14 MEI, 2024 • Column
Verbouwen is duur genoeg zonder fiscalist
Een voorgenomen uitbreiding van de btw-regels rondom verbouwing en onderhoud aan vastgoed dreigt uit te lopen op een administratief pandemonium. Dat moet echt anders, vind ik, als het al echt moet.
Als een pandeigenaar zijn gebouw laat opknappen, dan mag deze de btw van die verbouwing aftrekken, als hij het pand ook met btw verhuurt. Dat gebeurt in de regel bijvoorbeeld bij winkelvastgoed. Aan de andere kant is woningverhuur doorgaans vrijgesteld van btw. Dat betekent dat de verhuurder die een huis laat opknappen, de btw niet mag aftrekken.
Op deze regel is een uitzondering: verhuur voor kort verblijf. Die is wel belast met btw. Deze uitzondering wordt door verhuurders nu wel gebruikt om de btw van een verbouwing af te kunnen trekken. Door het pand een paar maanden te verhuren, kunnen ze de hele btw aftrekken.
Het is niet gek dat de Belastingdienst deze maas in de wet wil dichten. Het punt is alleen dat de fiscus de regel wil verruimen. Dat betekent dat elk bedrijf dat vastgoed heeft of als huurder in het vastgoed investeert straks over een periode van vijf jaar moet bekijken of de btw over onderhoudscontracten verrekend mag worden of niet. En bij verkoop van een pand moet ook al het recent gepleegde onderhoud per contract en per pand minutieus worden nagelopen. Bedrijven kunnen dan ook tegen btw-heffing aanlopen die eigenlijk niet bedoeld is en die zij niet kunnen verrekenen. Ook niet als zij normaal gesproken wel btw mogen verrekenen.
Dat leidt tot heel veel administratief gedoe. En juridische procedures. In Zweden is deze herziening al eerder ingevoerd en daar werden vooral adviesbureaus beter van de maatregel. Hun wetgeving moet inmiddels alweer op de schop na uitspraken van de rechter.
Een aantal Nederlandse partijen hebben inmiddels voor zichzelf in kaart gebracht wat de voorgenomen wijziging betekent. Voor sommige bedrijven betekent dit dat ze elk jaar tot wel 500 nieuwe onderhoudscontracten moeten bijhouden. Het is nu al duidelijk dat daarvoor extra krachten moeten worden aangetrokken. Nog los van alle fiscalisten en advocaten die met de belastinginspecteur in de clinch zullen liggen over twijfelgevallen. Allemaal geld dat niet in het verfraaien en verduurzamen van een gebouw kan worden gestoken. Zonde.