20 MEI, 2022 • 22-121130

Btw-nultarief op levering en installatie zonnepanelen op of bij woningen, brief aan het DG voor Fiscale Zaken van het ministerie van FInanciën

Geachte dames en heren,

 

Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het voornemen om een btw-nultarief in te voeren op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn in zijn algemeenheid positief over dit voorstel. Dit voorstel draagt bij aan vereenvoudiging voor burgers en ondernemers die zonnepanelen aanschaffen en is bovendien een impuls voor investeringen in verduurzaming. Wel maken we ons zorgen over de gevolgen die aan het voorstel verbonden zijn voor de bouw- en ontwikkelsector. Daarnaast hebben wij een aantal andere kanttekeningen bij het voorstel.

In deze brief gaan wij daar op in.

 

De belangrijkste winst van het voorstel vinden wij dat het huidige ingewikkelde systeem voor particuliere zonnepaneelhouders komt te vervallen. Bovendien kan het voorstel gunstig uitpakken voor startende ondernemers en voor ondernemers die voor de btw (deels) vrijgestelde prestaties leveren vanuit hun woonhuis.

 

Tegelijkertijd leidt de voorgenomen wijziging – zonder nadere maatregelen of toelichting – tot een aantal onduidelijkheden, praktische bezwaren, een administratieve lastenverzwaring en zelfs financiële risico’s voor de bouw- en ontwikkelsector. Onvoldoende duidelijk is immers welke bijkomende leveringen kwalificeren voor het nultarief. Behoren hier bijvoorbeeld ook de omvormers en optimizers bij? Komt er nog overgangsrecht voor lopende projecten die zijn gestart toen het tarief nog 21% was, maar worden opgeleverd na de ingangsdatum van het voorstel? Zijn er praktische afspraken te maken over splitsing van zaken die wel en die niet onder het nultarief vallen? Het genoemde financiële risico ziet vooral op de zogenaamde “artikel 37 btw”, waardoor btw heffing in de keten kan worden nageheven. Bouwend Nederland heeft – onder meer – deze zaken in zijn eigen reactie op de consultatie uitgebreid beschreven. Wij verwijzen voor een nadere toelichting daarom naar hun brief zoals in de internetconsultatie ingebracht. Het is wat ons betreft noodzakelijk dat die punten geadresseerd worden voordat het voorstel wordt ingediend. Dat kan bijvoorbeeld door antwoord op gestelde vragen te publiceren en door het voorstel op punten nog te verduidelijken of aan te passen. In sommige gevallen is mogelijk overgangsrecht nodig. Samen met Bouwend Nederland gaan wij graag het gesprek met u aan om te kijken welke oplossingen mogelijk zijn.

 

Zoals aangegeven benutten wij deze consultatie verder graag om enkele kanttekeningen bij het voorstel onder uw aandacht te brengen.

 

In de concept-Memorie van Toelichting wordt onder het kopje ‘installatie’ aangegeven dat hieronder mede wordt verstaan “…de dienstverlening die direct noodzakelijk is voor het aanbrengen en functioneren van de zonnepanelen, zoals het aanleggen van kabels en het aanpassen van de meterkast”. De daarbij gebruikte materialen zélf zoals de genoemde kabels, eventuele schakelmaterialen in de meterkast en materialen noodzakelijk om de zonnepanelen aan het dak te bevestigen, worden echter niet genoemd bij de definitie van de zonnepanelen. Daarmee lijkt dus wel de dienst van het aanleggen, maar niet de levering van deze bijkomende materialen onder het btw-nultarief te vallen. Wij bepleiten dat ook deze materialen onder het btw-nultarief gaan vallen, voor zover dat niet al uw bedoeling was. Het gebruik van deze materialen is immers noodzakelijk en onmisbaar voor het functioneren van de installatie. Bovendien zou – als hiervoor niet het btw-nultarief geldt – een prikkel blijven bestaan om zich aan te melden als ondernemer om zo alsnog aftrek voor de bijkomende materialen te kunnen claimen. Daarnaast moeten leveranciers dan een splitsing aanbrengen op hun factuur in verband met verschillende tarieven. Toevoeging van deze materialen aan de toepassing van het btw-nultarief past ook binnen de parallel met de huidige regeling waarin de btw op deze materialen in aftrek gebracht kunnen worden.

 

Dakbedekking waarin zonnecellen zijn verwerkt – zogenaamde combi-producten of geïntegreerde zonnecellen – komen volgens de toelichting niet in aanmerking voor het btw-nultarief. Aangegeven wordt dat de BTW-richtlijn 2006 niet toestaat om dakbedekking onder het btw-nultarief te brengen, omdat dit geen zonnepanelen zijn. Wij verzoeken u daarom te bevestigen dat voor deze combiproducten de huidige regeling – aanmelding bij de Belastingdienst als ondernemer met gedeeltelijk aftrekrecht – blijft bestaan.

 

Voor de definitie van het begrip ‘woningen’ wordt verwezen naar het Beleidsbesluit Toelichting Tabel I, post b 8. Voetnoot 9 van de concept Memorie van Toelichting verwijst nog naar het voormalige besluit uit 2017, wij gaan er van uit dat in de uiteindelijke Memorie van Toelichting zal worden verwezen naar de recent gepubliceerde herziening van dat Besluit (31 maart 2022, nr 2022-6334). Voor de hier relevante definitie maakt dat overigens geen verschil. De verwijzing naar het Besluit Toelichting Tabel I maakt dat ook de installatie van zonnepanelen op panden die deels als woning en deels als bedrijfspand worden gebruikt (bijvoorbeeld woon/winkelpanden) in hun geheel – dus ook voor toepassing van het btw-nultarief op de zonnepanelen – als woning worden aangemerkt. Dat heeft uiteraard onze steun.

 

Tot slot: wij vinden het een gemiste kans dat de volgens de aangepaste BTW-richtlijn 2006 geboden ruimte (nog) niet volledig wordt benut. Volgens de definitie is het immers mogelijk het btw-nultarief ook toe te passen op levering en installatie van zonnepanelen op openbare en andere gebouwen die worden gebruikt voor activiteiten van algemeen belang. De mogelijkheid en wenselijkheid daarvan wordt door u wel onderzocht. Wij pleiten er voor dat onderzoek met de nodige voortvarendheid op te pakken.

 

Hoogachtend,

 

dr. Rob J. Mulder
Directeur Beleid

btw-tariefduurzame energieenergietransitiezonne-energie