10 JAN, 2024 • Weekbulletin
Topsectoren in beeld: Topsector Life Sciences & Health
In de topsectoren werken bedrijven, wetenschap en overheid samen aan innovatie en kennisdeling. Het doel is om te zorgen dat Nederland economisch tot de wereldtop blijft behoren en om oplossingen te vinden voor maatschappelijke uitdagingen als vergrijzing en schaarste van voedsel, water en energie. In deze aflevering: directeur Nico van Meeteren en topteamlid Hans Schikan van de Topsector Life Sciences & Health, ook bekend als Health~Holland.
Vertel eens over het werk van jullie topsector?
Schikan: ‘Ons doel is om Nederland – en liefst de wereld – maatschappelijk én economisch beter te maken. Dat doen we door samenwerking te bewerkstelligen tussen overheid, bedrijfsleven en kennis- en onderzoeksinstellingen. Wij stimuleren, faciliteren en financieren publiek-private samenwerking op het gebied van gezondheid en zorg. De middelen hiervoor komen uit de rijksbegroting van het ministerie van EZK. Bewust hebben we de triple helix uitgebreid tot een quadruple helix: we betrekken bij de samenwerking ook de mensen om wie het uiteindelijk gaat, zoals patiëntenorganisaties, zorgverleners en de gezondheidsfondsen.’
Van Meeteren: ‘De centrale missie van het ministerie van VWS is om te zorgen dat alle mensen in Nederland in 2040 ten minste vijf jaar langer leven in goede gezondheid en dat de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaal-economische groepen met 30 procent zijn afgenomen. Dat is een serieuze ambitie – niet voor niets prijst de OECD Nederland hiervoor – die wordt gecompliceerd door de vergrijzing en het slinkende arbeidsaanbod in de sector. Onze kennis- en innovatieagenda voor de komende vier jaar beschrijft hoe technologische innovatie en valorisatie vanuit publiek-private samenwerking kunnen bijdragen aan het behalen van deze missie.’
En, hoe kan dat?
Van Meeteren: ‘Kunstmatige intelligentie biedt allerlei kansen, onder meer voor diagnostiek in de radiologie. Technologische oplossingen ontlasten ook de zorgmedewerker op de hoek. Een bedrijf als HelpSoq bijvoorbeeld heeft een apparaat ontwikkeld waarmee steunkousen veel gemakkelijker kunnen worden aangetrokken, vaak door de oudere mensen zelf in plaats van door een verpleegkundige. Daarnaast zijn er grote internationale samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld voor regeneratieve geneeskunde: het vanuit menselijke stamcellen ‘kweken’ van cellen, weefsels of op termijn mogelijk zelfs organen. Ik denk dat we binnen vijf tot tien jaar in staat zullen zijn om de eerste experimenten uit te voeren om bij mensen (delen van) beschadigde organen te vervangen. Denk aan het hart, de nieren of de ogen. Of aan vanuit stamcellen gekweekte insulineproducerende bètacellen bij mensen met diabetes.’
Hoe belangrijk is de internationale markt voor jullie?
Schikan: ‘Nieuwe zorgtechnologieën en geneesmiddelen ontwikkel je niet enkel voor de Nederlandse markt. Ook de sector waarbij ik zelf betrokken ben – biotechnologie – is bij uitstek wereldwijd actief. In de praktijk participeren er dus ook vaak buitenlandse wetenschappers of bedrijven in de projecten van de topsector.’
Van Meeteren: ‘Het begint vaak met een project van één kennisinstelling en drie of vier bedrijven. Na verloop van tijd groeit dat uit tot een groter nationaal samenwerkingsverband met een meerjarig programma. Kijk bijvoorbeeld naar RegMed XB, een initiatief van vier universiteiten, vier provincies en enkele gezondheidsfondsen dat onderzoek stimuleert naar nieuwe regeneratieve therapieën voor mensen met nierziekten, diabetes, hartfalen en artrose. RegMed XB krijgt inmiddels ook ondersteuning van het Nationaal Groeifonds. Maar daar stopt het niet, want ook de Vlaamse overheid gaat er als partner nu samen met het bedrijfsleven en kennisinstellingen in investeren. Zo ontstaat er langzaam maar zeker een internationaal consortium.
Samenwerkingsverbanden groeien ook naarmate er meer of andersoortige kennis nodig is. Roseman Labs is een mooi voorbeeld daarvan uit de Topsector ICT. Deze startup, waarbij ook Duitse investeerders betrokken zijn, stelt de zorgsector in staat om privacygevoelige data te analyseren zonder dat deze data de zorgorganisaties verlaten. Het Internet of FAIR-data and Services, een vinding van Nederlandse bodem, is de beoogd opvolger van het Internet of Things en wordt meer en meer benut in wetenschap, zorg en verschillende andere sectoren, nationaal en internationaal.’
Met wie werken jullie samen in Nederland?
Van Meeteren: ‘De afgelopen twintig jaar is een machtig veld van publiek-private samenwerking ontstaan op de campussen van universiteiten, UMC’s en hogescholen, bijvoorbeeld op het Bio Science Park in Leiden. Al die spelers werken niet alleen samen binnen de sector, maar ook met publieke en private partijen van de andere topsectoren, daarbij gefaciliteerd door Health~Holland. Zo werken we met de topsectoren Chemie en Energie samen om de carbon footprint van de zorg te verkleinen. Om terug te komen op het RegMedXB-voorbeeld: met de groeifondsmiddelen worden nu de eerste pilotfabrieken opgezet voor de opschaling van regeneratieve therapieën. Met de collegae van Chemie en Energie kunnen we ervoor zorgen dat die fabrieken circulair en klimaatneutraal gaan werken!’
Wat kunnen jullie betekenen voor het Nederlandse bedrijfsleven?
Schikan: ‘Bedrijven die bij ons aan boord komen, vergroten hun marktkansen, blijkt uit onderzoek van het ministerie van EZK. Als topsector hebben wij een gidsfunctie; we bemiddelen en brengen bedrijven samen met de juiste universiteiten en hbo- en mbo-instellingen. Op die manier hebben we al meer dan duizend projecten van de grond gekregen. Een groot deel van de gelden van de topsector gaat naar kennisinstituten die samen met grote bedrijven en het mkb werken aan fundamenteel, industrieel en experimenteel onderzoek. De MKB Call hebben we in het leven geroepen om mkb’ers extra de kans te geven de lead te nemen in samenwerkingsprojecten die aansluiten op hun specifieke behoeften. Dit bevordert ook de doorontwikkeling van innovaties.’
En wat verwachten jullie van de bedrijven?
Schikan: ‘Dat ze blijven samenwerken. Gelukkig zit dat bij Nederlanders in het DNA. Dat komt door onze eeuwenlange strijd tegen het water, vertel ik altijd tijdens presentaties. Het topsectorenbeleid kanaliseert die samenwerking, met meer innovatie- en verdienvermogen tot gevolg. Laat ik afsluiten met een voorbeeld. In 2018 ging er een economische missie naar het Amerikaanse Boston, waarbij ook onze topsector aanwezig was. Toen is er een stevige samenwerkingsrelatie ontstaan, met gezamenlijke programma’s en wederzijdse bezoeken en kennisuitwisseling. Dat het centrum van de biotechnologie van de wereld uitgerekend met Nederland wil samenwerken, komt absoluut door de kracht van onze publiek-private samenwerking.’