L.S.,
VNO-NCW maakt graag van de gelegenheid gebruik te reageren op het voorontwerp van de Wet eerlijk beslissen ('Voorontwerp'), waarbij aanbeveling verdient deze consulatiereactie in samenhang te lezen met de reactie van VNO-NCW op het voorontwerp van de Wet eerlijk delen.
Doel Voorontwerp
De initiatiefnemer van het Voorontwerp betoogt, kort samengevat, het volgende. In de Rijnlandse traditie staat langetermijnwaardecreatie centraal en worden de belangen van de verschillende stakeholders afgewogen in de besluitvorming. Deze traditie staat echter, aldus de initiatiefnemer, onder druk, omdat bedrijven zich te veel focussen op kortetermijn-winstmaximalisatie. Die druk zou afkomstig zijn van op korte termijn gerichte aandeelhouders. Het Voorontwerp beoogt de machtsbalans tussen aandeelhouders en werknemers te herstellen, opdat het bestuur meer verantwoordingsplicht voelt richting beide groepen. Voorgesteld wordt de ondernemingsraad bij grotere bedrijven (vanaf 100 medewerkers) instemmingsrecht te geven bij belangrijke besluiten, zoals de (i) oprichting of sluiting van bedrijfsonderdelen, (ii) aan- of verkoop van bedrijfsonderdelen, (iii) salariering van bestuurders en commissarissen. (iv) het doen van belangrijke investeringen en (v) het aantrekken van belangrijke kredieten. In de praktijk zal dit betekenen dat de ondernemingsraad altijd door het bestuur meegenomen moet worden in belangrijke beslissingen (anders zal er een gang naar de rechter nodig zijn als hij uiteindelijk niet instemt met een belangrijk voorge-nomen besluit), waarmee werknemers een sterkere positie in de onderneming, vergelijkbaar met aandeelhouders, krijgen. Hiertoe wordt de WOR uitgebreid. D e n H a a g
Standpunt VNO-NCW
VNO-NCW ziet – in het licht van de huidige rechten, plichten, bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden van bestuurders, commissarissen, aandeelhouders en de ondernemingsraad – geen enkele nut en noodzaak in het Voorontwerp.
Met het laten transformeren van – de lange lijst van belangrijke en niet zelden strategisch van aard zijnde – adviesplichtige besluiten in instemmingsplichtige besluiten (vanaf 100 werkzame personen in de onderneming) miskent de initiatiefnemer de bevoegdheidsverdeling binnen de vennootschap. In feite komt de ondernemingsraad – door het in het Voorontwerp voorgestelde (omvangrijke en verstrekkende) vetorecht ten aanzien van strategische beslissingen – op de stoel van het bestuur te zitten. Dat acht VNO-NCW onwenselijk, aangezien dat aan het snel en effectief kunnen reageren op positieve dan wel negatieve ontwikkingen in de weg staat, dit met alle mogelijke gevolgen van dien. Overigens vreest VNO-NCW voor een verslechtering van het investerings- en vestigingsklimaat als het Voorontwerp kracht van wet zou krijgen.
In de bijlage wordt (mede) het bovenstaande uitgewerkt en toegelicht.
VNO-NCW roept op het Voorontwerp niet in te dienen c.q. niet in behandeling te nemen.
Tot nadere toelichting is VNO-NCW graag bereid.
Hoogachtend
Guusje Dolsma
Waarnemend directeur Beleid
L.S.,
VNO-NCW maakt graag van de gelegenheid gebruik te reageren op het voorontwerp van de Wet eerlijk beslissen ('Voorontwerp'), waarbij aanbeveling verdient deze consulatiereactie in samenhang te lezen met de reactie van VNO-NCW op het voorontwerp van de Wet eerlijk delen.
Doel Voorontwerp
De initiatiefnemer van het Voorontwerp betoogt, kort samengevat, het volgende. In de Rijnlandse traditie staat langetermijnwaardecreatie centraal en worden de belangen van de verschillende stakeholders afgewogen in de besluitvorming. Deze traditie staat echter, aldus de initiatiefnemer, onder druk, omdat bedrijven zich te veel focussen op kortetermijn-winstmaximalisatie. Die druk zou afkomstig zijn van op korte termijn gerichte aandeelhouders. Het Voorontwerp beoogt de machtsbalans tussen aandeelhouders en werknemers te herstellen, opdat het bestuur meer verantwoordingsplicht voelt richting beide groepen. Voorgesteld wordt de ondernemingsraad bij grotere bedrijven (vanaf 100 medewerkers) instemmingsrecht te geven bij belangrijke besluiten, zoals de (i) oprichting of sluiting van bedrijfsonderdelen, (ii) aan- of verkoop van bedrijfsonderdelen, (iii) salariering van bestuurders en commissarissen. (iv) het doen van belangrijke investeringen en (v) het aantrekken van belangrijke kredieten. In de praktijk zal dit betekenen dat de ondernemingsraad altijd door het bestuur meegenomen moet worden in belangrijke beslissingen (anders zal er een gang naar de rechter nodig zijn als hij uiteindelijk niet instemt met een belangrijk voorge-nomen besluit), waarmee werknemers een sterkere positie in de onderneming, vergelijkbaar met aandeelhouders, krijgen. Hiertoe wordt de WOR uitgebreid. D e n H a a g
Standpunt VNO-NCW
VNO-NCW ziet – in het licht van de huidige rechten, plichten, bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden van bestuurders, commissarissen, aandeelhouders en de ondernemingsraad – geen enkele nut en noodzaak in het Voorontwerp.
Met het laten transformeren van – de lange lijst van belangrijke en niet zelden strategisch van aard zijnde – adviesplichtige besluiten in instemmingsplichtige besluiten (vanaf 100 werkzame personen in de onderneming) miskent de initiatiefnemer de bevoegdheidsverdeling binnen de vennootschap. In feite komt de ondernemingsraad – door het in het Voorontwerp voorgestelde (omvangrijke en verstrekkende) vetorecht ten aanzien van strategische beslissingen – op de stoel van het bestuur te zitten. Dat acht VNO-NCW onwenselijk, aangezien dat aan het snel en effectief kunnen reageren op positieve dan wel negatieve ontwikkingen in de weg staat, dit met alle mogelijke gevolgen van dien. Overigens vreest VNO-NCW voor een verslechtering van het investerings- en vestigingsklimaat als het Voorontwerp kracht van wet zou krijgen.
In de bijlage wordt (mede) het bovenstaande uitgewerkt en toegelicht.
VNO-NCW roept op het Voorontwerp niet in te dienen c.q. niet in behandeling te nemen.
Tot nadere toelichting is VNO-NCW graag bereid.
Hoogachtend
Guusje Dolsma
Waarnemend directeur Beleid