netcongestie is het veelal onduidelijk wanneer zij erop kunnen rekenen dat hun aansluiting is versterkt. We realiseren ons dat de netbeheerders ook afhankelijk zijn van vergunningen, maar wij zien wel ruimte voor verbetering en transparantie:
- Netbeheerders zouden duidelijkheid moeten geven wanneer bedrijven toegang krijgen tot energie-infrastructuur. Nu zien we indicatoren die ingaan op de inspanningen en de middelen zoals de kilometers kabels, de aantal transformatorhuisjes. Er is een switch nodig naar doelindicatoren: concrete data waarop kwantitatief bepaald elektrische vermogens beschikbaar zullen zijn zodat bedrijven daarop kunnen anticiperen in hun investeringen.
- Met het oog op versnelde voortgang kan zou overwogen kunnen worden transparant te maken welke vergunning van welke gemeente/provincie, en welke grond, nodig is.
2. Zorg dat elektriciteit betaalbaar is en concurrerend voor bedrijven
De miljarden investeringen in het elektriciteitsnet leiden in het huidige tariefsysteem tot fors hogere tarieven voor de bestaande gebruikers. Terwijl deze investeringen grotendeels gedaan worden voor toekomstige gebruikers. Het gebruik van elektriciteit zal immers volgens het Nationaal Plan Energiesysteem de komende decennia verdrievoudigen. Het is niet eerlijk om een groot deel van de investeringskosten bij de bestaande gebruikers te leggen. De kost gaat voor de baat uit, en dat zou ook moeten gelden bij investeringen in het stroomnet. Wanneer de gebruiksvolumes gaan toenemen, hoeven de tarieven minder hard omhoog om de investeringen terug te verdienen, omdat deze simpelweg over meer gebruikers uitgesmeerd worden.
Aanpassing van het tariefsysteem, waarbij een deel van de extra investeringen pas later worden opgehaald via tarieven, leidt ertoe dat de stijging van de tarieven gedempt wordt. Daarmee blijft de business case voor elektrificatie (cruciaal voor de energietransitie) overeind, en wordt een forse kostenstijging voor burgers en bedrijven afgewend.
Aanvullend zal – conform de wens in regeerprogramma – iets gedaan moeten worden aan de huidige grote kostenverschillen voor elektriciteit met buurlanden, waardoor onze maakindustrie op achterstand wordt gezet. De kosten in Nederland zijn 3 keer hoger dan in Frankrijk en 2 keer hoger dan in Duitsland. Deze landen geven hoge kortingen via bijvoorbeeld compensatie van de kosten van ETS (IKC), en de grootverbruikerskorting (VCR). Dit blijkt uit vergelijkende onderzoeken, zoals van E-Bridge. Daarmee jagen we de bedrijven echt weg. Naast het verlagen van de nettarieven is het structureel invoeren van de IKC en een nieuwe VCR nodig om het level-playing-field met de omliggende landen te herstellen.
3. Geen strafheffing als netaansluiting achterblijft
Veel maakbedrijven hebben vergaande plannen om te verduurzamen door over te stappen van aardgas naar elektriciteit. Door netcongestie is dat vaak onmogelijk. Een recente inventarisatie bij de Cluster 6 bedrijven toonde aan dat 73% van de duurzame investeringen niet door kunnen gaan zolang de energie-infrastructuur ontbreekt. Investeringen in Nederland komen zo in gevaar en een toenemend aantal bedrijven kiest voor investering en of uitbreiding in het buitenland. Dat kost onze economie en samenleving volgens recent onderzoek van Ecorys jaarlijks 10 tot 40 miljard euro.[1]
Wij maken ons daarbij ernstige zorgen over de nationale CO2-heffing een steeds verder oplopende gasbelasting. Terwijl deze bedrijven namelijk niet kúnnen verduurzamen, krijgen zij met hun huidige fossiele uitstoot namelijk wel te maken extra lasten. Hierdoor verslechtert hun concurrentiepositie verder, en neemt het risico op het verplaatsen van productie naar andere landen toe. Wij pleiten daarom al langer voor een hardheidsclausule waardoor deze bedrijven een vrijstelling krijgen voor het betalen van de nationale CO2-heffing. Zij hebben namelijk geen invloed op het verkrijgen van voldoende ruimte op het elektriciteitsnet. Helaas is een effectieve hardheidsclausule dusver niet mogelijk gebleken. Daarom stellen wij voor om de extra kosten van de nationale CO2-heffing voor bedrijven op andere wijze te verminderen.
4. Flex beter benutten met meer maatwerk en aantrekkelijker aanbod
Het flexibiliteitpotentieel bij gebruikers moet beter worden benut. Bij een deel van de bedrijven is er een potentieel door te zorgen dat pieken in elektriciteitsgebruik worden verminderd of tussen bedrijven beter worden verdeeld. Dat helpt om de investeringsopgave voor netbeheerders te verkleinen en maatschappelijke kosten te beperken. Hier zijn wel belangrijke voorwaarden aan verbonden:
- Flex blijft maatwerk. Het verschilt sterk per sector en specifiek bedrijf of en hoe congestiemanagement of flex kan worden toegepast. Dit is onder andere afhankelijk van het soort productieproces. Een one size fits all aanpak, bijvoorbeeld door generieke verplichtingen te stellen aan gebruikers (door netbeheerders, ACM of overheid) moet worden voorkomen.
- Versterk daarom de sectoraanpak die het ministerie van KGG nu gestart is. Wij vinden het verstandig om de sectoren met hun grote netwerk bij ondernemers actief te betrekken en oog te hebben voor hun specifieke vraagstukken. Deze aanpak kan nog worden verbeterd. Zo zijn de beschikbare middelen voor deze aanpak minimaal. Dat, terwijl branches en sectoren zullen zowel op proces als op de inhoud ondersteund moeten worden om inzicht te krijgen, specifieke knelpunten op te lossen en ondernemers met flexpotentieel te bereiken.
- Ook zijn meer maatwerkoplossingen mogelijk, door netbeheerders te ondersteunen met meer capaciteit, bijvoorbeeld voor contracten op maat en flextenders. Ook zou er meer ruimte moeten komen voor ondernemers om samen een net/kabel aan te leggen.
- Cruciaal is dat het financieel aantrekkelijk is voor bedrijven om flexcapaciteit aan te bieden. Nu staat er onvoldoende vergoeding tegenover. Van belang is dat alle opties in kaart worden gebracht om deze aantrekkelijkheid te vergroten. Niet alleen met nieuwe contractvormen en tijdsafhankelijk tarieven, maar ook te bezien hoe flextenders beter kunnen worden ingezet of bedrijven die behoefte hebben aan meer ruimte op het net afspraken kunnen maken met bedrijven die flex kunnen leveren.
- Tot slot is van belang dat er een onafhankelijke beoordeling komt van alle maatregelen die getroffen worden rond flex en congestiemanagement. Momenteel worden vele nieuwe instrumenten geïntroduceerd, inclusief de inzet van gascentrales of batterijen. Wat ons betreft gaat elk nieuw instrument gepaard met een onafhankelijke monitoring om te zien welke impact het instrument heeft.
Met vriendelijke groet,
Ingrid Thijssen Jacco Vonhof
Voorzitter VNO-NCW Voorzitter MKB-Nederland