21 APR, 2023 • Europees nieuws
Wat de EU-China reset voor bedrijven betekent
Naar aanleiding van het bezoek van Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en de Franse president Emmanuel Macron vroeg Kantoor Brussel van VNO-NCW en MKB-Nederland Maaike Okano-Heijmans en Sense Hofstede van Instituut Clingendael wat de huidige stand van zaken in de relatie tussen de EU en China betekent voor het bedrijfsleven. Maaike Okano-Heijmans is senior onderzoeker en programmahoofd ‘Geopolitiek van Technologie en Digitalisering’ op Instituut Clingendael in Den Haag. Sense Hofstede is onderzoeker bij het Chinacentrum van het Instituut Clingendael.
Door Maaike Okano-Heijmans en Sense Hofstede, Instituut Clingendael
De toespraak van Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen op 30 maart jl. was een mijlpaal: een uitwerking van de kritischere lijn die de Commissie en veel Europese lidstaten wensen te voeren ten opzichte van China. Kort daarna ondermijnde de Franse President Emmanuel Macron de Europese eensgezindheid. Zijn staatsbezoek met een handelsdelegatie aan het land en de opmerking waarin hij de handen van Taiwan leek af te trekken, waren ouderwets economisch opportunistisch.
Macron spreekt ook graag over een zelfstandigere koers van de EU: strategische autonomie. Ten opzichte van China is dat logisch en wenselijk. De EU en de lidstaten moeten afhankelijkheden en kwetsbaarheden verminderen. Dat is duidelijk gezien het Chinese streven naar zelfvoorzienendheid en de bereidheid van President Xi Jinping om handelsrelaties te gebruiken als economisch drukmiddel. Ook ten opzichte van de Verenigde Staten is meer Europees handelingsvermogen wenselijk. Zelfs de Democratische President Joe Biden voert beleid dat lang niet altijd gunstig is voor Europa.
Maar de EU als onafhankelijke derde pool is momenteel onrealistisch. Daarvoor zijn de kwetsbaarheden in de relatie met China en de VS nog te groot.
Europese bedrijven zijn dus niet geholpen wanneer Europese leiders als Macron, evenals eerder de Duitse bondskanselier Olaf Scholz met zware handelsdelegaties naar Peking afreizen. Door opzichtig nationale economische belangen na te streven, ondermijnen ze de geloofwaardigheid in Peking van hun eigen politieke boodschappen en die van de Europese Commissie.
Gebrekkige politieke eenheid vergroot de onzekerheid voor het Europese bedrijfsleven. China wordt gesterkt in het idee dat selectieve voordelen aan specifieke lidstaten effect sorteren. Dat maakt het concurrentievermogen van bedrijven afhankelijker van een “wedstrijdje Peking plezieren” tussen de EU-lidstaten, en van de gunsten van Peking in bredere zin.
Ook de scheve ogen in Washington over Macrons interpretatie van strategische autonomie en zijn uitspraak over Taiwan doen Europese bedrijven geen goed. Juist nu de VS zwaar inzet op industriepolitiek, kleven er zakelijke risico’s aan een Europa dat soeverein zegt te willen zijn, maar daar feitelijk nog niet toe in staat is.
Nu het conflict tussen de VS en China toeneemt en de EU niet eenduidig is in woord en daad, doen bedrijven er goed aan zich schrap te zetten voor groeiende onzekerheid. China’s toorn kan zich plots richten op sectoren of landen die de Partij om politieke redenen opportuun acht. Dat bleek wel uit beperkingen van import van onder meer wijn en gerst uit Australië, en in algemene zin importen uit Litouwen. Druk van de VS is voorspelbaarder en gerichter, op vooral technologisch hoogwaardige bedrijven.
Voor alle bedrijven geldt dat meer geopolitiek bewustzijn een vereiste is voor gezonde bedrijfsvoering. Zoals de Duitse industriebond BDI en de Europese Kamer van Koophandel in China recent ook stelden, is het tijdperk van eenzijdige focus op economische efficiëntie voorbij. Daarvoor in de plaats is economische veiligheid gekomen – in Japan al bij wetgeving opgelegd aan bedrijven. Weg uit China is daarbij niet de boodschap. Wel wat Von der Leyen ‘de-risking’ noemt: diversificatie van een eenzijdige focus op China, en geopolitieke hygiëne in bedrijfsvoering.